Bijeenkomst 14.2
De Maastrichtse horeca-vereniging vindt dat de Europese Commissie moet ingrijpen en een
dwangsommen moet opleggen aan de Nederlandse overheid voor elk uur dat Maastricht
onbereikbaar is. Geef voor de horeca-vereniging aan of en wat haar mogelijkheden zijn om de
Commissie dwangsommen te doen opleggen aan de Nederlandse overheid.
Leden van NatuurOp1 vinden dat de Maastrichtse horeca-vereniging hier niet rationeel
handelt. Het terugdringen van de klimaatverandering (waarbij het stikstofbeleid van de
overheid een belangrijke rol in speelt) is in het belang van iedereen, vinden zij, dus ook in het
belang van de horeca-vereniging. Voor NatuurOp1 is het onverklaarbaar dat de horeca-
vereniging niet eerder solidair is met NatuurOp1 in plaats van de actie te willen tegenhouden.
Op dit punt meent NatuurOp1 dat het EU-recht aan zijn kant staat: in de preambule van de
EU-Verdragen staat immers dat de Unie streeft naar een steeds hechter wordend verbond.
Voor NatuurOp1 betekent zo een verbond logischerwijs een grote solidariteit tussen de
Europese burgers, over landsgrenzen en generaties heen, om de uitdaging van
klimaatverandering aan te gaan.
Onderwerpen: Art. 258 VWEU, art. 260 VWEU, Aardbeienzaak, Starfruit, sociale
psychologie.
Vaardigheden:
Ter voorbereiding op het schrijven van een advies, dien je de volgende informatie te
bestuderen: Instructiematrix “Structuur eenvoudige brief Download Structuur
eenvoudige brief” en de Instructiematrix “Opbouw Advies Download Opbouw Advies”.
Literatuur:
Relevante delen handboek
Verplichte literatuur: R Sapolsky, This is your brain on
nationalism, https://omnilogos.com/this-is-your-brain-on-nationalism-biology-of-us-and-
them/ (Links to an external site.)
Aanvullende literatuur: Jaap Hage, European Integration: A Theme, hoofdstuk 10
Beschikking in zaak C-441/17 R, Commissie t. Polen, ECLI:EU:C:2017:877, ro. 89-119.
Kennisclip: rechtsbescherming:
- Deze gaat over de handelingen van lidstaten: wat als lidstaten handelingen hebben
verricht die naar het oordeel van de EU een inbreuk vormen op dat europees recht?
, Een belangrijke taak van de commissie is het handhaven op europees recht: hij is een soort
politie, die moet zorgen voor de naleving van het europees recht: art. 258 VWEU
‘inbreukprocedure’
De commissie zal daar dus optreden als partij (vb: commissie tegen italie blablabla: allemaal
285)
Aantal essentiele kenmerken aan de procedure:
Er zijn een aantal fases:
- Een informele procedure: die begint met informele contacten tussen de commissie
en de lidstaten ‘wat is jullie mening daarover, zouden jullie daar nog eens iets aan
doen?
- Als dit niet helpt dan komt er een aanmaningsbrief van de commissie waarop de
lidstaten moeten antwoorden (=administratieve fase): dan komt er een samenkomst
waar de lidstaat zich moet verantwoorden
- Als dit nog niet helpt dan wordt er een ‘met rede omkleed advies’ bekendgemaakt in
het officiele publicatieblad van de commissie. De inhoud van dit advies is
vertrouwelijk, en we weten dan ook dat er al een informele procedure aan vooraf is
gegaan en dat er ook al een aanmaningsbrief is gestuurd -> de lidstaat moet zich dan
verbeteren binnen een bepaalde termijn
- Nog steeds niks? Rechterlijke fase (de commissie kan dit doen en moet dit niet doen:
dus iemand kan dan niet beroep doen op nalatigheid of schadevergoeding eisen):
Dan kan de commissie de zaak naar de rechter brengen: voor het hof, en dan zal het
hof met een declaratoir vonnis komen: ‘of de lidstaat heeft inbreuk gemaakt op zijn
verplichtingen’, of ‘niet’.
o Als er idd een inbreuk is: dan komt de lidstaat zijn verplichtingen niet na: dan
260 VWEU: de commissie moet het hof vragen om boetes op te leggen (de
commissie legt die niet op, het hof wel: dit is allemaal een nieuwe procedure
o Waaruit kan je afleiden dat de commissie niet verplicht is om de 258
procedure op te starten: arrest starfruit: hier wordt dat duidelijk in vermeld
dat de commissie zowel de administratieve als de rechterlijke fase niet
verplicht is om die op te stellen
o Wrm wordt zo een 258 procedure opgestart? Omdat er een inbreuk is
geweest op het EU recht en de commissie heeft de taak om toezicht te
houden op het unierecht
o Wnr de commissie de rechterlijke fase is begonnen gaat het hof zeggen of er
wel een schending is of niet, hoe bepaald het hof of er een schending is?
Waar gaat het hof nr kijken? naar de zaak: feiten en omstandigheden: 1. als
het gaat om nationaal recht dat in strijd is met het unierecht: dan gaat het hof
zelf kijken naar het nationaal recht. 2. Er kan ook nog bv zijn de niet
implementatie van richtlijnen
o Wat is het verschil met de 267 VWEU procedure: hier kijken ze alleen naar het
europees recht, bij art. 258 laat het hof het aan de nationale rechter over en
kijken ze ook naar het nationaal recht
o Als er zo een schending plaatsvind, dan art. 260 lid 2: is bij het naleven: dit is
als er geen gevolg wordt gegeven, lid 3: als er een schending uit lid 1 wordt
geconstateerd door het hof dan kan er een boete worden opgelegd indien
omstandigheden.
De Maastrichtse horeca-vereniging vindt dat de Europese Commissie moet ingrijpen en een
dwangsommen moet opleggen aan de Nederlandse overheid voor elk uur dat Maastricht
onbereikbaar is. Geef voor de horeca-vereniging aan of en wat haar mogelijkheden zijn om de
Commissie dwangsommen te doen opleggen aan de Nederlandse overheid.
Leden van NatuurOp1 vinden dat de Maastrichtse horeca-vereniging hier niet rationeel
handelt. Het terugdringen van de klimaatverandering (waarbij het stikstofbeleid van de
overheid een belangrijke rol in speelt) is in het belang van iedereen, vinden zij, dus ook in het
belang van de horeca-vereniging. Voor NatuurOp1 is het onverklaarbaar dat de horeca-
vereniging niet eerder solidair is met NatuurOp1 in plaats van de actie te willen tegenhouden.
Op dit punt meent NatuurOp1 dat het EU-recht aan zijn kant staat: in de preambule van de
EU-Verdragen staat immers dat de Unie streeft naar een steeds hechter wordend verbond.
Voor NatuurOp1 betekent zo een verbond logischerwijs een grote solidariteit tussen de
Europese burgers, over landsgrenzen en generaties heen, om de uitdaging van
klimaatverandering aan te gaan.
Onderwerpen: Art. 258 VWEU, art. 260 VWEU, Aardbeienzaak, Starfruit, sociale
psychologie.
Vaardigheden:
Ter voorbereiding op het schrijven van een advies, dien je de volgende informatie te
bestuderen: Instructiematrix “Structuur eenvoudige brief Download Structuur
eenvoudige brief” en de Instructiematrix “Opbouw Advies Download Opbouw Advies”.
Literatuur:
Relevante delen handboek
Verplichte literatuur: R Sapolsky, This is your brain on
nationalism, https://omnilogos.com/this-is-your-brain-on-nationalism-biology-of-us-and-
them/ (Links to an external site.)
Aanvullende literatuur: Jaap Hage, European Integration: A Theme, hoofdstuk 10
Beschikking in zaak C-441/17 R, Commissie t. Polen, ECLI:EU:C:2017:877, ro. 89-119.
Kennisclip: rechtsbescherming:
- Deze gaat over de handelingen van lidstaten: wat als lidstaten handelingen hebben
verricht die naar het oordeel van de EU een inbreuk vormen op dat europees recht?
, Een belangrijke taak van de commissie is het handhaven op europees recht: hij is een soort
politie, die moet zorgen voor de naleving van het europees recht: art. 258 VWEU
‘inbreukprocedure’
De commissie zal daar dus optreden als partij (vb: commissie tegen italie blablabla: allemaal
285)
Aantal essentiele kenmerken aan de procedure:
Er zijn een aantal fases:
- Een informele procedure: die begint met informele contacten tussen de commissie
en de lidstaten ‘wat is jullie mening daarover, zouden jullie daar nog eens iets aan
doen?
- Als dit niet helpt dan komt er een aanmaningsbrief van de commissie waarop de
lidstaten moeten antwoorden (=administratieve fase): dan komt er een samenkomst
waar de lidstaat zich moet verantwoorden
- Als dit nog niet helpt dan wordt er een ‘met rede omkleed advies’ bekendgemaakt in
het officiele publicatieblad van de commissie. De inhoud van dit advies is
vertrouwelijk, en we weten dan ook dat er al een informele procedure aan vooraf is
gegaan en dat er ook al een aanmaningsbrief is gestuurd -> de lidstaat moet zich dan
verbeteren binnen een bepaalde termijn
- Nog steeds niks? Rechterlijke fase (de commissie kan dit doen en moet dit niet doen:
dus iemand kan dan niet beroep doen op nalatigheid of schadevergoeding eisen):
Dan kan de commissie de zaak naar de rechter brengen: voor het hof, en dan zal het
hof met een declaratoir vonnis komen: ‘of de lidstaat heeft inbreuk gemaakt op zijn
verplichtingen’, of ‘niet’.
o Als er idd een inbreuk is: dan komt de lidstaat zijn verplichtingen niet na: dan
260 VWEU: de commissie moet het hof vragen om boetes op te leggen (de
commissie legt die niet op, het hof wel: dit is allemaal een nieuwe procedure
o Waaruit kan je afleiden dat de commissie niet verplicht is om de 258
procedure op te starten: arrest starfruit: hier wordt dat duidelijk in vermeld
dat de commissie zowel de administratieve als de rechterlijke fase niet
verplicht is om die op te stellen
o Wrm wordt zo een 258 procedure opgestart? Omdat er een inbreuk is
geweest op het EU recht en de commissie heeft de taak om toezicht te
houden op het unierecht
o Wnr de commissie de rechterlijke fase is begonnen gaat het hof zeggen of er
wel een schending is of niet, hoe bepaald het hof of er een schending is?
Waar gaat het hof nr kijken? naar de zaak: feiten en omstandigheden: 1. als
het gaat om nationaal recht dat in strijd is met het unierecht: dan gaat het hof
zelf kijken naar het nationaal recht. 2. Er kan ook nog bv zijn de niet
implementatie van richtlijnen
o Wat is het verschil met de 267 VWEU procedure: hier kijken ze alleen naar het
europees recht, bij art. 258 laat het hof het aan de nationale rechter over en
kijken ze ook naar het nationaal recht
o Als er zo een schending plaatsvind, dan art. 260 lid 2: is bij het naleven: dit is
als er geen gevolg wordt gegeven, lid 3: als er een schending uit lid 1 wordt
geconstateerd door het hof dan kan er een boete worden opgelegd indien
omstandigheden.
