Samenvatting Constructie 3A: hoofdstuk 7 + gastcollege

CONSTRUCTIE 3: HOOFDSTUK 6 DOORBREKINGEN EN INVULELEMENTEN

PROBLEEMSTELLING:
- Gevolgen van opening/doorbreking van een constructie (horizontaal, verticaal, gebogen, hellend)

VRAAGSTELLING:
- Hoe een wand doorbreken en de opening invullen zodat de wand haar uiteenlopende functies blijft
vervullen?
- Hoe een doorbreking maken in een verticale constructie met behoud van stabiliteit?
- Hoe een doorbreking maken in een horizontale constructie met behoud van stabiliteit?
- Hoe een doorbreking maken in een hellende constructie met behoud van stabiliteit?
- Wat is de wisselwerking tussen de wandopbouw en zijn doorbreking (massiefbouw vs.
skeletbouw)?
- Aan welke eisen moet een invulelement voor een buitenwaartse opening voldoen?
- Aan welke eisen moet een invulelement voor een binnenwaartse opening voldoen?
- Hoe is het invulelement opgebouwd opdat ze haar functies zou kunnen vervullen?

- functies van buitenschrijnwerk:
• architectonisch beeld (zware of slanke profielen)
• verlichting (regels, kwaliteit, bruikbaarheid, karakter)
• verluchting in een badkamer, slaapkamer, etc. (epb) (naturlijke luchtafvoer, ventilatie kan
bovenop een raam geplaatst worden of ernaast)
• bescherming tegen weersinvloeden en lawaai (isolatie / afscherming zon)
• bescherming tegen inbraak en diefstal
• veiligheidsfunctie (gehard of gelaagd glas) (cf. glasnorm NBN S23-002)
• toelaten van gemakkelijk onderhoud (PID)


 rubbers ontbreken hier
 schrijnwerk bestaat uit pitch pine (delen van het profiel die
het meest bloot werden gesteld aan weer en wind (vooral
onderregels waar water blijft staan) zijn in een duurzamer
materiaal, dus onderregels in eik (duurzaam materiaal) met
daarrond pitch pine)


 verschillende zaagwijzen:
kwartiers hout: hout dat richting de
kern is gezaagd, is rustiger qua
houttekening (het verschil tussen
gezaagd en gekwartierd ho ut is de
richting van de uitzetting)



 vervangen van schrijnwerk is soms noodzakelijk


37

,- evolutie van buitenschrijnwerk:
• indekschrijnwerk = enkele beglazing, hout heeft geen mogelijkheid vast kader
om uit te zetten (de vleugel ligt op het kader, glas werd niet op zijn
plaats gehouden met een glaslat die langs binnen werd geplaatst,
maar met behulp van een mastiek langs de buitenkant
draait naar
 bij houten schrijnwerk gaat er bij de overgang tussen de vleugel binnen open
en de glaslat een groefje zitten, omdat door de werking van hout
het nooit perfect op elkaar gaat liggen en het men wil accentueren
 waar risico is op waterstagnatie (stilstaand water) wordt het
schrijnwerk afgeschuind (bv. met behulp van een druipgleuf)
hout zet uit onder invloed van
 meeste schrijnwerk dat vandaag de dag gebruikt wordt een wijziging in vochtgehalte



• gelijkliggend schrijnwerk = achterkant ligt gelijk




• opdekschrijnwerk = speling
zodat het profiel kan
uitzetten, afgeronde randen, L-profiel
afkitting met rubber:
o hout: hoeken in hout Z-profiel
worden afgerond, zodat
afwerkingsmaterialen
goed gaan hechten op die
sponning/voegontduiking
afrondingen
o aluminium: er wordt met kamers gewerkt (L-profiel wordt omgedraaid als het glas niet langs
binnen kan worden geplaatst, waardoor het langs buiten moet geplaatst worden)
 polyamide: kunststof dat de warmte beter isoleert
 hoe meer (kunststof) kamers, hoe beter de isolatie




dit is een horizontale snede door dit raam
38

,  snede 




6 cm breed 12 cm breed



 warm edge profiel = aluminium/kunststof profieltje tussen twee glasbladen zodat er minimaal
verlies is van warmte

HERHALING:
- soorten ramen (openingsmogelijkheden):
• vast raam: één kader die niet opengaat
(kruisje of geen kruisje)
• draairaam: een vast kader en de
vleugel hangt in het vast kader 
vleugel gaat open en dicht
o streeplijn: in gevelzicht
draait/beweegt van je weg (naar
binnen)
o volle lijn: in gevelzicht draait naar je
toe (naar buiten)
• kiepraam: openvallend raam  valt altijd naar binnen, want als het naar buiten zou vallen, dan
zou het binnen regenen (is niet inbraakveilig  makkelijk om in te breken)
• draaikiepraam: (combinatie): draairaam en openvallend raam: vast kader en vleugel die kan
opengedraaid worden en op kip gezet kan worden
• uitzetraam: onderste gedeelte dat naar buiten geduwd kan worden
• aor/vliegenraam
• …



39