encyclopedische kennis. De grijze kaders zijn bedoeld als duiding en inleiding bij
de hoofstukken. Een paar voorbeelden van mogelijke vragen:
Kim en Mauborgne leggen in hun boek uit dat een blue ocean strategie een
strategie is waarbij
1. Een radicale innovatie geïmplementeerd wordt
2. Veel financiële middelen opgehaald worden, liefst bij venture capitalists
3. Een kostenreductie gecombineerd wordt met een differentiatie-
strategie
En dus NIET:
Kim en Mauborgne zijn de auteurs van
1. Theory of the firm
2. Blue Ocean Strategy
3. Too Big to Fail
Wel vragen in de zin van:
De senseo-machine is een voorbeeld van een
1. Radicale innovatie: helemaal nieuw en verschillend van alle eerdere
producten
2. Business model innovatie: producten gaan nieuwe levens leiden
3. Competentievernietigende innovatie: betekent de ondergang van een
ander product
4. Incrementele innovatie: product een beetje anders bv. cola -> cola zero
En dus NIET:
Steinway beschikt over
1. 20 patenten
2. 50 patenten
3. 120 patenten
4. Geen patenten
Examenvragen 2010
Filantropisch = liefdadig, menslievend
1. Lean operations = JIT-management
- verspilling tegengaan
- iedereen betrekken
- permanente verbetering
2. Welke stelling is juist?
- De broers McDonalds hebben de (duurdere) fastfoodrestaurants ge-exploiteerd.
- De elektrische auto is goed ge-exploreerd, slecht ge-exploiteerd.
- (twee andere zijn sowieso fout)
Exploreren: onderzoeken
, Exploiteren: gebruiken
3. Waar waarschuwt iemand voor die zegt: “Voor wie geen doelen heeft, is elk
pad gunstig”?
- Leg meer nadruk op effectiviteit
- Leg meer nadruk op efficiëntie
- Zoek een evenwicht tussen effectiviteit en efficiëntie
-…
Examenvragen bedrijfskunde 2011 (1e zit)
1. Sex and the City. Saaie film, veel hype, recepties, interviews, … , women only
kortingen. Welke van de 4 P’s komt niet voor?
-Product
-Plaats
-Promotie
-Prijs
2. Walmarkt betaalt slecht en is goedkoop. Publix betaalt goed, heeft goede
diverse producten en vriendelijk personeel.
- Walmarkt is kostenleider, Publix is differentiator.
Kostenleider: procesinnovatie
Differentiator: productinnovatie
3. We zoeken een transformationele leider. Wie nemen we in dienst? (gevolgd
door 4 persoonbeschrijvingen)
- iem met CHARISMA, zonder ‘groot ego’
- iemand die de touwtjes in handen heeft
- iemand die alles volgt en bijstuurt
- iemand die niet buiten de normen wil werken
Transformationeel: radicaler dan verandering, geen weg terug
4. Wat is het Christenen paradox?
- management is zodanig goed dat de werknemers niet innovatief kunnen zijn,
daarom is het eigenlijk slecht.
“companies fail, management is excellent. Forced by customer demands and
competitive pressures”
5. De stichters van Ben and Jerry’s wouden oorspronkelijk bagels verkopen maar
hadden daar niet de geode middelen voor, uiteindelijk zijn ze begonnen met de
verkoop van ijscrème. Wat kan je met zekerheid zeggen over deze uitvinders?
- ze willen niet voor een baas werken
- ze willen absoluut verkopers worden
6. Als een persoon niet goed genoeg functioneert op de werkvloer wordt deze
ontslagen. Welk mensbeeld kan je hierin zien?
- economisch mensbeeld: niet tussen 2 personen kiezen, ook al ben je niet ‘de
beste’ toch mag je nog blijven werken zolang je marginale bijdrage groter is dan
je marginale kosten
- Darwinistisch mensbeeld: wet van de sterkste = kiezen tussen 2 personen
- Tayloristisch mensbeeld
- sociaal mensbeeld