TAAL
OVERZICHT/SAMENVATTING
LITERATUUR
Daphne Bremer
HAN ALPO/PABO
, Begrippen
Namen
Taal leren op eigen kracht (pp 59-68)
o Praten is de meest directe vorm van talige communicatie
Taal voorziet in de basisbehoefte van de mens: de behoefte om ervaringen te delen met
anderen, om dingen met andere te doen en om grip te krijgen op de wereld.
o Praten bestaat niet zonder luisteren. Van luisteren leer je de taal te begrijpen en als iemand
naar jou luistert leer je of je te begrijpen bent en of je dat kan verbeteren (interactie)
o Actief naar kinderen luisteren, in gesprek met ze gaan dat is allemaal mondelinge taal.
Kerndoelen mondelinge taal
1. Leerlingen weten dat men kan luisteren en spreken met verschillende doelen
2. Inhoud van bedoeling van wat er gezegd wordt begrijpen
3. Vragen stellen
4. Verslag uitbrengen
5. Iets uitleggen
6. Hun ervaringen, mening, waardering of afkeuring weergeven
7. Deelnemen aan een formeel gesprek
o Verkeerde woorden direct goed herhalen
Alleen praten is niet genoeg, door steeds nieuwe bruikbare elementen aan te bieden verbeterd de
mondelinge taal. Taalruimte: De ruimte die een kind krijgt om taal te gebruiken en om taalaanbod
zinvol te verwerken.
o Zowel informele als formele taalsituaties zijn erg belangrijk.
(formele: klassikale les, leergesprek, kringgesprek, taalronde, dramales, groepswerkoverleg)
(informele: gesprek tussen lessen door, praten tijdens maken van opdrachten, tijdens de
pauze)
Voorbeelden van doelen mondelinge taal bij taalvorming:
o Kind vertelt met plezier en zelfvertrouwen
o Kind heeft vertrouwen in eigen taalgebruik
o Kind vraagt door wanneer hij/zij iets niet begrijpt
o Kind kan duidelijk verstaanbaar formuleren
o Kind heeft aandacht voor de persoon die verteld
Mondelinge vaardigheid gaat om: durf, woordenschat, uitspraak, doeltreffend taalgebruik,
gerichtheid op gesprekspartners, experimenteerlust.
o Bij Nederlands als tweede taal is er een gevarieerde mondelinge interactie van belang.
o Kinderen leren verschillende vormen het beste door ze gewoon tegen te komen.
o N2T leren veel van interactie, maar ze moeten kwalitatief en kwantitatief goed zijn.
o Taalrondes over eigen ervaringen bieden de mogelijkheid om op eigen niveau mee te doen.
Redenen waarom kinderen weinig praten:
- Introvert of verlegen
- Voelen zich onzeker op taalgebied
- Verkeren in stille periode (leren nog veel taal door te luisteren)
- Voelen zich niet betrokken bij gespreksonderwerp
- Hebben geleerd dat ze in de aanwezigheid van volwassenen stil moeten zijn
OVERZICHT/SAMENVATTING
LITERATUUR
Daphne Bremer
HAN ALPO/PABO
, Begrippen
Namen
Taal leren op eigen kracht (pp 59-68)
o Praten is de meest directe vorm van talige communicatie
Taal voorziet in de basisbehoefte van de mens: de behoefte om ervaringen te delen met
anderen, om dingen met andere te doen en om grip te krijgen op de wereld.
o Praten bestaat niet zonder luisteren. Van luisteren leer je de taal te begrijpen en als iemand
naar jou luistert leer je of je te begrijpen bent en of je dat kan verbeteren (interactie)
o Actief naar kinderen luisteren, in gesprek met ze gaan dat is allemaal mondelinge taal.
Kerndoelen mondelinge taal
1. Leerlingen weten dat men kan luisteren en spreken met verschillende doelen
2. Inhoud van bedoeling van wat er gezegd wordt begrijpen
3. Vragen stellen
4. Verslag uitbrengen
5. Iets uitleggen
6. Hun ervaringen, mening, waardering of afkeuring weergeven
7. Deelnemen aan een formeel gesprek
o Verkeerde woorden direct goed herhalen
Alleen praten is niet genoeg, door steeds nieuwe bruikbare elementen aan te bieden verbeterd de
mondelinge taal. Taalruimte: De ruimte die een kind krijgt om taal te gebruiken en om taalaanbod
zinvol te verwerken.
o Zowel informele als formele taalsituaties zijn erg belangrijk.
(formele: klassikale les, leergesprek, kringgesprek, taalronde, dramales, groepswerkoverleg)
(informele: gesprek tussen lessen door, praten tijdens maken van opdrachten, tijdens de
pauze)
Voorbeelden van doelen mondelinge taal bij taalvorming:
o Kind vertelt met plezier en zelfvertrouwen
o Kind heeft vertrouwen in eigen taalgebruik
o Kind vraagt door wanneer hij/zij iets niet begrijpt
o Kind kan duidelijk verstaanbaar formuleren
o Kind heeft aandacht voor de persoon die verteld
Mondelinge vaardigheid gaat om: durf, woordenschat, uitspraak, doeltreffend taalgebruik,
gerichtheid op gesprekspartners, experimenteerlust.
o Bij Nederlands als tweede taal is er een gevarieerde mondelinge interactie van belang.
o Kinderen leren verschillende vormen het beste door ze gewoon tegen te komen.
o N2T leren veel van interactie, maar ze moeten kwalitatief en kwantitatief goed zijn.
o Taalrondes over eigen ervaringen bieden de mogelijkheid om op eigen niveau mee te doen.
Redenen waarom kinderen weinig praten:
- Introvert of verlegen
- Voelen zich onzeker op taalgebied
- Verkeren in stille periode (leren nog veel taal door te luisteren)
- Voelen zich niet betrokken bij gespreksonderwerp
- Hebben geleerd dat ze in de aanwezigheid van volwassenen stil moeten zijn