Samenvatting onderzoek & analyse

Samenvatting Onderzoek & Analyse
Ondernemerschap & Retail Management - Jaar 3


Hoofdstuk 1 De wereld van marktonderzoek
Wat is marktonderzoek?
Marktonderzoek  ‘Het objectief en systematisch verzamelen, analyseren en
rapporteren van informatie over een doelgroep om zodoende inzichten te krijgen
en gefundeerde beslissingen te nemen of adviezen te geven op het vlak van
marketingproblemen.’
De kennis die je wilt vergaren over de doelgroep kan bestaan uit: meningen,
omvang en wensen en behoeften.
We onderscheiden drie soorten marktonderzoek:
- Verkennend/ exploratief: meer inzicht krijgen in een bepaald onderwerp.
- Beschrijvend/ descriptief: huidige situatie en de verwachte ontwikkelingen
binnen een markt achterhalen.
- Verklarend/ causaal: verbanden leggen en antwoord kunnen geven op de
‘waarom-vragen’.


Een onderzoekende houding
Onderzoekende houding  de mate waarin iemand gemotiveerd is, het
vertrouwen heeft en in een veelheid aan beroepssituaties toont:
- Opmerkzaam te zijn
- Nieuwsgierig te zijn
- Bedachtzaam te zijn
- Kritisch te zijn


Hoofdstuk 2 Desk Research
Hoe te starten met desk research?




Syndicated data  commerciële instellingen die zich gespecialiseerd hebben in
het vergaren en verspreiden van informatie.

,Hoofdstuk 5 Statistiek
Beschrijvende statistiek
Afhankelijke variabele  de variabele waarvoor je een uitkomst zoekt.
Onafhankelijke variabele  de variabele waarvan je wilt achterhalen of er
verschillen in uitkomst zijn.


Meetniveaus
Nominaal  elke waarde is een afzonderlijke categorie. Er bestaat tussen deze
waardes geen vaste ordening. Rock, pop, klassiek, jazz.
Ordinaal  heeft een vaste ordening van waardes. Ontevreden, neutraal,
tevreden.
Metrisch  gegevens in de vorm van getallen.


Centrum- en spreidingsmaten
Centrummaten
Gemiddelde  alle waarnemingen bij elkaar optellen en delen door het aantal
waarnemingen.
Modus  de waarneming die bij een reeks waarnemingen het meest voorkomt.
Mediaan  eerst dien je alle waarnemingen op volgorde van laag naar hoog te
zetten. De middelste waarneming is vervolgens de mediaan. Wanneer je twee
middelste waarnemingen hebt, pak je het gemiddelde van die twee
waarnemingen als mediaan.


Spreidingsmaten
De range  het verschil tussen de hoogste en laagste waarneming.
Variantie  de mate waarin waarnemingen onderling van elkaar verschillen.
Je berekent de variantie in vier stappen:
1. 1. Bereken het gemiddelde van een reeks waarnemingen.
2. 2. Trek van alle waarnemingen één voor één het gemiddelde af.
3. 3. Kwadrateer al deze uitkomsten (oftewel vermenigvuldig met zichzelf).
4. 4. Bereken het gemiddelde van al deze gekwadrateerde uitkomsten, maar
check éérst of je te maken hebt met waarnemingen van een populatie of
een steekproef!

a. Heb je te maken met waarnemingen van een populatie of met dertig
of meer waarnemingen van een steekproef? Dan bereken je dat
gemiddelde bij stap 4 door te delen door het aantal waarnemingen.

b. Heb je te maken met waarnemingen van een steekproef én zijn dit er

, minder dan dertig? Dan bereken je dat gemiddelde bij stap 4 door te delen
door het aantal waarnemingen minus 1.
Standaarddeviatie  een indicator voor de spreiding van waarnemingen rondom
het gemiddelde van alle waarnemingen. Om de standaarddeviatie te berekenen,
trek je de wortel van de variantie.




Normale verdeling

Binnen de normale verdeling is het altijd zo dat circa 34 procent van alle
waarnemingen zich bevindt tussen het gemiddelde plus één keer de
standaarddeviatie. Datzelfde geldt wanneer je het gemiddelde minus één de
standaarddeviatie neemt: hiertussen ligt ook circa 34 procent van alle
waarnemingen. Met andere woorden: 68 procent van alle waarnemingen ligt
maximaal één standaarddeviatie verwijderd van het gemiddelde.

Tussen het gemiddelde ligt plus twee keer de standaarddeviatie 34% + 13,5% =
47,5% van alle waarnemingen. En tussen het gemiddelde plus drie keer de
standaarddeviatie ligt 34% + 13,5% + 2,5% = 50%, oftewel de helft van alle