Probleem 5 Imagine this!
Mental representation
Een beeld voor de geest halen van de omgeving of objecten uit de omgeving zonder dat die
informatie fysiek aanwezig is (kennis gedreven proces met kennis uit het lange termijn
geheugen). Wanneer er sensorisch input binnenkomt, geïnterpreteerd wordt en gelinkt
wordt aan het lange termijn geheugen, heet het bottom-up processing, maar als je vanuit je
visuele verbeelding opzoek bent naar iets om de sensorische input te interpreteren, heet het
top-down processing.
Begrijpen van knowledge representation
Introspectionist approach gebruikt een manier van onderzoeken door aan mensen gewoon
te vragen waar ze aan denken en wat ze zich inbeelden bij het benoemen van bijvoorbeeld
een schaakbord. Het probleem hiermee is dat niemand bewust bij deze kennis kan en dus de
zelf-gerapporteerde informatie niet betrouwbaar is.
Rationalist approach probeert logisch te achterhalen hoe mensen kennis representeren.
Hierbij komen twee soorten kennis kijken:
- Declarative knowledge: feitelijke kennis die gecontroleerd kan worden, zoals je verjaardag.
- Procedural knowledge: kennis over hoe iets moet gebeuren, zoals een fietsband
verwisselen.
Er zijn twee manieren waarop knowledge representation wordt onderzocht: via
experimenten in laboratoria (indirecte manier via het observeren van de deelnemers tijdens
een cognitieve taak die kennis representatie vereist) en neuropsychologische studies (1.
observeren hoe het normale brein reageert op cognitieve taken 2. onderzoeken van
tekortkomingen in kennis representatie en vergelijken met brein pathologie).
Woorden of beelden
Kennis kan worden gepresenteerd in woorden of beelden en het is afhankelijk van de kennis
en de context welke vorm het beste werkt. Daarbij komt ook dat de kennis op twee
verschillende manieren kan worden opgeslagen:
1. Analogisch = de kennis wordt in letterlijke vorm (beelden) opgeslagen, dus zoals in
het in de echte wereld ook bestaat met dezelfde kenmerken en geeft dus een
concreet beeld en kan kenmerken simultaan presenteren. De ruimtelijke relatie
tussen het object en de omgeving woord het beste weergegeven in deze vorm (de
kat is onder de tafel).
2. Symbolic representation = de kennis wordt opgeslagen in een abstracte vorm
(woorden) die verder geen relatie heeft met het daadwerkelijke object. Deze vorm
geeft vaak maar een algemeen beeld van het concept en heeft meer woorden nodig
om andere kenmerken te omschrijven en geeft deze kenmerken sequentieel.
Daarnaast moet het woord ook aan bepaalde volgorde regels voldoen in de zin, maar
ook het woord zelf bestaat maar uit één volgorde. De abstracte relatie, zoals
, classificering, wordt in deze vorm het beste weergegeven (kat = dier en tafel =
meubel).
Mental imagery
Visual imagery (algemene situaties)
Men kan mentale representaties maken van dingen die op dat moment niet aanwezig zijn
voor de zintuigen. Het kunnen dingen zijn die we ooit ervaren hebben, dingen uit de wereld
die we nog nooit gezien hebben, maar wel een beeld bij hebben of zelfs dingen die niet eens
bestaan. Over het algemeen komt visuele verbeelding het meeste voor in vergelijking met
andere zintuigen. Dit komt doordat wij beelden van kennis/objecten gebruiken om vragen te
beantwoorden en problemen op te lossen.
Mentale verbeeldingen kunnen helpen bij pijn vermindering, psychologische trauma’s, het
verbeteren van het geheugen (bijvoorbeeld bij mensen met het Downsyndroom) en de
vaardigheid om kennis mentaal te verbeelden van getraind worden: architecten die niet
mochten tekenen in de begin fase van een project deden dit als het ware in hun hoofd.
- Tekortkomingen
o Het is niet mogelijk om de visuele verbeelding te ‘onderzoeken’ voor bepaalde
vormen en dit kan mogelijk komen doordat de verbeelding incompleet is.
o De mentale verbeelding zijn niet werkelijke representaties van wat we fysiek hebben
gezien, maar eerder van hoe en wat wij hebben waargenomen (denk aan onderzoek
moet dubbelzinnige plaatjes).
o Visuele verbeelding wordt vaak verstoord en gestuurd voor de verbale informatie die
erbij wordt gegeven (dubbelzinnige plaatjes met een label).
o Bij het ophalen van een visuele verbeelding is opnieuw interpreteren vaak lastig.
Dual-code theory
Volgens deze theorie gebruikt men zowel woorden als beelden om representatieve
informatie op te slaan in het geheugen. Daar zijn twee codes voor:
- Analogische code: de beelden die we maken van de objecten uit de echte wereld komen
overeen met de echte presentatie van die objecten.
- Symbolische code: woorden zijn symbolisch voor wat het omschrijft en heeft dus niks te
maken met hoe het object er in het echt uit ziet.
o Pavio beweert dat er twee verschillende systemen zijn voor de twee manieren van
coderingen waardoor ze elkaar niet kunnen storen. Dit is bewezen met onderzoeken
waarbij men een visuele taak en een verbale taak moest uitvoeren. Bij 2x visueel of
2x verbaal ging het fout, maar bij 1x visueel en 1x verbaal ging het goed.
Proposistional theory (specifieke situaties)
Volgens deze theorie slaan we informatie niet op in beelden of woorden, maar in een
abstracte vorm die de relatie tussen concepten weergeeft. Deze relatie wordt weergegeven
met een predicate calculus: [relatie tussen elementen] [onderwerp element] [object
element].
Het gebruik van mentale voorstellen gaat als volgt. De informatie wordt niet als beelden of
woorden opgeslagen, maar als een representatie van de relatie. Wanneer deze informatie
Mental representation
Een beeld voor de geest halen van de omgeving of objecten uit de omgeving zonder dat die
informatie fysiek aanwezig is (kennis gedreven proces met kennis uit het lange termijn
geheugen). Wanneer er sensorisch input binnenkomt, geïnterpreteerd wordt en gelinkt
wordt aan het lange termijn geheugen, heet het bottom-up processing, maar als je vanuit je
visuele verbeelding opzoek bent naar iets om de sensorische input te interpreteren, heet het
top-down processing.
Begrijpen van knowledge representation
Introspectionist approach gebruikt een manier van onderzoeken door aan mensen gewoon
te vragen waar ze aan denken en wat ze zich inbeelden bij het benoemen van bijvoorbeeld
een schaakbord. Het probleem hiermee is dat niemand bewust bij deze kennis kan en dus de
zelf-gerapporteerde informatie niet betrouwbaar is.
Rationalist approach probeert logisch te achterhalen hoe mensen kennis representeren.
Hierbij komen twee soorten kennis kijken:
- Declarative knowledge: feitelijke kennis die gecontroleerd kan worden, zoals je verjaardag.
- Procedural knowledge: kennis over hoe iets moet gebeuren, zoals een fietsband
verwisselen.
Er zijn twee manieren waarop knowledge representation wordt onderzocht: via
experimenten in laboratoria (indirecte manier via het observeren van de deelnemers tijdens
een cognitieve taak die kennis representatie vereist) en neuropsychologische studies (1.
observeren hoe het normale brein reageert op cognitieve taken 2. onderzoeken van
tekortkomingen in kennis representatie en vergelijken met brein pathologie).
Woorden of beelden
Kennis kan worden gepresenteerd in woorden of beelden en het is afhankelijk van de kennis
en de context welke vorm het beste werkt. Daarbij komt ook dat de kennis op twee
verschillende manieren kan worden opgeslagen:
1. Analogisch = de kennis wordt in letterlijke vorm (beelden) opgeslagen, dus zoals in
het in de echte wereld ook bestaat met dezelfde kenmerken en geeft dus een
concreet beeld en kan kenmerken simultaan presenteren. De ruimtelijke relatie
tussen het object en de omgeving woord het beste weergegeven in deze vorm (de
kat is onder de tafel).
2. Symbolic representation = de kennis wordt opgeslagen in een abstracte vorm
(woorden) die verder geen relatie heeft met het daadwerkelijke object. Deze vorm
geeft vaak maar een algemeen beeld van het concept en heeft meer woorden nodig
om andere kenmerken te omschrijven en geeft deze kenmerken sequentieel.
Daarnaast moet het woord ook aan bepaalde volgorde regels voldoen in de zin, maar
ook het woord zelf bestaat maar uit één volgorde. De abstracte relatie, zoals
, classificering, wordt in deze vorm het beste weergegeven (kat = dier en tafel =
meubel).
Mental imagery
Visual imagery (algemene situaties)
Men kan mentale representaties maken van dingen die op dat moment niet aanwezig zijn
voor de zintuigen. Het kunnen dingen zijn die we ooit ervaren hebben, dingen uit de wereld
die we nog nooit gezien hebben, maar wel een beeld bij hebben of zelfs dingen die niet eens
bestaan. Over het algemeen komt visuele verbeelding het meeste voor in vergelijking met
andere zintuigen. Dit komt doordat wij beelden van kennis/objecten gebruiken om vragen te
beantwoorden en problemen op te lossen.
Mentale verbeeldingen kunnen helpen bij pijn vermindering, psychologische trauma’s, het
verbeteren van het geheugen (bijvoorbeeld bij mensen met het Downsyndroom) en de
vaardigheid om kennis mentaal te verbeelden van getraind worden: architecten die niet
mochten tekenen in de begin fase van een project deden dit als het ware in hun hoofd.
- Tekortkomingen
o Het is niet mogelijk om de visuele verbeelding te ‘onderzoeken’ voor bepaalde
vormen en dit kan mogelijk komen doordat de verbeelding incompleet is.
o De mentale verbeelding zijn niet werkelijke representaties van wat we fysiek hebben
gezien, maar eerder van hoe en wat wij hebben waargenomen (denk aan onderzoek
moet dubbelzinnige plaatjes).
o Visuele verbeelding wordt vaak verstoord en gestuurd voor de verbale informatie die
erbij wordt gegeven (dubbelzinnige plaatjes met een label).
o Bij het ophalen van een visuele verbeelding is opnieuw interpreteren vaak lastig.
Dual-code theory
Volgens deze theorie gebruikt men zowel woorden als beelden om representatieve
informatie op te slaan in het geheugen. Daar zijn twee codes voor:
- Analogische code: de beelden die we maken van de objecten uit de echte wereld komen
overeen met de echte presentatie van die objecten.
- Symbolische code: woorden zijn symbolisch voor wat het omschrijft en heeft dus niks te
maken met hoe het object er in het echt uit ziet.
o Pavio beweert dat er twee verschillende systemen zijn voor de twee manieren van
coderingen waardoor ze elkaar niet kunnen storen. Dit is bewezen met onderzoeken
waarbij men een visuele taak en een verbale taak moest uitvoeren. Bij 2x visueel of
2x verbaal ging het fout, maar bij 1x visueel en 1x verbaal ging het goed.
Proposistional theory (specifieke situaties)
Volgens deze theorie slaan we informatie niet op in beelden of woorden, maar in een
abstracte vorm die de relatie tussen concepten weergeeft. Deze relatie wordt weergegeven
met een predicate calculus: [relatie tussen elementen] [onderwerp element] [object
element].
Het gebruik van mentale voorstellen gaat als volgt. De informatie wordt niet als beelden of
woorden opgeslagen, maar als een representatie van de relatie. Wanneer deze informatie
