ORGANISME HOORCOLLEGES – THEMA 4: AMFIBIEËN EN REPTIELEN:
OVERGANG VAN WATER NAAR LAND
HC11 ‘RODE DRAAD’ HOORCOLLEGE THEMA 4 AMFIBIEËN
Kenmerken chordata (ergens in de levensfase)
1. kieuwspleten
2. chorda dorsalis
3. dorsale centrale zenuwstreng
4. post-anale staart
5. endostyle groeve in de pharyngeale bodem
Groepen chordata
Urochordata
Cephalochordata (schedelloos, geen wervelkolom, geen botten)
Craniata (schedel): slijmprikken (geen wervelkolom) en vertebrata (wervelkolom)
Gewervelden: Overgang van water naar land
Agnatha Gnathostomata Gnathostomata
(Slijmprikken) (Kraakbeenvissen) (Beenvissen)
Schedel Schedel Schedel
Geen wervelkolom Wervelkolom Wervelkolom
Kaakloos Kaken Kaken
Vinnen Vinnen (straalvinningen ->
kwastvinnigen)
Schubben
Kieuwdeksel
Zwemblaas -> longen
Botweefsel
Van zwemblaas tot long
Onderdeel maag-darmkanaal; uitstulping/extentie van de voordarm
Twee functies:
Gasopslag
Drijfvermogen
Lucht happen of met lucht vullen door gasklier die gassen haalt uit het bloed
, Longvis
Functionele long(en)
Kieuwen verdwijnen in adulte stadium
Groepen tetrapoda (viervoetigen)
Amfibieën – wel nog afhankelijk van water
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Aanpassingen om van leven in het water naar leven op het land te gaan
1. Poten/bewegingsapparaat
2. Circulatie systeem:
- Longen ipv kieuwen (geen huidademhaling)
- Ontwikkeling hartsegmenten
3. Vruchtvliezen (foetale membranen): Bescherming tegen uitdroging
- Bij vissen en amfibieën zijn alle cellen formatief: alle cellen maken deel van het embryo uit
-> Geen extra-embryonale structuren / niks ontwikkelt zich buiten het embryo
- Bij reptielen, vogels en zoogdieren zijn niet alle cellen formatief
-> Extra embryonale structuren: dooierzak, allantois, amnion, chorion->placenta
HC12 HARTONTWIKKELING, FOETALE CIRCULATIE, PLACENTA/MEMBRANEN
OVERGANG VAN WATER NAAR LAND
HC11 ‘RODE DRAAD’ HOORCOLLEGE THEMA 4 AMFIBIEËN
Kenmerken chordata (ergens in de levensfase)
1. kieuwspleten
2. chorda dorsalis
3. dorsale centrale zenuwstreng
4. post-anale staart
5. endostyle groeve in de pharyngeale bodem
Groepen chordata
Urochordata
Cephalochordata (schedelloos, geen wervelkolom, geen botten)
Craniata (schedel): slijmprikken (geen wervelkolom) en vertebrata (wervelkolom)
Gewervelden: Overgang van water naar land
Agnatha Gnathostomata Gnathostomata
(Slijmprikken) (Kraakbeenvissen) (Beenvissen)
Schedel Schedel Schedel
Geen wervelkolom Wervelkolom Wervelkolom
Kaakloos Kaken Kaken
Vinnen Vinnen (straalvinningen ->
kwastvinnigen)
Schubben
Kieuwdeksel
Zwemblaas -> longen
Botweefsel
Van zwemblaas tot long
Onderdeel maag-darmkanaal; uitstulping/extentie van de voordarm
Twee functies:
Gasopslag
Drijfvermogen
Lucht happen of met lucht vullen door gasklier die gassen haalt uit het bloed
, Longvis
Functionele long(en)
Kieuwen verdwijnen in adulte stadium
Groepen tetrapoda (viervoetigen)
Amfibieën – wel nog afhankelijk van water
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Aanpassingen om van leven in het water naar leven op het land te gaan
1. Poten/bewegingsapparaat
2. Circulatie systeem:
- Longen ipv kieuwen (geen huidademhaling)
- Ontwikkeling hartsegmenten
3. Vruchtvliezen (foetale membranen): Bescherming tegen uitdroging
- Bij vissen en amfibieën zijn alle cellen formatief: alle cellen maken deel van het embryo uit
-> Geen extra-embryonale structuren / niks ontwikkelt zich buiten het embryo
- Bij reptielen, vogels en zoogdieren zijn niet alle cellen formatief
-> Extra embryonale structuren: dooierzak, allantois, amnion, chorion->placenta
HC12 HARTONTWIKKELING, FOETALE CIRCULATIE, PLACENTA/MEMBRANEN