Samenvatting nask hoofdstuk 7
7.1 geluid maken en horen
Geluidsbron: een voorwerp dat geluid maakt
veel geluidsbronnen zijn door mensen gemaakt, zoals:
• Muziekinstrumenten
• Vuurwerk
• Motoren
• Luidsprekers
Je hebt ook geluiden die uit natuurlijke geluidsbronnen komen, zoals:
• Stem
• Regendruppels
• Donder
Geluid ontstaat door de trillingen in een geluidsbron, bijvoorbeeld bij je stem zijn het je stembanden
in je keel die trillen, bij een luidspreker is het de conus die trilt.
Conus van een luidspreker: een dun vel van papier of plastic. Als de luidspreker geluid geeft beweegt
de conus snel heen en weer. Hierdoor ontstaan er drukveranderingen in de lucht.
Conus beweegt naar buiten -> de luchtmoleculen worden dichter op elkaar gedrukt en stijgt de
luchtdruk
Conus beweegt naar binnen -> de moleculen krijgen meer ruimte en de luchtdruk daalt
Geluidsgolf: een stroom van afwisseling tussen een hoge en een lagere druk. Als een geluidsgolf je
oren bereikt, hoor je het geluid.
Tussenstof/ medium: een stof waardoor de trillingen zich kunnen verplaatsen van de geluidsbron
naar je oren.
De meeste geluiden bereiken je oren via lucht, maar geluid kan zich ook verplaatsen via een vloeistof
of een vaste stof. Geluid van je stem hoor je bijvoorbeeld niet alleen buitenom, maar ook
binnendoor.
Geluidssnelheid: hoe snel het geluid zich verplaatst, verschilt van stof tot stof.
Je kunt geluid gebruiken om de afstand te berekenen tussen de geluidsbron en de ontvanger.
Daarvoor moet je de geluidssnelheid kennen en weten hoe lang het geluid erover deed om van bron
naar ontvanger te bewegen. Daarna gebruik je de formule: afstand = (geluids)snelheid x tijd
of in symbolen: s = v x t
als je de geluidssnelheid v invult in meter per seconde en tijd t in seconde, vind je de afstand s in
meter.
Kijk op blz 225 van het boek voor een voorbeeldopdracht
7.1 geluid maken en horen
Geluidsbron: een voorwerp dat geluid maakt
veel geluidsbronnen zijn door mensen gemaakt, zoals:
• Muziekinstrumenten
• Vuurwerk
• Motoren
• Luidsprekers
Je hebt ook geluiden die uit natuurlijke geluidsbronnen komen, zoals:
• Stem
• Regendruppels
• Donder
Geluid ontstaat door de trillingen in een geluidsbron, bijvoorbeeld bij je stem zijn het je stembanden
in je keel die trillen, bij een luidspreker is het de conus die trilt.
Conus van een luidspreker: een dun vel van papier of plastic. Als de luidspreker geluid geeft beweegt
de conus snel heen en weer. Hierdoor ontstaan er drukveranderingen in de lucht.
Conus beweegt naar buiten -> de luchtmoleculen worden dichter op elkaar gedrukt en stijgt de
luchtdruk
Conus beweegt naar binnen -> de moleculen krijgen meer ruimte en de luchtdruk daalt
Geluidsgolf: een stroom van afwisseling tussen een hoge en een lagere druk. Als een geluidsgolf je
oren bereikt, hoor je het geluid.
Tussenstof/ medium: een stof waardoor de trillingen zich kunnen verplaatsen van de geluidsbron
naar je oren.
De meeste geluiden bereiken je oren via lucht, maar geluid kan zich ook verplaatsen via een vloeistof
of een vaste stof. Geluid van je stem hoor je bijvoorbeeld niet alleen buitenom, maar ook
binnendoor.
Geluidssnelheid: hoe snel het geluid zich verplaatst, verschilt van stof tot stof.
Je kunt geluid gebruiken om de afstand te berekenen tussen de geluidsbron en de ontvanger.
Daarvoor moet je de geluidssnelheid kennen en weten hoe lang het geluid erover deed om van bron
naar ontvanger te bewegen. Daarna gebruik je de formule: afstand = (geluids)snelheid x tijd
of in symbolen: s = v x t
als je de geluidssnelheid v invult in meter per seconde en tijd t in seconde, vind je de afstand s in
meter.
Kijk op blz 225 van het boek voor een voorbeeldopdracht