Oefen toetst minor complexe zorg – high care
112-melding (6 vragen)
1. In welke situate is het toepassen van ATLS het meeste op zijn plaats?
a. wanneer er drie traumapatinten tegelijkertjd worden binnengebracht
b. als er bij een patint een laparotomie moet worden uitgevoerd
c. wanneer er overdracht plaatsvindt van de ambulance naar de SEH (spoedeisende hulp)
d. bij het achterhalen van de anamnesegegevens van een patint
extra informatee ATLS is speciaal voor artsen geschreven. Hierbij staat de ABCDE voorop. Ook al wordt er een
traumapatint binnen gebracht dan geld dit protocol nog steeds (maar ook voor niet trauma patinten).
2. Met behulp van de overdrachtsmethode MIST wordt een vooraankondiging gedaan richtng de SEH.
"Meneer Verstegen heef letsel opgelopen als gevolg van een val van grote hoogte (+/- 3 meter)."
Waar vallen deze gegevens onder?
a. mechanism of injury
b. injuries
c. signs
d. treatment
3. Op welke complicate moet je bedacht zijn bij het immobiliseren van een traumapatint ter plaatse?
a. epileptsche insulten
b. hypotensie
c. verlaagde intracraniile druk
d. decubitus
4. Tijdens een glijpartj in de badkamer loopt een oudere vrouw een dijbeenbreuk en een spierscheuring op.
De ambulance wordt opgeroepen.
Hoe worden de letsels beschreven?
a. fractuur en ruptuur
b. Luxate en contusie
c. Luxate en distorsie
d. Fractuur en distorsie
extra informate
o fractuur = gehele of gedeeltelijke breuk van een of meer beenderen
o ruptuur = verscheuring of inscheuring van weefsel.
o luxate = ontwrichtng of dislocate is het uit de kom schieten van een gewricht.
o distorsie = verstuiking
5. Een kindje heeft bij een val uit een boomt een beenfractuur opgelopen. Het botvlies is nog intact.
Om wat voor een soort breuk gaat het hier?
a. compressiefractuur
b. greenstck fractuur
c. comminuteve fractuur
d. avulsiefractuur
extra informate
o compressiefractuur = een botbreuk die voorkomt in bijvoorbeeld een wervelt als deze nog niet gehard is. Het
bot wordt als ware in elkaar gedrukt
o greenstck fractuur = (=twijgbreuk)e incomplete fractuur waarbij een buiging van het bot plaatsvindt
(cortexonderbreking aan één zijde) Deze fracturen worden m.n. gezien bij de distale radius en ulna
o communiteve fractuur = fractuur bestaande uit > 2 botragmenten
o avulsiefractuur = fractuur ter plaatse van een peesaanhechtng. Hierbij wordt het stuk bot bij de
aanhechtngsplek losgetrokken door de pees/spier (teveel trekkracht op het bot)
6. Hoe zou je het bedrijfsopvangteam (BOT) het beste kunnen omschrijven?
a. een vorm van intercollegiale ondersteuning
b. diagnostsch orgaan voor postraumatsche stressstoornissen
c. onderzoeksorgaan
, Oefen toetst minor complexe zorg – high care
Spoedeisende hulp (8 vragen)
7. Je hebt een 18-jarige vrouw in zorg en bent ongerust over haar condite. Je moet haar aanspreken om
een reacte te verkrijgen en de afgelopen vier uur heef zij geen urineproducte gehad. Je meet de
volgende waardene RRe 130/70 Pe 48/min. AHe 16/min. SATe 97% zonder O2-toediening Te 37t4 C
Op hoeveel punten kom je uit wanneer je de
EWS-kaart hanteert?
a. 3 punten
b. 4 punten
c. 5 punten
d. 6 punten
1 punt voor de polst 1 punt voor de ademhalingt 1
punt voor reacte op aansprekent 1 punt extra voor
ongerustheid en 1 punt voor geen urine producte
de afgelopen 4 uur.
8. Er wordt een patint met borstletsel
binnengebracht op de spoedeisende hulp. De
vrouw is hevig benauwd. Ter hoogte van de
borst zie je subcutaan emfyseem. De X-thorax
laat zien dat door de opbouwende druk in de
thorax belangrijke structuren zijn verplaatst
naar de gezonde long. De situate is
levensbedreigend. Er moet direct worden gehandeld.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
a. fladderthorax = het ritmisch bewegen van een deel van de borstkas wand. Hierbij zijn de bewegingen
tegengesteld aan de normale bewegingen die de thorax maakt bij de ademhalingscyclus
b. massale hematothorax = Een abnormale ophoping van bloed in de pleuraholte
c. open pneumothorax = lucht van buiten af wat in de borstkast komt
d. spanningspneumothorax = een aandoening waarbij er zich een toenemende hoeveelheid lucht in de
pleuraholte ophoopt. Er is een lek ontstaan waardoor de lucht alleen naar binnen kan en niet meer naar buiten.
Dit veroorzaakt een grote druk in de pleuraholtet met als gevolg dat de long- en hartuncte ernstg vermindert.
9. Binnen welk tjdsbestek moet iemand met kleurcode rood (U0) van het Nederlandse Triage Standaard
(NTS) geholpen worden?
a. Onmiddellijk
b. binnen één uur
c. binnen één etmaal
d. volgende werkdag
10. Welke uitspraak over farmacologische pijnbestrijding bij traumapatinten is correct?
a. Toediening van pijnmedicate moet altjd oplopend zijnt ofewel voorzichtg beginnen
b. patinten onder invloed (drankt drugs) vormen een uitzondering op de regele "verdient adeq uate
pijnbehandeling."
c. Pijnstlling bij traumapatinten start met NSAID's volgens de analgetsche pijnladder
d. Paracetamol is efectef als aanvulling op opioïde analgetca
11. Onder de vitale functes worden de belangrijkste functes in het lichaam verstaant die essenteel zijn voor
behoud van het leven.
Wat behoort tot het rijtje van de belangrijkste vitale functes?
a. bewustzijn
b. spijsvertering
c. zintuiglijk systeem
d. voortplantng
112-melding (6 vragen)
1. In welke situate is het toepassen van ATLS het meeste op zijn plaats?
a. wanneer er drie traumapatinten tegelijkertjd worden binnengebracht
b. als er bij een patint een laparotomie moet worden uitgevoerd
c. wanneer er overdracht plaatsvindt van de ambulance naar de SEH (spoedeisende hulp)
d. bij het achterhalen van de anamnesegegevens van een patint
extra informatee ATLS is speciaal voor artsen geschreven. Hierbij staat de ABCDE voorop. Ook al wordt er een
traumapatint binnen gebracht dan geld dit protocol nog steeds (maar ook voor niet trauma patinten).
2. Met behulp van de overdrachtsmethode MIST wordt een vooraankondiging gedaan richtng de SEH.
"Meneer Verstegen heef letsel opgelopen als gevolg van een val van grote hoogte (+/- 3 meter)."
Waar vallen deze gegevens onder?
a. mechanism of injury
b. injuries
c. signs
d. treatment
3. Op welke complicate moet je bedacht zijn bij het immobiliseren van een traumapatint ter plaatse?
a. epileptsche insulten
b. hypotensie
c. verlaagde intracraniile druk
d. decubitus
4. Tijdens een glijpartj in de badkamer loopt een oudere vrouw een dijbeenbreuk en een spierscheuring op.
De ambulance wordt opgeroepen.
Hoe worden de letsels beschreven?
a. fractuur en ruptuur
b. Luxate en contusie
c. Luxate en distorsie
d. Fractuur en distorsie
extra informate
o fractuur = gehele of gedeeltelijke breuk van een of meer beenderen
o ruptuur = verscheuring of inscheuring van weefsel.
o luxate = ontwrichtng of dislocate is het uit de kom schieten van een gewricht.
o distorsie = verstuiking
5. Een kindje heeft bij een val uit een boomt een beenfractuur opgelopen. Het botvlies is nog intact.
Om wat voor een soort breuk gaat het hier?
a. compressiefractuur
b. greenstck fractuur
c. comminuteve fractuur
d. avulsiefractuur
extra informate
o compressiefractuur = een botbreuk die voorkomt in bijvoorbeeld een wervelt als deze nog niet gehard is. Het
bot wordt als ware in elkaar gedrukt
o greenstck fractuur = (=twijgbreuk)e incomplete fractuur waarbij een buiging van het bot plaatsvindt
(cortexonderbreking aan één zijde) Deze fracturen worden m.n. gezien bij de distale radius en ulna
o communiteve fractuur = fractuur bestaande uit > 2 botragmenten
o avulsiefractuur = fractuur ter plaatse van een peesaanhechtng. Hierbij wordt het stuk bot bij de
aanhechtngsplek losgetrokken door de pees/spier (teveel trekkracht op het bot)
6. Hoe zou je het bedrijfsopvangteam (BOT) het beste kunnen omschrijven?
a. een vorm van intercollegiale ondersteuning
b. diagnostsch orgaan voor postraumatsche stressstoornissen
c. onderzoeksorgaan
, Oefen toetst minor complexe zorg – high care
Spoedeisende hulp (8 vragen)
7. Je hebt een 18-jarige vrouw in zorg en bent ongerust over haar condite. Je moet haar aanspreken om
een reacte te verkrijgen en de afgelopen vier uur heef zij geen urineproducte gehad. Je meet de
volgende waardene RRe 130/70 Pe 48/min. AHe 16/min. SATe 97% zonder O2-toediening Te 37t4 C
Op hoeveel punten kom je uit wanneer je de
EWS-kaart hanteert?
a. 3 punten
b. 4 punten
c. 5 punten
d. 6 punten
1 punt voor de polst 1 punt voor de ademhalingt 1
punt voor reacte op aansprekent 1 punt extra voor
ongerustheid en 1 punt voor geen urine producte
de afgelopen 4 uur.
8. Er wordt een patint met borstletsel
binnengebracht op de spoedeisende hulp. De
vrouw is hevig benauwd. Ter hoogte van de
borst zie je subcutaan emfyseem. De X-thorax
laat zien dat door de opbouwende druk in de
thorax belangrijke structuren zijn verplaatst
naar de gezonde long. De situate is
levensbedreigend. Er moet direct worden gehandeld.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
a. fladderthorax = het ritmisch bewegen van een deel van de borstkas wand. Hierbij zijn de bewegingen
tegengesteld aan de normale bewegingen die de thorax maakt bij de ademhalingscyclus
b. massale hematothorax = Een abnormale ophoping van bloed in de pleuraholte
c. open pneumothorax = lucht van buiten af wat in de borstkast komt
d. spanningspneumothorax = een aandoening waarbij er zich een toenemende hoeveelheid lucht in de
pleuraholte ophoopt. Er is een lek ontstaan waardoor de lucht alleen naar binnen kan en niet meer naar buiten.
Dit veroorzaakt een grote druk in de pleuraholtet met als gevolg dat de long- en hartuncte ernstg vermindert.
9. Binnen welk tjdsbestek moet iemand met kleurcode rood (U0) van het Nederlandse Triage Standaard
(NTS) geholpen worden?
a. Onmiddellijk
b. binnen één uur
c. binnen één etmaal
d. volgende werkdag
10. Welke uitspraak over farmacologische pijnbestrijding bij traumapatinten is correct?
a. Toediening van pijnmedicate moet altjd oplopend zijnt ofewel voorzichtg beginnen
b. patinten onder invloed (drankt drugs) vormen een uitzondering op de regele "verdient adeq uate
pijnbehandeling."
c. Pijnstlling bij traumapatinten start met NSAID's volgens de analgetsche pijnladder
d. Paracetamol is efectef als aanvulling op opioïde analgetca
11. Onder de vitale functes worden de belangrijkste functes in het lichaam verstaant die essenteel zijn voor
behoud van het leven.
Wat behoort tot het rijtje van de belangrijkste vitale functes?
a. bewustzijn
b. spijsvertering
c. zintuiglijk systeem
d. voortplantng
