Stappenplan omzetten conceptueel datamodel naar logisch datamodel
Het doel is om de resultaten van de
gegevensmodellering te vertalen en aan te
vullen voor een relationele database.
1. We converteren entiteiten, attributen en
identificaties naar tabellen, kolommen en
een sleutel.
2. We vertalen de relaties tussen de
entiteiten.
3. We zorgen ervoor dat gegevens slechts
één keer opgeslagen worden.
Meer gedetailleerd stappenplan:
1. Converteer de entiteiten met attributen naar relationele tabellen met kolommen.
- de fabelnaam moet uniek zijn binnen de database
- de kolomnaam moet uniek zijn binnen de tabel
- de namen mogen geen spaties bevatten
2. Identificeer de primaire sleutel van iedere tabel.
- primaire sleutels zijn verplicht, hij kan niet leeg zijn.
- de sleutel is uniek
- de sleutel is zo klein mogelijk, hij omvat zo min mogelijk attributen
enkelvoudige sleutel: als hij precies één kolom omvat
samengestelde sleutel: als hij meer dan één kolom (een kolomcombinatie) omvat.
Er zijn twee opties voor primaire sleutels:
* de natuurlijke sleutel: bestaat uit één of meer attributen die al worden gebruikt, het heeft een
betekenis.
* de surrogaatsleutel: kunstmatige kolom die aan de tabel wordt toegevoegd om als primaire
sleutel te fungeren. De waarden worden door de database gegenereerd.
3. Vertaal
* één op één relaties
* één op veel relaties
De parenttabel is altijd de tabel met de kardinaliteit 1. Voeg de primary key van de parenttabel toe
aan de childtabel als foreign key.
* veel op veel relaties
Bij een veel op veel relatie ontstaat een koppeltabel, deze tabel bevat minstens de kolommen van
de primaire sleutels van beide tabellen. De primaire sleutels van beide tabellen moeten aan de
koppeltabel worden toegevoegd als foreign keys.
4. Identificeer de primaire sleutel van iedere childtabel of koppeltabel.
Voor primary keys voor child- of koppeltabellen kies je uit twee opties:
* Je kiest alle kolommen die een foreign key bevatten plus kolommen die ervoor zorgen dat
de sleutel uniek is.
* Je voegt een surrogaatsleutel aan de tabel toe.
Denk er dus wel aan dat je je tabel zo overzichtelijk mogelijk wil houden en niet een te lange
primary key krijgt.
5. Voeg de nodige constraints toe (not Null, Unique)
constraint: vastgelegde voorwaarde of regel, bedoeld om de integriteit of logica van de
opgeslagen gegevens te bewaken.
primary key constraints:
* als er één sleutelkolom is, mag iedere waarde in deze kolom slechts één keer voorkomen.
Jet Wardenier
Het doel is om de resultaten van de
gegevensmodellering te vertalen en aan te
vullen voor een relationele database.
1. We converteren entiteiten, attributen en
identificaties naar tabellen, kolommen en
een sleutel.
2. We vertalen de relaties tussen de
entiteiten.
3. We zorgen ervoor dat gegevens slechts
één keer opgeslagen worden.
Meer gedetailleerd stappenplan:
1. Converteer de entiteiten met attributen naar relationele tabellen met kolommen.
- de fabelnaam moet uniek zijn binnen de database
- de kolomnaam moet uniek zijn binnen de tabel
- de namen mogen geen spaties bevatten
2. Identificeer de primaire sleutel van iedere tabel.
- primaire sleutels zijn verplicht, hij kan niet leeg zijn.
- de sleutel is uniek
- de sleutel is zo klein mogelijk, hij omvat zo min mogelijk attributen
enkelvoudige sleutel: als hij precies één kolom omvat
samengestelde sleutel: als hij meer dan één kolom (een kolomcombinatie) omvat.
Er zijn twee opties voor primaire sleutels:
* de natuurlijke sleutel: bestaat uit één of meer attributen die al worden gebruikt, het heeft een
betekenis.
* de surrogaatsleutel: kunstmatige kolom die aan de tabel wordt toegevoegd om als primaire
sleutel te fungeren. De waarden worden door de database gegenereerd.
3. Vertaal
* één op één relaties
* één op veel relaties
De parenttabel is altijd de tabel met de kardinaliteit 1. Voeg de primary key van de parenttabel toe
aan de childtabel als foreign key.
* veel op veel relaties
Bij een veel op veel relatie ontstaat een koppeltabel, deze tabel bevat minstens de kolommen van
de primaire sleutels van beide tabellen. De primaire sleutels van beide tabellen moeten aan de
koppeltabel worden toegevoegd als foreign keys.
4. Identificeer de primaire sleutel van iedere childtabel of koppeltabel.
Voor primary keys voor child- of koppeltabellen kies je uit twee opties:
* Je kiest alle kolommen die een foreign key bevatten plus kolommen die ervoor zorgen dat
de sleutel uniek is.
* Je voegt een surrogaatsleutel aan de tabel toe.
Denk er dus wel aan dat je je tabel zo overzichtelijk mogelijk wil houden en niet een te lange
primary key krijgt.
5. Voeg de nodige constraints toe (not Null, Unique)
constraint: vastgelegde voorwaarde of regel, bedoeld om de integriteit of logica van de
opgeslagen gegevens te bewaken.
primary key constraints:
* als er één sleutelkolom is, mag iedere waarde in deze kolom slechts één keer voorkomen.
Jet Wardenier
