SPORTKINESITHERAPIE 2
2ste master revalidatiewetenschappen en
kinesitherapie – Universiteit Antwerpen
,
,ANTERIEURE KNIEPIJN:
PATELLOFEMORALE PIJN
1. Inleiding
‘Knie niet voorbij de tenen’ → waarom wel/niet?
‘Knie zwaait naar binnen of naar buiten’
GOEDE DIFFERENTIAALDIAGNOSE VOOR ANTERIEURE KNIEPIJN!
- Patellofemorale pijn
- Patellapeestendinopathie
- Osgood-Schlatter
- Quadricepstendinopathie
- Mediale plica
- Intra-articulaire hydrops
- Bursitis
- …
CORRECT BEWEGEN?!
- Screening: functional movement screen, spartanova…
o Kunnen een indicatie geven, maar niet definitieve uitsluiting/insluiting
- Squat – sprongen
o Squat: knie mag niet voorbij tenen
o Bij sprong: knie gaat automatisch voorbij tenen (sportspecifiek!), net zoals bij joggen
Knie mag voorbij de tenen
Indien niet voorbij tenen, dan zal patiënt nooit de load tolerance hebben die nodig is
2. Anatomie
Meeste problemen tussen patella en femur, tibia zit hier niet bij
Fat pad van Hoffa niet vergeten!
Beweging van patella
- Normaal gezien enkel volgens de lengte-as in de trochlea femoris
- Systeem te vergelijken met touw die door katrol gaat
1
, Risicofactor: afgevlakte trochlea
- Normaal: hoek van 138° ± 6°
- Grotere hoek = trochlea dyspasie → kans op subluxatie groter
- Knieflexie: patella heeft grootste contactoppervlak met femur
- Knie-extensie: patella heeft minste contactoppervlak met femur
3. Diagnose – anamnese
3.1 Voorkomen van patellofemorale pijn
- Komt voor over de gehele populatie (life-time incidentie = 25%)
- Hogere incidentie bij
o Atleten met (een plotse?) hoge belasting
o Militairen (incidentie 37%)
o Geen link met sedentair gedrag!: wel met plotse start van sporten na tijd van sedentair
gedrag ‘boom-bust’
- Ook vaak als complicatie na (knie)operatie (vb. ACL-reconstructie)
- Meer dan 50% patiënten bereikt niet de gewenste uitkomst na 5-8 jaar
3.2 Diagnose PFP
- Niet één specifieke test om PFP te diagnosticeren
- Diagnose voornamelijk gemaakt op basis van exclusie, gebruikmakend van anamnese,
(blessure)geschiedenis, beeldvorming om te differentiëren met andere pathologieën die
mogelijks ‘retropatellaire kniepijn’ geven
3.3 Belangrijke differentiaaldiagnose met
Infrapatellair fat pad impingement
- Eerder na acuut ‘contact/trauma’ (hyperextensie) → hypertrofisch
- Chronisch: ligamentaire laxiteit hyperextensie
- Typisch: jonge meisjes met hyperextensie
Bv. obese-hypermobiele tiener vs. senior ultraloper
Anamnese!
- Wanneer heb je de meeste klachten? (= provocatie)
o Biomechanica
- Wanneer zijn je klachten begonnen?
o Loadmanagement
- Wat denkt u dat het probleem is?
o Educatie
2
2ste master revalidatiewetenschappen en
kinesitherapie – Universiteit Antwerpen
,
,ANTERIEURE KNIEPIJN:
PATELLOFEMORALE PIJN
1. Inleiding
‘Knie niet voorbij de tenen’ → waarom wel/niet?
‘Knie zwaait naar binnen of naar buiten’
GOEDE DIFFERENTIAALDIAGNOSE VOOR ANTERIEURE KNIEPIJN!
- Patellofemorale pijn
- Patellapeestendinopathie
- Osgood-Schlatter
- Quadricepstendinopathie
- Mediale plica
- Intra-articulaire hydrops
- Bursitis
- …
CORRECT BEWEGEN?!
- Screening: functional movement screen, spartanova…
o Kunnen een indicatie geven, maar niet definitieve uitsluiting/insluiting
- Squat – sprongen
o Squat: knie mag niet voorbij tenen
o Bij sprong: knie gaat automatisch voorbij tenen (sportspecifiek!), net zoals bij joggen
Knie mag voorbij de tenen
Indien niet voorbij tenen, dan zal patiënt nooit de load tolerance hebben die nodig is
2. Anatomie
Meeste problemen tussen patella en femur, tibia zit hier niet bij
Fat pad van Hoffa niet vergeten!
Beweging van patella
- Normaal gezien enkel volgens de lengte-as in de trochlea femoris
- Systeem te vergelijken met touw die door katrol gaat
1
, Risicofactor: afgevlakte trochlea
- Normaal: hoek van 138° ± 6°
- Grotere hoek = trochlea dyspasie → kans op subluxatie groter
- Knieflexie: patella heeft grootste contactoppervlak met femur
- Knie-extensie: patella heeft minste contactoppervlak met femur
3. Diagnose – anamnese
3.1 Voorkomen van patellofemorale pijn
- Komt voor over de gehele populatie (life-time incidentie = 25%)
- Hogere incidentie bij
o Atleten met (een plotse?) hoge belasting
o Militairen (incidentie 37%)
o Geen link met sedentair gedrag!: wel met plotse start van sporten na tijd van sedentair
gedrag ‘boom-bust’
- Ook vaak als complicatie na (knie)operatie (vb. ACL-reconstructie)
- Meer dan 50% patiënten bereikt niet de gewenste uitkomst na 5-8 jaar
3.2 Diagnose PFP
- Niet één specifieke test om PFP te diagnosticeren
- Diagnose voornamelijk gemaakt op basis van exclusie, gebruikmakend van anamnese,
(blessure)geschiedenis, beeldvorming om te differentiëren met andere pathologieën die
mogelijks ‘retropatellaire kniepijn’ geven
3.3 Belangrijke differentiaaldiagnose met
Infrapatellair fat pad impingement
- Eerder na acuut ‘contact/trauma’ (hyperextensie) → hypertrofisch
- Chronisch: ligamentaire laxiteit hyperextensie
- Typisch: jonge meisjes met hyperextensie
Bv. obese-hypermobiele tiener vs. senior ultraloper
Anamnese!
- Wanneer heb je de meeste klachten? (= provocatie)
o Biomechanica
- Wanneer zijn je klachten begonnen?
o Loadmanagement
- Wat denkt u dat het probleem is?
o Educatie
2