1. Dit is een experiment waarin visuele waarneming een belangrijke rol speelt. De
instructies dragen op om een welbepaalde afstand van de monitor te houden, namelijk …
cm. Waarom zou het van belang zijn om deze afstand constant te houden?
De afstand die men van het scherm moet houden is 60 cm. Dit is, volgens ons, om een storende
variabele onder controle te houden, zodat iedereen hetzelfde kan zien.
2. Surf naar http://elvers.us/perception/visualAngle/va.html Lees de informatie op
deze webpagina (De mathematische formules mag je negeren). Experimenteer met de
twee schuifmaten en tracht goed te begrijpen wat visuele hoek precies betekent.
✔️
3. De geprojecteerde grootte van de kleine stimuli in dit experiment is 2.1 cm, van de
grote 18.2 cm. Surf naar http://elvers.us/perception/visualAngle/index.html Bereken
de visuele hoek voor beide stimulusformaten.
· Klein: 2° 0’ 0.31”
· Groot: 17° 14’ 0.90”
4. Stel dat je een afstand van 30 cm zou aanhouden, hoe groot zou de visuele hoek voor
beide stimulustypes dan zijn? Groter of kleiner? Redeneer en reken na via de link in 3.
· Klein: 4° 0’ 0.54”
· Groot: 33° 44’ 0.92”
5. Elke trial in dit experiment verloopt volgens hetzelfde stramien. Beschrijf nauwkeurig
elke stap in de procedure van een trial. Probeer ook een schatting te maken van hoe lang
stap duurt.
1. Fixatiekruis: 500 ms
2. Stimulus: 150 ms
3. Vraagteken: 1350 ms (maximale responstijd)
4. Feedback reactietijd en nauwkeurigheid: 1500 ms
6. Alle stimuli die in het experiment gebruikt worden, worden aangeboden in het
oefenblok. Het zijn er in totaal acht verschillende. Tracht (schematisch) de acht
verschillende stimuli te tekenen (nb.: je kan dit doen obv. redenering, het is niet nodig
deze rechtstreeks “over te tekenen”).
Alle vier werden ze zowel groot als klein weergegeven.
7. Het experiment bestaat uit drie blokken. Beschrijf nauwkeurig hoe de drie blokken
van elkaar verschillen. Wat denk je dat de invloed is van de verschillende instructies in
de twee experimentele blokken?
Oefenblok:
Acht trials met één van elk trial type (van de verschillende stimuli telkens één keer)
De proefpersonen kunnen zo wennen aan de opzet van de verschillende trials
2 experimentele blokken:
Globaal:
Proefpersonen moeten naar het globale beeld kijken (grote “C” bestaande uit
kleine o’s). Zo kan men nagaan hoeveel tijd mensen, a.d.h.v. het globale
beeld, nodig hebben om waar te nemen waar de opening van de “C” is en te
reageren.
, Lokaal:
Proefpersonen moeten hier naar het lokale kijken (grote “O” bestaande uit
kleine c’s). Zo kan men nagaan hoeveel tijd mensen, a.d.h.v. het lokale beeld,
nodig hebben om waar te nemen waar de opening van de kleine “C” is en te
reageren.
8. Waarom wordt er voor elke trial een fixatiekruis aangeboden?
Zodat de proefpersoon zich hierop kan fixeren en zo dus ook weet waar de stimulus zal
verschijnen.
9. Wat zijn de afhankelijke en onafhankelijke variabelen?
Afhankelijke variabelen: Reactietijd van de correcte responsen
Onafhankelijke variabelen:
• Links of rechtse oriëntatie van de “C”
• Groot of klein
• C die bestaat uit o’s (→ globale conditie)
• O die bestaat uit c’s (→ lokale conditie)
10. Wat denk je dat de onderzoekers met dit experiment zouden willen aantonen?
Dat mensen sneller het globale beeld zullen waarnemen en verwerken dan de details.
11. Vertaal (10) in concrete hypotheses.
H0: De reactietijd van de proefpersonen ligt lager bij de globale stimuli dan bij de lokale stimuli
Ha: Er is geen verschil in reactietijd van de proefpersonen tussen de globale en lokale stimuli