Engels samenvatting – Blok A
Hoofdstuk 1 – Engels in het basisonderwijs
1.1 Inleiding
In 1981 werd de Wet op het basisonderwijs aangenomen, waarin het Engels als
verplicht vak werd geïntroduceerd. Er moest 80 à 100 uur Engels in de twee hoogste
klassen van het basisonderwijs gegeven moeten worden. Verder was er geen
uitsluitsel over de omgang van het vak bekend. Er moest aan vier voorwaarden
worden voldaan om het ‘Engels in het basisonderwijs’ (EIBO) te laten slagen:
1. Engels moest een geïntegreerde plek krijgen in het lesprogramma van de
Nederlandse basisschool
2. Leerkrachten dienden behoorlijk opgeleid te zijn
3. Er moest een goede aansluiting met het voortgezet onderwijs totstandkomen
4. Er moest verantwoord lesmateriaal beschikbaar zijn (Carpay, 1993)
Sinds 1986-1987 is Engels een wettelijk verplicht vak in groep 7 en 8. Sinds 2006 is
EIBO een van de zeven vakgebieden waarop nieuwe kerndoelen voor het
basisonderwijs betrekking op hebben.
1.2 De redenen om een vreemde taal in te voeren in het basisonderwijs
1. Politieke reden:
In 1969 nam de ministerraad van de Raad van Europa een resolutie aan
(Rcommendation nr. 535): alle leerlingen in de lidstaten vanaf 10 jaar zouden
les krijgen in tenminste één vreemde taal. De culturele diversiteit, tolerantie en
Europees burgerschap moest zo bevorderd worden.
2. Pedagogische en leerpsychologische redenen:
Jonge kinderen leren een vreemde taal moeiteloos, sneller en beter dan
oudere kinderen en volwassenen. Volgens deskundige verloopt het proces
van taalverwerving bij jonge kinderen beter en leren ze spontaan, onbewust
en dus moeiteloos.
3. 4 jaar aangesloten Engels voor alle leerlingen
Twee jaar EIBO + twee jaar basisvorming
Sociaal-culturele redenen:
4. Internationale taal:
Internationaal communicatiemiddel, zowel digitaal als buiten de ‘echte’
landgrenzen
5. Engels maakt deel uit van de Nederlandse cultuur:
Groot aantal Engelse woorden zijn in het Nederlands geïntegreerd;
popmuziek, (computer)spelletjes, etc. (Angelsaksische cultuur)
1.3 Vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) in Nederland
- Vvto: vroeg vreemdetalenonderwijs, waarbij leerlingen vanaf groep 1-2
minimaal 60 minuten per week Engels krijgen
- Vto: vervroegd vreemdetalenonderwijs voor groep 5-6 met 2x 30 minuten per
week
- Tto: alle vakken worden in het Engels gegeven. De taal en de leerstof is
geïntegreerd
, Hoofdstuk 2 – Doelstellingen
2.1 Inleiding
Het doelstellingenmodel vormt de grondslag voor het moderne
vreemdetalenonderwijs voor alle doelgroepen. Dit doelstellingenmodel bestaat uit
twee componenten: taalfuncties en taalnoties. Dit worden de taalmiddelen genoemd.
Taalfuncties: communicatieve productdoelen d.m.v. taal kunnen we
communiceren
Taalnoties: we delen ‘iets’ mee, vragen ‘iets’. Dit iets is een taalnotie.
2.2. De kerndoelen voor Engels in het basisonderwijs
(13) De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en
geschreven Engelse teksten.
(14) De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige
onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in
die taal.
(15) De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over
alledaagse onderwerpen.
(16) De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse
woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek.
2.3 De kerndoelen in de lespakketten voor Engels in het basisonderwijs
Er zijn drie soorten lespakketten voor Engels in het basisonderwijs:
1. Lespakketten, uitgegeven door Nederlandse educatieve uitgevers, die
bestemd zijn voor de Nederlandse markt (N).
2. Engelstalige lespakketten, uitgegeven door Britse educatieve uitgevers, die
bestemd zijn voor de basisschoolleerlingen die Engels als vreemde taal leren
(B).
3. Engelstalige lespakketten die bewerkt zijn voor de Nederlandse markt (B/N).
De lespakketten zijn gericht op verschillende doelgroepen:
- De onderbouw (vvto, groep 1-4)
- De midden- en bovenbouw (vto en EIBO, groep 5-8)
- Alle basisschoolleerlingen (groep 1-8)
Alle lespakketten zijn functioneel-notioneel (gericht op communicatie) en sommige
structureel-taalkundige (grammaticale) elementen bevatten.
2.6 Engels in het basisonderwijs en ICT
De Raad van Europa pleit voor development of digital literacy kinderen vertrouwd
maken met het gebruik van digitaal materiaal.
Hoofdstuk 3 – didactische methoden
3.2 De vier didactische methoden
1. De structurele benadering
o De grammatica-vertaalmethode
o De audiolinguale methode
2. De communicatieve benadering
o De functioneel-notionele methode (F-N), ook wel de communicatieve
methode genoemd
o De receptieve methode
Hoofdstuk 1 – Engels in het basisonderwijs
1.1 Inleiding
In 1981 werd de Wet op het basisonderwijs aangenomen, waarin het Engels als
verplicht vak werd geïntroduceerd. Er moest 80 à 100 uur Engels in de twee hoogste
klassen van het basisonderwijs gegeven moeten worden. Verder was er geen
uitsluitsel over de omgang van het vak bekend. Er moest aan vier voorwaarden
worden voldaan om het ‘Engels in het basisonderwijs’ (EIBO) te laten slagen:
1. Engels moest een geïntegreerde plek krijgen in het lesprogramma van de
Nederlandse basisschool
2. Leerkrachten dienden behoorlijk opgeleid te zijn
3. Er moest een goede aansluiting met het voortgezet onderwijs totstandkomen
4. Er moest verantwoord lesmateriaal beschikbaar zijn (Carpay, 1993)
Sinds 1986-1987 is Engels een wettelijk verplicht vak in groep 7 en 8. Sinds 2006 is
EIBO een van de zeven vakgebieden waarop nieuwe kerndoelen voor het
basisonderwijs betrekking op hebben.
1.2 De redenen om een vreemde taal in te voeren in het basisonderwijs
1. Politieke reden:
In 1969 nam de ministerraad van de Raad van Europa een resolutie aan
(Rcommendation nr. 535): alle leerlingen in de lidstaten vanaf 10 jaar zouden
les krijgen in tenminste één vreemde taal. De culturele diversiteit, tolerantie en
Europees burgerschap moest zo bevorderd worden.
2. Pedagogische en leerpsychologische redenen:
Jonge kinderen leren een vreemde taal moeiteloos, sneller en beter dan
oudere kinderen en volwassenen. Volgens deskundige verloopt het proces
van taalverwerving bij jonge kinderen beter en leren ze spontaan, onbewust
en dus moeiteloos.
3. 4 jaar aangesloten Engels voor alle leerlingen
Twee jaar EIBO + twee jaar basisvorming
Sociaal-culturele redenen:
4. Internationale taal:
Internationaal communicatiemiddel, zowel digitaal als buiten de ‘echte’
landgrenzen
5. Engels maakt deel uit van de Nederlandse cultuur:
Groot aantal Engelse woorden zijn in het Nederlands geïntegreerd;
popmuziek, (computer)spelletjes, etc. (Angelsaksische cultuur)
1.3 Vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) in Nederland
- Vvto: vroeg vreemdetalenonderwijs, waarbij leerlingen vanaf groep 1-2
minimaal 60 minuten per week Engels krijgen
- Vto: vervroegd vreemdetalenonderwijs voor groep 5-6 met 2x 30 minuten per
week
- Tto: alle vakken worden in het Engels gegeven. De taal en de leerstof is
geïntegreerd
, Hoofdstuk 2 – Doelstellingen
2.1 Inleiding
Het doelstellingenmodel vormt de grondslag voor het moderne
vreemdetalenonderwijs voor alle doelgroepen. Dit doelstellingenmodel bestaat uit
twee componenten: taalfuncties en taalnoties. Dit worden de taalmiddelen genoemd.
Taalfuncties: communicatieve productdoelen d.m.v. taal kunnen we
communiceren
Taalnoties: we delen ‘iets’ mee, vragen ‘iets’. Dit iets is een taalnotie.
2.2. De kerndoelen voor Engels in het basisonderwijs
(13) De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en
geschreven Engelse teksten.
(14) De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige
onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in
die taal.
(15) De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over
alledaagse onderwerpen.
(16) De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse
woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek.
2.3 De kerndoelen in de lespakketten voor Engels in het basisonderwijs
Er zijn drie soorten lespakketten voor Engels in het basisonderwijs:
1. Lespakketten, uitgegeven door Nederlandse educatieve uitgevers, die
bestemd zijn voor de Nederlandse markt (N).
2. Engelstalige lespakketten, uitgegeven door Britse educatieve uitgevers, die
bestemd zijn voor de basisschoolleerlingen die Engels als vreemde taal leren
(B).
3. Engelstalige lespakketten die bewerkt zijn voor de Nederlandse markt (B/N).
De lespakketten zijn gericht op verschillende doelgroepen:
- De onderbouw (vvto, groep 1-4)
- De midden- en bovenbouw (vto en EIBO, groep 5-8)
- Alle basisschoolleerlingen (groep 1-8)
Alle lespakketten zijn functioneel-notioneel (gericht op communicatie) en sommige
structureel-taalkundige (grammaticale) elementen bevatten.
2.6 Engels in het basisonderwijs en ICT
De Raad van Europa pleit voor development of digital literacy kinderen vertrouwd
maken met het gebruik van digitaal materiaal.
Hoofdstuk 3 – didactische methoden
3.2 De vier didactische methoden
1. De structurele benadering
o De grammatica-vertaalmethode
o De audiolinguale methode
2. De communicatieve benadering
o De functioneel-notionele methode (F-N), ook wel de communicatieve
methode genoemd
o De receptieve methode
