BANK-EN FINANCIEWEZEN: JUNI 2023
DEEL 1
HOOFDSTUK 1: de bankbalans
De bankbalans:
ACTIVA PASSIVA
= bestedingen = werkmiddelen
Vaste activa: Eigen vermogen:*
- Materieel, MVA = middelen die volledig en onvoorwaardelijk ter
- Financieel, FVA beschikking staan van de bank, buffer
- Oprichtingskosten en IVA
Wettelijk minimum bankfaling tegengaan
Effectenportefeuille: Achtergestelde schulden:
= effecten waarin de bank haar opbrengsten Bij faillissement, terugbetaling volgorde:
belegt:
- Overheidspapier (staatsbon, 1. Andere schulden
schatkistcertificaat, OLO) 2. Achtergestelde schulden
- Aandelen 3. Aandelen
- Obligaties
Kredieten: Deposito’s:
= leningen gegeven door de bank: = geld geplaatst bij bank
- Aan particulieren:
Hypothecair krediet - Zichtdeposito
consumentenkrediet - Termijndeposito
- Aan bedrijven: - Spaardeposito
kaskrediet
investeringskrediet
- Aan overheden:*
Banklening
Kasgelden: In schuldbewijzen belichaamde schulden:
= geld of liquide middelen die banken kunnen = door de bank uitgegeven effecten
inzetten bij opvraging van deposito’s - Kasbon en kapitalisatiebon
- Obligatie
Wettelijk minimum bankfaling tegen te gaan - Depositobewijs
Interbankvorderingen: Interbankschulden:
= bedragen die bank tegoed heeft van andere = bedragen die bank verschuldigd is aan andere
financiële instellingen financiële instellingen
*Leningen aan de overheid op 2 manieren:
1. via overheidspapieren geboekt onder effectenportefeuille
2. via bankleningen geboekt onder kredieten
*verhouding EV/VV banken < EV/VV ondernemingen
,Opmerkingen bij de bankbalans:
Verschil balans bank <-> gewone onderneming door INTERMEDIATIEFUCTIE:
BANK ONDERNEMING
Aan Voornamelijk kredieten Voornamelijk investeringen in vaste
ACTIEFZIJD activa en werkkapitaal
E
Aan Voornamelijk deposito’s = vreemd Voornamelijk EV en schulden aan
PASSIEFZIJD vermogen banken, leveranciers, beleggers
E
EV/VV groter
EV/VV kleiner
Ook BUITENBALANSACTIVITEITEN:
- Beleggingsadvies
- Effectisering
- Beheer van beleggingsfondsen
Sommige banken doen ook aan VERZEKERINGSDIENSTEN
Bv Belfius, KBC
HOOFDSTUK 2: kennismaking met methoden van interestberekening en diverse financiële
producten:
Waarom interest betalen? Geld hangt af van tijd:
- Inflatie
- Reële interest = vergoeding voor derving van consumptie en opbrengsten op alternatieve
investeringen
→ Interestvoet meestal positief
Interest I is afhankelijk van:
- V0 = grootte kapitaal
- i = rentevoet = interestvergoeding per kapitaaleenheid en per beleggingsperiode
- n = beleggingsperioden
Wijze van interestberekening:
- enkelvoudig
- samengesteld
actuele waarde en slotwaarde
- actuele waarde = V0
- slotwaarde = Vn
→ = oprenten
← = actualiseren
,Enkelvoudige en samengestelde interestberekeningen:
Enkelvoudige interestberekening:
Enkelvoudige interestberekening:
I = V0 ∙ i
Vn = V0 + V0 ∙ i ∙ n = V0 (1+ i ∙ n)
Praktijkvoorbeelden van enkelvoudige interestberekening:
- zichtdeposito’s
- termijnrekeningen = geld dat men kan deponeren dat gedurende een bepaalde periode rendeert
o vaste rentevoet over vaste periode
o renteverrekening gebeurt jaarlijks of op vervaldag
o RV te betalen op verworven interest (30%)
inetto = ibruto ∙ (1-RV)
- Spaardeposito:
o Gereglementeerd
o hoogrentend
spaardeposito's
gereglementeerde hoogrentende
- min en max rente ligt wettelijk
vast*: - geen RV vrijstelling
-> basisrente - hogere bruto interestvoet
-> getrouwheidspremie - geen max basisrente
- geen RV tot eerste schijf - tegoeden vallen onder
interesten (2022: 980 EUR, depositogarantiestelsel
daarna 15% RV)
- tegoeden onder
depositogarantiestelsel
*Rente gereglementeerd spaarboekje:
- Basisrente: verworven ongeacht spaartermijn, maximum wettelijk bepaald door Koninklijk
Besluit
- Getrouwheidspremie: voorwaarden:
o Nooit meer dan 50% van de maximum basisrente
o Minimum 25% van de aangeboden basisrente
o voor bedragen die minimum 12 maanden op rekening staan
, Samengestelde interestberekening:
Samengestelde interestberekening:
Vn = V0 ∙ (1 + i)n
I = Vn – V0 = V0 ∙ (1 + i)n – V0 = V0 ∙ ((1+i)n – 1)
Oprenten : ∙ (1 + i)
Actualiseren: ∙ 1/(1+i)
Praktijkvoorbeelden van samengestelde interestberekening:
- kasbons en kapitalisatiebons:
= schuldvordering uitgegeven door banken
o vooraf bepaalde looptijd en rentevoet
o doorheen periode: coupons krijgen rente
o vervaldag: coupon + nominale waarde
o instrumenten staan op de effectenrekening, of zijn op naam
o verschil ligt in RV:
kasbon: tussentijdse RV
kapitalisatiebon: RV op einde looptijd
! kapitalisatiebon is voordeliger!
- Tak 21 spaarverzekering:
o In de vorm van een levensverzekering
o Al dan niet vaste vervaldag
o Minimuminleg
o Op vervaldag gestort bedrag + interest terugbetaald
o Geen RV als bedragen 8 jaar opstaan
Verband: effectief <-> nominaal
( )
m
i (m)
1+i= 1+
m
i(m) = schijnbare of nominale jaarlijkse interestvoet
i(m)/m = effectieve interestvoet per deelperiode
m = deelperiodes
Slotwaarde, actuele waarde met meerdere kapitalisaties
(( ))
m n
i(m)
V n=V 0 ∙ 1+
m
Continue interestberekening: m = oneindig
Aantal kapitalisaties (m): oneindig groot
Continue interestberekening:
i (m )∙ n
V n=V 0 ∙ e
1+i=e i (m )
DEEL 1
HOOFDSTUK 1: de bankbalans
De bankbalans:
ACTIVA PASSIVA
= bestedingen = werkmiddelen
Vaste activa: Eigen vermogen:*
- Materieel, MVA = middelen die volledig en onvoorwaardelijk ter
- Financieel, FVA beschikking staan van de bank, buffer
- Oprichtingskosten en IVA
Wettelijk minimum bankfaling tegengaan
Effectenportefeuille: Achtergestelde schulden:
= effecten waarin de bank haar opbrengsten Bij faillissement, terugbetaling volgorde:
belegt:
- Overheidspapier (staatsbon, 1. Andere schulden
schatkistcertificaat, OLO) 2. Achtergestelde schulden
- Aandelen 3. Aandelen
- Obligaties
Kredieten: Deposito’s:
= leningen gegeven door de bank: = geld geplaatst bij bank
- Aan particulieren:
Hypothecair krediet - Zichtdeposito
consumentenkrediet - Termijndeposito
- Aan bedrijven: - Spaardeposito
kaskrediet
investeringskrediet
- Aan overheden:*
Banklening
Kasgelden: In schuldbewijzen belichaamde schulden:
= geld of liquide middelen die banken kunnen = door de bank uitgegeven effecten
inzetten bij opvraging van deposito’s - Kasbon en kapitalisatiebon
- Obligatie
Wettelijk minimum bankfaling tegen te gaan - Depositobewijs
Interbankvorderingen: Interbankschulden:
= bedragen die bank tegoed heeft van andere = bedragen die bank verschuldigd is aan andere
financiële instellingen financiële instellingen
*Leningen aan de overheid op 2 manieren:
1. via overheidspapieren geboekt onder effectenportefeuille
2. via bankleningen geboekt onder kredieten
*verhouding EV/VV banken < EV/VV ondernemingen
,Opmerkingen bij de bankbalans:
Verschil balans bank <-> gewone onderneming door INTERMEDIATIEFUCTIE:
BANK ONDERNEMING
Aan Voornamelijk kredieten Voornamelijk investeringen in vaste
ACTIEFZIJD activa en werkkapitaal
E
Aan Voornamelijk deposito’s = vreemd Voornamelijk EV en schulden aan
PASSIEFZIJD vermogen banken, leveranciers, beleggers
E
EV/VV groter
EV/VV kleiner
Ook BUITENBALANSACTIVITEITEN:
- Beleggingsadvies
- Effectisering
- Beheer van beleggingsfondsen
Sommige banken doen ook aan VERZEKERINGSDIENSTEN
Bv Belfius, KBC
HOOFDSTUK 2: kennismaking met methoden van interestberekening en diverse financiële
producten:
Waarom interest betalen? Geld hangt af van tijd:
- Inflatie
- Reële interest = vergoeding voor derving van consumptie en opbrengsten op alternatieve
investeringen
→ Interestvoet meestal positief
Interest I is afhankelijk van:
- V0 = grootte kapitaal
- i = rentevoet = interestvergoeding per kapitaaleenheid en per beleggingsperiode
- n = beleggingsperioden
Wijze van interestberekening:
- enkelvoudig
- samengesteld
actuele waarde en slotwaarde
- actuele waarde = V0
- slotwaarde = Vn
→ = oprenten
← = actualiseren
,Enkelvoudige en samengestelde interestberekeningen:
Enkelvoudige interestberekening:
Enkelvoudige interestberekening:
I = V0 ∙ i
Vn = V0 + V0 ∙ i ∙ n = V0 (1+ i ∙ n)
Praktijkvoorbeelden van enkelvoudige interestberekening:
- zichtdeposito’s
- termijnrekeningen = geld dat men kan deponeren dat gedurende een bepaalde periode rendeert
o vaste rentevoet over vaste periode
o renteverrekening gebeurt jaarlijks of op vervaldag
o RV te betalen op verworven interest (30%)
inetto = ibruto ∙ (1-RV)
- Spaardeposito:
o Gereglementeerd
o hoogrentend
spaardeposito's
gereglementeerde hoogrentende
- min en max rente ligt wettelijk
vast*: - geen RV vrijstelling
-> basisrente - hogere bruto interestvoet
-> getrouwheidspremie - geen max basisrente
- geen RV tot eerste schijf - tegoeden vallen onder
interesten (2022: 980 EUR, depositogarantiestelsel
daarna 15% RV)
- tegoeden onder
depositogarantiestelsel
*Rente gereglementeerd spaarboekje:
- Basisrente: verworven ongeacht spaartermijn, maximum wettelijk bepaald door Koninklijk
Besluit
- Getrouwheidspremie: voorwaarden:
o Nooit meer dan 50% van de maximum basisrente
o Minimum 25% van de aangeboden basisrente
o voor bedragen die minimum 12 maanden op rekening staan
, Samengestelde interestberekening:
Samengestelde interestberekening:
Vn = V0 ∙ (1 + i)n
I = Vn – V0 = V0 ∙ (1 + i)n – V0 = V0 ∙ ((1+i)n – 1)
Oprenten : ∙ (1 + i)
Actualiseren: ∙ 1/(1+i)
Praktijkvoorbeelden van samengestelde interestberekening:
- kasbons en kapitalisatiebons:
= schuldvordering uitgegeven door banken
o vooraf bepaalde looptijd en rentevoet
o doorheen periode: coupons krijgen rente
o vervaldag: coupon + nominale waarde
o instrumenten staan op de effectenrekening, of zijn op naam
o verschil ligt in RV:
kasbon: tussentijdse RV
kapitalisatiebon: RV op einde looptijd
! kapitalisatiebon is voordeliger!
- Tak 21 spaarverzekering:
o In de vorm van een levensverzekering
o Al dan niet vaste vervaldag
o Minimuminleg
o Op vervaldag gestort bedrag + interest terugbetaald
o Geen RV als bedragen 8 jaar opstaan
Verband: effectief <-> nominaal
( )
m
i (m)
1+i= 1+
m
i(m) = schijnbare of nominale jaarlijkse interestvoet
i(m)/m = effectieve interestvoet per deelperiode
m = deelperiodes
Slotwaarde, actuele waarde met meerdere kapitalisaties
(( ))
m n
i(m)
V n=V 0 ∙ 1+
m
Continue interestberekening: m = oneindig
Aantal kapitalisaties (m): oneindig groot
Continue interestberekening:
i (m )∙ n
V n=V 0 ∙ e
1+i=e i (m )