Samenvatting - Theorie: Manuele therapie bovenste kwadrant

Theorie; manuele therapie bovenste kwadrant
NEKKLACHTEN

1. Kaderen nekklachten – vanuit vooropleiding
1.1. Prevalentie
Onderstaande grafiek geeft de prevalentie weer van nekklachten. Deze grafiek is opgedeeld per leeftijdscategorie.
Mannen en vrouwen worden apart weergegeven.




Let op: Hierbij moet je dus redeneren dat wanneer een kind nekpijn heeft, dit iets uitzonderlijk is. Wanneer hierbij
geen duidelijk oorzaak is (spontaan zonder trauma), mag dit zeker niet te lang duren (zou snel moeten beteren),
want anders toch eens laten onderzoeken.

1.2. Symptomen
Nekklachten is een begrip met een heterogeen spectrum aan symptomen:

- Pijn
- Zwakte
- Vermoeidheid
- Beperkingen ervaren
- Duizeligheid
- Concentratieproblemen
- Hoofdpijn

 Deze symptomen zijn niet te objectiveren via beeldvorming, vandaar het grote belang van een klinisch
onderzoek!




1

,2. Richtlijnen – Classificaties van nekklachten
Casus 1 Casus 2
- Dame 48 jaar - Dame 37 jaar
- Met neklast – bilateraal – uitstralend naar - Met neklast, unilateraal links
beide schouder - Sinds 10 dagen
- Geen uitstraling verder naar de armen - Klacht werd voelbaar na het slapen in de zetel,
- Werkt momenteel in een kledingwinkel, heeft daarbij lag haar hoofd lange tijd in lateroflexie
voordien in de horeca gewerkt naar links
- Als geruime tijd, met wisselend verloop - Bij het wakker worden had ze erg veel pijn.
- Goede en minder goede episodes wisselen Deze is nu al wat minder hevig, maar ze
mekaar af ondervindt toch nog wel een vastzittend gevoel
aan de linkerkant
- Er is geen uitstraling naar de armen



Waarom zijn deze twee patiënten niet hetzelfde

Verschillend is:

- Ontstaansmoment
- Duur van de klacht
- Type van de klacht
- Beloop van de klacht

 De linkse patiënt gaat een andere aanpak nodig hebben als de rechtse patiënt
o Links = meer aandacht aan besteden
o Recht = doenbaar

2.1. Quebec task force
De QTF is de basis van alle classificaties die er bestaan voor nekpijn. De QTF is een multidisciplinaire richtlijn waarbij
er een soort van triage wordt uitgevoerd. Hieraan kunnen later ook onderzoeks- en behandelrichtlijnen aan
gekoppeld worden.




2

,De onderzoeks- en behandeldoelen die hieraan gekoppeld kunnen worden zijn:




Verschil graad 2 en graad 3

Wanneer er over een graad 3 gesproken wordt spreken we over neurogene betrokkenheid, dus over een
radiculopathie. Gerefereerde pijnpatronen behoren dus niet tot graad 3. Deze worden als graad 2 geclassificeerd.

Referred pain




3

, Cervicaal radiculair syndroom

- Diagnose
o Anamnese
o Onderzoek
- Cluster van tests
o Tractie
o Valsalva
o 3D extensie / Spurling
o ULTT
- Neurologisch onderzoek
o Sensibiliteit
o Kenspieren
o Reflexen
- Beeldvorming




Cluster van Rubinstein:

Hoge specificiteit Hoge sensitiviteit
- Spurling test + - ULTT –
- Tractie + - Arm Squeeze test*
- Valsalva +

 Insluiten !  Uitsluiten !


*De onderzoeker knijpt met zijn eigen hand in het midden van de bovenarm van de patiënt: de duim van achteren
op de triceps en de vingers van voren op de biceps. De test werd als positief beschouwd als de score 3 punten of
hoger was op druk op het middelste derde deel van de bovenarm vergeleken met de andere twee gebieden.
Waarschijnlijk komt dit door de compressie van de N. Radialis op dat punt in de bovenarm.

2.2. Neck Pain Guideline
De Neck Pain Guideline bestaat uit 4 componenten:

- Medical screening
- Evaluatie
o Conform ICD en ICF
- Bepalen van condition stage
o Acuut
o Subacuut
o Chronisch
- Bepalen van therapeutische strategie


4