NAMENLIJST BIOLOGISCHE ANTROPOLOGIE
Agassiz Louis Natuurtheoloog die het scheppingsverhaal verdedigde en zijn ideeën
baseerde op Cuviers theorie van catastrofisme. Zijn levenswerk werd
volledig overbodig door de conclusies van Darwin ( AL accepteerde de
natuurlijke selectie niet)
Allen Joseph Regel van Allen : aan koude geadapteerde dieren hebben kortere
ledematen (bevorderen warmte vasthouden)
Bergmann Christian Regel van Bergmann (aan koude geadopteerde dieren zijn groter dan
niet aan koude geadopteerde dieren – hoe kouder het klimaat, hoe
groter het lichaam)
uitleg voor dit patroon is dat grotere dieren minder huidoppervlak
hebben in verhouding tot hun lichaamsvolume.
Blumenbach Johann Stichter van de biologische antropologie die ‘vijf’ rassen identificeert.
Hij hanteerde als eerste de term ‘Kaukasisch’.
Boule Marcel Paleo-antropoloog
La Chapelle-aux-Saints – interpreteerde botstructuur van Homo
Neanderthalers als arthritis, maar was fout (geen primitieve
kenmerken maar adaptatie aan koude)
Cavalli-Svorza Luigi Pionier fylogenetische stambomen (genetische boom van
wereldbevolking)
Analyse van 120 allelen in 42 populaties over de hele wereld
→ veeleer dan ‘rassen’ toont deze analyse dat volkeren die
lange tijd samengewoond hebben genetisch net iets meer op
elkaar lijken
Crick Francis Nobelprijs, DNA ontcijferd (functie en structuur)(samen met Watson)
Cuvier Georges Vastberaden tegenstander van het moderne concept van evolutionaire
verandering
Verdedigde het catastrofisme (probeerde evolutie te verenigen met 2de
testament) == vroegere levensvormen werden uitgeroeid door
catastrofes
Darwin Charles Botanist en naturalist
Reis met de HMS Beagle langs de kusten van Zuid-Afrika
(Galapagos eilanden) → On the Origin of Species’ – 3
observaties en 2 deducties
● observatie 1 : Alle organismen hebben het potentieel voor
explosieve groei die hun voedselvoorziening zou overtreffen.
● observatie 2 : Toch blijven populaties vrij stabiel.
○ deductie 1 : Er moet een zekere strijd zijn om te
, overleven.
● observatie 3 : De natuur zit vol van variatie. Zelfs in één
diergroep verschilt elk individu.
○ deductie 2 : Sommige variaties zijn gunstiger dan
andere, in een proces dat we natuurlijke selectie
kunnen noemen.
Darwiniaans model
1. Evolutie
2. Gemeenschappelijke afstamming
3. Vermenigvuldiging van soorten (diversiteit door
vermenigvuldiging, door splitsing in dochtersoorten of door
geografische afscheiding)
4. Gradualisme
5. Natuurlijke selectie
‘In the long history of humankind (and animal kind, too) those
who learned to collaborate and improvise most effectively have
prevailed.’
Jachthypothese → Darwin concludeerde dat bipedalisme de
handen had vrijgemaakt voor het dragen van wapens bij
jagen. (fout – bipedalisme is ouder dan de jacht)
Vroegste mensachtigen komen uit Afrika.
Dawkins Richard Is een wetenschapper die uitlegt hoe onze genen invloed hebben op
ons gedrag en evolutie. Hij zegt dat genen ervoor zorgen dat we
bepaalde eigenschappen hebben, omdat ze willen "overleven" en
doorgegeven worden aan de volgende generatie.
Darth Raymond Taung Child : 3 jaar oud kind : ontdekte als eerste onderzoeker een
Australopithecus Africanus in 1925 maar hij werd niet geloofd.
De Waal Frans primatoloog :
morele emoties, sympathie en wederkerigheid bij
chimpansees → aanwezigheid van zekere vorm van
sympathie en wederkerigheid als voorloper van bezorgdheid
om eerlijkheid en rechtvaardigheid
verzoening bij bonobo’s
Dubois Eugene ontdekker van Pithecanthropus Erectus (= homo erectus)
Dobzhansky = bioloog
Theodosius
Stelde dat evolutie de basis is om alles in de biologie te begrijpen.
Werk liet zien hoe genetica en evolutie samenhangen en hoe soorten
zich aanpassen aan hun omgeving.
evolutie in 3 stappen:
1 biologische kenmerken overgedragen via genen
2 mutaties&gen- combinaties geven variatie
, 3 sommige versies zorgen voor verhoogde fitness (natuurlijke
selectie)
Franklin Rosalind maakte samen met Maurice Wilkins röntgenfoto’s die dienden als
basis voor de structuur van de dubbele helix
Fisher Ronald Polygenentheorie → de belangrijkste individuele
eigenschappen zijn polygenetisch (en in wisselwerking met
elkaar en de omgeving)
● polygenetisch == kenmerken worden door vele genen
beïnvloed (meerdere genen 1 effect)
Fossey Diana pionier primatologie (= studie van niet-menselijke primaten, hun
anatomie, genetica, gedrag en ecologie)
→ bestudeert gedrag van gorilla’s (sociale structuren)
Galton Francis = de grondlegger van de eugenetica (uit angst voor daling van
genetische kwaliteit van de mens) en het concept van erfelijkheid in
menselijke eigenschappen (introduceerde het concept van “nature
versus nurture’).
Onderzocht hoe eigenschappen zoals intelligentie van ouders op
kinderen worden overgedragen en introduceerde methoden voor
statistische analyse van menselijke verschillen.
Goodall Jane pionier primatologie
→ gedragsstudies van niet-menselijke primaten in hun
natuurlijke omgeving (documentatie sociaal gedrag,
samenwerking, agressie)
● materiële cultuur is niet exclusief voor mensen → 3
centrale kenmerken geïdentificeerd over
gereedschapsgebruik van chimpansees
Gould Stephan “punctuated equilibrium” (= onderbroken evenwicht) →
soortvorming omvat lange periodes van stasis onderbroken
door uitbarstingen van verandering
Haeckel Ernst Azië als ‘moederland van de homininen’ (niet Afrika).
Haele-Selassi ontdekker van o.a. Ardipithecus Kadabba, Ardipithecus Ramidus en
Yohannes Australopithecus Garhi (samen met T. White – internationaal team)
Hamilton William (Bill) Kin selection (= verwantenselectie) → het delen van voedsel
en ander gunstig gedrag tussen verwante personen, vaak ten
koste van niet familieleden (hoe dichter de mate van
verwantschap, des te waarschijnlijker wordt altruïstisch
gedrag)
Hardy Godfried Hardy-Weinberg wet → wanneer er geen soortvorming is en
een populatie genetisch in evenwicht blijft
Agassiz Louis Natuurtheoloog die het scheppingsverhaal verdedigde en zijn ideeën
baseerde op Cuviers theorie van catastrofisme. Zijn levenswerk werd
volledig overbodig door de conclusies van Darwin ( AL accepteerde de
natuurlijke selectie niet)
Allen Joseph Regel van Allen : aan koude geadapteerde dieren hebben kortere
ledematen (bevorderen warmte vasthouden)
Bergmann Christian Regel van Bergmann (aan koude geadopteerde dieren zijn groter dan
niet aan koude geadopteerde dieren – hoe kouder het klimaat, hoe
groter het lichaam)
uitleg voor dit patroon is dat grotere dieren minder huidoppervlak
hebben in verhouding tot hun lichaamsvolume.
Blumenbach Johann Stichter van de biologische antropologie die ‘vijf’ rassen identificeert.
Hij hanteerde als eerste de term ‘Kaukasisch’.
Boule Marcel Paleo-antropoloog
La Chapelle-aux-Saints – interpreteerde botstructuur van Homo
Neanderthalers als arthritis, maar was fout (geen primitieve
kenmerken maar adaptatie aan koude)
Cavalli-Svorza Luigi Pionier fylogenetische stambomen (genetische boom van
wereldbevolking)
Analyse van 120 allelen in 42 populaties over de hele wereld
→ veeleer dan ‘rassen’ toont deze analyse dat volkeren die
lange tijd samengewoond hebben genetisch net iets meer op
elkaar lijken
Crick Francis Nobelprijs, DNA ontcijferd (functie en structuur)(samen met Watson)
Cuvier Georges Vastberaden tegenstander van het moderne concept van evolutionaire
verandering
Verdedigde het catastrofisme (probeerde evolutie te verenigen met 2de
testament) == vroegere levensvormen werden uitgeroeid door
catastrofes
Darwin Charles Botanist en naturalist
Reis met de HMS Beagle langs de kusten van Zuid-Afrika
(Galapagos eilanden) → On the Origin of Species’ – 3
observaties en 2 deducties
● observatie 1 : Alle organismen hebben het potentieel voor
explosieve groei die hun voedselvoorziening zou overtreffen.
● observatie 2 : Toch blijven populaties vrij stabiel.
○ deductie 1 : Er moet een zekere strijd zijn om te
, overleven.
● observatie 3 : De natuur zit vol van variatie. Zelfs in één
diergroep verschilt elk individu.
○ deductie 2 : Sommige variaties zijn gunstiger dan
andere, in een proces dat we natuurlijke selectie
kunnen noemen.
Darwiniaans model
1. Evolutie
2. Gemeenschappelijke afstamming
3. Vermenigvuldiging van soorten (diversiteit door
vermenigvuldiging, door splitsing in dochtersoorten of door
geografische afscheiding)
4. Gradualisme
5. Natuurlijke selectie
‘In the long history of humankind (and animal kind, too) those
who learned to collaborate and improvise most effectively have
prevailed.’
Jachthypothese → Darwin concludeerde dat bipedalisme de
handen had vrijgemaakt voor het dragen van wapens bij
jagen. (fout – bipedalisme is ouder dan de jacht)
Vroegste mensachtigen komen uit Afrika.
Dawkins Richard Is een wetenschapper die uitlegt hoe onze genen invloed hebben op
ons gedrag en evolutie. Hij zegt dat genen ervoor zorgen dat we
bepaalde eigenschappen hebben, omdat ze willen "overleven" en
doorgegeven worden aan de volgende generatie.
Darth Raymond Taung Child : 3 jaar oud kind : ontdekte als eerste onderzoeker een
Australopithecus Africanus in 1925 maar hij werd niet geloofd.
De Waal Frans primatoloog :
morele emoties, sympathie en wederkerigheid bij
chimpansees → aanwezigheid van zekere vorm van
sympathie en wederkerigheid als voorloper van bezorgdheid
om eerlijkheid en rechtvaardigheid
verzoening bij bonobo’s
Dubois Eugene ontdekker van Pithecanthropus Erectus (= homo erectus)
Dobzhansky = bioloog
Theodosius
Stelde dat evolutie de basis is om alles in de biologie te begrijpen.
Werk liet zien hoe genetica en evolutie samenhangen en hoe soorten
zich aanpassen aan hun omgeving.
evolutie in 3 stappen:
1 biologische kenmerken overgedragen via genen
2 mutaties&gen- combinaties geven variatie
, 3 sommige versies zorgen voor verhoogde fitness (natuurlijke
selectie)
Franklin Rosalind maakte samen met Maurice Wilkins röntgenfoto’s die dienden als
basis voor de structuur van de dubbele helix
Fisher Ronald Polygenentheorie → de belangrijkste individuele
eigenschappen zijn polygenetisch (en in wisselwerking met
elkaar en de omgeving)
● polygenetisch == kenmerken worden door vele genen
beïnvloed (meerdere genen 1 effect)
Fossey Diana pionier primatologie (= studie van niet-menselijke primaten, hun
anatomie, genetica, gedrag en ecologie)
→ bestudeert gedrag van gorilla’s (sociale structuren)
Galton Francis = de grondlegger van de eugenetica (uit angst voor daling van
genetische kwaliteit van de mens) en het concept van erfelijkheid in
menselijke eigenschappen (introduceerde het concept van “nature
versus nurture’).
Onderzocht hoe eigenschappen zoals intelligentie van ouders op
kinderen worden overgedragen en introduceerde methoden voor
statistische analyse van menselijke verschillen.
Goodall Jane pionier primatologie
→ gedragsstudies van niet-menselijke primaten in hun
natuurlijke omgeving (documentatie sociaal gedrag,
samenwerking, agressie)
● materiële cultuur is niet exclusief voor mensen → 3
centrale kenmerken geïdentificeerd over
gereedschapsgebruik van chimpansees
Gould Stephan “punctuated equilibrium” (= onderbroken evenwicht) →
soortvorming omvat lange periodes van stasis onderbroken
door uitbarstingen van verandering
Haeckel Ernst Azië als ‘moederland van de homininen’ (niet Afrika).
Haele-Selassi ontdekker van o.a. Ardipithecus Kadabba, Ardipithecus Ramidus en
Yohannes Australopithecus Garhi (samen met T. White – internationaal team)
Hamilton William (Bill) Kin selection (= verwantenselectie) → het delen van voedsel
en ander gunstig gedrag tussen verwante personen, vaak ten
koste van niet familieleden (hoe dichter de mate van
verwantschap, des te waarschijnlijker wordt altruïstisch
gedrag)
Hardy Godfried Hardy-Weinberg wet → wanneer er geen soortvorming is en
een populatie genetisch in evenwicht blijft
