Besturing en informatie
Besturing
Informatie
Inhoud
,Besturing en informatie..........................................................................................................................1
Navigeren met KPI’s dashboards.............................................................................................................4
Hoofdstuk 1 – Het opstellen van bedrijfsdoelstellingen......................................................................4
1.1 Organisatievorm.......................................................................................................................4
1.2 Opstellen van de missie............................................................................................................4
1.3 Bepalen van de visie.................................................................................................................5
1.4 Vormgeven van de strategie.....................................................................................................6
1.5 Opstellen van het ondernemingsplan.......................................................................................6
Hoofdstuk 2 – Het inrichten van performance management..............................................................7
2.1 Performance management.......................................................................................................7
2.2 Van administreren naar planning & control..............................................................................7
2.3 Opzet van planning & control-cyclus.........................................................................................8
2.4 Hiërarchie van doelen en plannen............................................................................................8
2.5 Betekenis van stuurinformatie..................................................................................................9
2.6 Rol van business intelligence....................................................................................................9
2.7 Bedrijfscultuur en performance management........................................................................11
Hoofdstuk 3 – Het krijgen van focus met de kritieke succesfactoren................................................12
3.1 Balanced scorecard.................................................................................................................12
3.2 Keuze van kritieke succesfactoren...........................................................................................12
3.3 Kenmerken van kritieke succesfactoren..................................................................................12
3.4 Ordening van kritieke succesfactoren via de strategiekaart....................................................13
Hoofdstuk 4 – Het bepalen van kritieke prestatie-indicatoren..........................................................14
4.1 Bepalen van de juiste KPI’s......................................................................................................14
4.2 Kenmerken van bruikbare KPI’s...............................................................................................14
4.3 Vaststellen van de doelen met het SMART-principe................................................................14
4.4 Relevante KPI’s........................................................................................................................15
4.5 Vastleggen van KPI’s in het KPI-register..................................................................................15
Hoofdstuk 5 – Het ontwerpen van het KPI-dashboard......................................................................16
5.1 Uitgangspunten van het dashboard-ontwerp.........................................................................16
5.2 KPI-dashboard volwassenheidsmodel.....................................................................................16
5.3 Belang van passende visualisatie............................................................................................16
5.4 Succesfactoren bij het werken met een management dashboard..........................................17
5.5 Inzet van BI-tools bij ontwerp dashboard...............................................................................17
Hoofdstuk 7 – Het praktiseren van performance management........................................................17
7.1 Fases voor grip en sturing.......................................................................................................17
7.2 Rapporteren naar de organisatie............................................................................................18
, 7.3 Benodigde competenties........................................................................................................19
7.4 Aan de slag met de dashboards..............................................................................................19
7.5 Analyseren van resultaten......................................................................................................19
7.6 Bijsturen als onderdeel van de PDCA-O-cyclus.......................................................................19
Ondernemen met informatie................................................................................................................20
Hoofdstuk 5 – Gegevensverzamelingen: gebruiken en ontwerpen...................................................20
5.1 Gebruik van gegevensverzamelingen......................................................................................20
5.2 Standaardnotatie van gegevensverzamelingen.......................................................................20
5.3 Kenmerken van gegevens.......................................................................................................21
5.4 Database: een verzameling gegevensverzamelingen..............................................................21
5.5 Ontwerpen van een database.................................................................................................22
5.6 Databaseontwerp over processen heen: integratie van gegevensverzamelingen...................22
Hoofdstuk 6......................................................................................................................................23
6.3 Managementinformatie..........................................................................................................23
Reader IV - excellente informatievoorziening INK.................................................................................24
Vanaf waar ga je verder groeien en waarheen?............................................................................24
Reader III – Enterprise Resource Planning (ERP)...................................................................................27
Reader V - Beheer.................................................................................................................................29
Reader I – Kwaliteit van informatie.......................................................................................................29
, Navigeren met KPI’s dashboards
Hoofdstuk 1 – Het opstellen van bedrijfsdoelstellingen
1.1 Organisatievorm
Om als bedrijf aan consumenten te verkopen zijn er juridische constructies mogelijk. De
rechtspersoonlijkheid die een bedrijf dan krijgt heeft invloed op het verkrijgen van bezittingen en
schulden, het sluiten van contracten, het dragen van aansprakelijkheid en het voeren van
rechtszaken. Er zijn 3 rechtspersonen:
Publiekrechtelijke rechtspersoon organisatie die is ingesteld om overheidstaken uit te
voeren (gemeentes). Dit wordt opgelegd via een officiële akte.
Privaatrechtelijke rechtspersoon vrijwillige overeenkomst tussen twee of meer partijen.
Dit is gericht op particulier gebruik (NV, BV, vereniging)
Natuurlijk persoon hierbij is meestal sprake van een bedrijf die uit is om geld te
verdienen.
De doelstelling van een rechtspersoon hangt samen met de gekozen rechtsvorm. Dit beide heeft weer
een verband met de missie en visie.
1.2 Opstellen van de missie
Een bedrijf start met het vaststellen van de primaire activiteiten. Daarna is het belangrijk om zicht te
hebben op datgene wat van belang is voor de organisatie door het opstellen van de missie. Bij de
missie geeft je een richting en maak je keuzes in wat je wel en niet gaat doen. Als de missie duidelijk
is dan weet je ook wat het unique selling point is, wat het bedrijf uniek maakt. Uit de vaststelling van
de missie komt naar voren wat het bestaansrecht en identiteit van de organisatie is.
Missie bestaat uit 4 elementen:
1. Het werkterrein
Kernactiviteiten bepalen het werkterrein waar de organisatie
actief is. De richting van het werkterrein wordt bepaald door:
- Product: Welke producten en diensten bieden we aan?
- Markt: Op wie richten we ons?
- Competentie: Waarin onderscheid je je?
2. De bestaansreden
Hierin bepaal je waarom jij als bedrijf langdurig succes zal
hebben. Een bestaansreden is dat je een probleem op een unieke manier oplost. Bijv. het
verhuren van kantoorruimtes of vergaderruimtes gebeurt veel. Onderscheidend is het 24/7
flexibel beschikbaar stellen van units voor calamiteiten. Hoe sterker de bestaansreden, hoe
succesvoller je bent.
3. De betekenis voor belanghebbenden
Je speelt hierbij in op een bepaalde behoefte van je klant. Je hebt 3 verschillende behoeften:
- Primaire voedsel, kleding, onderdak en veiligheid.
- Secundaire de sociale behoeften (sport, onderwijs)
- Tertiaire zaken die als ‘luxe’ worden omschreven.
4. Normen, kernwaarden en overtuigingen
De beschrijving van waarden en normen (gedragsregels) geeft weer hoe medewerkers met
elkaar omgaan binnen en buiten de organisatie?
Besturing
Informatie
Inhoud
,Besturing en informatie..........................................................................................................................1
Navigeren met KPI’s dashboards.............................................................................................................4
Hoofdstuk 1 – Het opstellen van bedrijfsdoelstellingen......................................................................4
1.1 Organisatievorm.......................................................................................................................4
1.2 Opstellen van de missie............................................................................................................4
1.3 Bepalen van de visie.................................................................................................................5
1.4 Vormgeven van de strategie.....................................................................................................6
1.5 Opstellen van het ondernemingsplan.......................................................................................6
Hoofdstuk 2 – Het inrichten van performance management..............................................................7
2.1 Performance management.......................................................................................................7
2.2 Van administreren naar planning & control..............................................................................7
2.3 Opzet van planning & control-cyclus.........................................................................................8
2.4 Hiërarchie van doelen en plannen............................................................................................8
2.5 Betekenis van stuurinformatie..................................................................................................9
2.6 Rol van business intelligence....................................................................................................9
2.7 Bedrijfscultuur en performance management........................................................................11
Hoofdstuk 3 – Het krijgen van focus met de kritieke succesfactoren................................................12
3.1 Balanced scorecard.................................................................................................................12
3.2 Keuze van kritieke succesfactoren...........................................................................................12
3.3 Kenmerken van kritieke succesfactoren..................................................................................12
3.4 Ordening van kritieke succesfactoren via de strategiekaart....................................................13
Hoofdstuk 4 – Het bepalen van kritieke prestatie-indicatoren..........................................................14
4.1 Bepalen van de juiste KPI’s......................................................................................................14
4.2 Kenmerken van bruikbare KPI’s...............................................................................................14
4.3 Vaststellen van de doelen met het SMART-principe................................................................14
4.4 Relevante KPI’s........................................................................................................................15
4.5 Vastleggen van KPI’s in het KPI-register..................................................................................15
Hoofdstuk 5 – Het ontwerpen van het KPI-dashboard......................................................................16
5.1 Uitgangspunten van het dashboard-ontwerp.........................................................................16
5.2 KPI-dashboard volwassenheidsmodel.....................................................................................16
5.3 Belang van passende visualisatie............................................................................................16
5.4 Succesfactoren bij het werken met een management dashboard..........................................17
5.5 Inzet van BI-tools bij ontwerp dashboard...............................................................................17
Hoofdstuk 7 – Het praktiseren van performance management........................................................17
7.1 Fases voor grip en sturing.......................................................................................................17
7.2 Rapporteren naar de organisatie............................................................................................18
, 7.3 Benodigde competenties........................................................................................................19
7.4 Aan de slag met de dashboards..............................................................................................19
7.5 Analyseren van resultaten......................................................................................................19
7.6 Bijsturen als onderdeel van de PDCA-O-cyclus.......................................................................19
Ondernemen met informatie................................................................................................................20
Hoofdstuk 5 – Gegevensverzamelingen: gebruiken en ontwerpen...................................................20
5.1 Gebruik van gegevensverzamelingen......................................................................................20
5.2 Standaardnotatie van gegevensverzamelingen.......................................................................20
5.3 Kenmerken van gegevens.......................................................................................................21
5.4 Database: een verzameling gegevensverzamelingen..............................................................21
5.5 Ontwerpen van een database.................................................................................................22
5.6 Databaseontwerp over processen heen: integratie van gegevensverzamelingen...................22
Hoofdstuk 6......................................................................................................................................23
6.3 Managementinformatie..........................................................................................................23
Reader IV - excellente informatievoorziening INK.................................................................................24
Vanaf waar ga je verder groeien en waarheen?............................................................................24
Reader III – Enterprise Resource Planning (ERP)...................................................................................27
Reader V - Beheer.................................................................................................................................29
Reader I – Kwaliteit van informatie.......................................................................................................29
, Navigeren met KPI’s dashboards
Hoofdstuk 1 – Het opstellen van bedrijfsdoelstellingen
1.1 Organisatievorm
Om als bedrijf aan consumenten te verkopen zijn er juridische constructies mogelijk. De
rechtspersoonlijkheid die een bedrijf dan krijgt heeft invloed op het verkrijgen van bezittingen en
schulden, het sluiten van contracten, het dragen van aansprakelijkheid en het voeren van
rechtszaken. Er zijn 3 rechtspersonen:
Publiekrechtelijke rechtspersoon organisatie die is ingesteld om overheidstaken uit te
voeren (gemeentes). Dit wordt opgelegd via een officiële akte.
Privaatrechtelijke rechtspersoon vrijwillige overeenkomst tussen twee of meer partijen.
Dit is gericht op particulier gebruik (NV, BV, vereniging)
Natuurlijk persoon hierbij is meestal sprake van een bedrijf die uit is om geld te
verdienen.
De doelstelling van een rechtspersoon hangt samen met de gekozen rechtsvorm. Dit beide heeft weer
een verband met de missie en visie.
1.2 Opstellen van de missie
Een bedrijf start met het vaststellen van de primaire activiteiten. Daarna is het belangrijk om zicht te
hebben op datgene wat van belang is voor de organisatie door het opstellen van de missie. Bij de
missie geeft je een richting en maak je keuzes in wat je wel en niet gaat doen. Als de missie duidelijk
is dan weet je ook wat het unique selling point is, wat het bedrijf uniek maakt. Uit de vaststelling van
de missie komt naar voren wat het bestaansrecht en identiteit van de organisatie is.
Missie bestaat uit 4 elementen:
1. Het werkterrein
Kernactiviteiten bepalen het werkterrein waar de organisatie
actief is. De richting van het werkterrein wordt bepaald door:
- Product: Welke producten en diensten bieden we aan?
- Markt: Op wie richten we ons?
- Competentie: Waarin onderscheid je je?
2. De bestaansreden
Hierin bepaal je waarom jij als bedrijf langdurig succes zal
hebben. Een bestaansreden is dat je een probleem op een unieke manier oplost. Bijv. het
verhuren van kantoorruimtes of vergaderruimtes gebeurt veel. Onderscheidend is het 24/7
flexibel beschikbaar stellen van units voor calamiteiten. Hoe sterker de bestaansreden, hoe
succesvoller je bent.
3. De betekenis voor belanghebbenden
Je speelt hierbij in op een bepaalde behoefte van je klant. Je hebt 3 verschillende behoeften:
- Primaire voedsel, kleding, onderdak en veiligheid.
- Secundaire de sociale behoeften (sport, onderwijs)
- Tertiaire zaken die als ‘luxe’ worden omschreven.
4. Normen, kernwaarden en overtuigingen
De beschrijving van waarden en normen (gedragsregels) geeft weer hoe medewerkers met
elkaar omgaan binnen en buiten de organisatie?
