SAMENVATTINGEN
Plannen en Organiseren
HOOFDSTUK 4
De cirkel van invloed(Stephen Covey)
Assertiviteit is geen persoonlijkheidskenmerk, echter een communicatieve vaardigheid die
voor 80% bestaat uit je uitstraling, houding, mimiek en de toon waarop je de dingen zegt.
Subassertief: Jij verliest, de ander wint. Je maakt jouw gedrag ondergeschikt aan dat van de
ander.
Agressief: Jij wint en hoe is dan de relatie op lange termijn?
HOOFDSTUK 1
Competentie: Een combinatie van kennis en ervaring, vaardigheden en gedrag of houding.
HOOFDSTUK 2
Een organisatie is een samenwerkingsverband tussen mensen. Deze mensen bundelen hun
kennis en vaardigheden en de middelen van de organisatie om samen een doel te bereiken.
Rechtspersoonlijkheid: Heeft een onderneming of organisatie, wanneer het zelfstandig
schulden en bezittingen heeft, en dus een eigen afgescheiden vermogen heeft. De
aansprakelijk van de eigenaren gaat niet verder dan de waarde van hun aandelen.
Eenmanszaak: Een bedrijf met 1 eigenaar (natuurlijk persoon, zonder rechtspersoonlijkheid).
Maatschap: Samenwerkingsverband tussen 2 of meer ondernemers. Voor een gelijk deel
aansprakelijk.
VOF: Afhankelijk van hun inbreng, aansprakelijk voor hun eigen deel.
Samenwerkingsverband tussen 2 of meer ondernemers.
CV: Net als VOF, echter zijn er ook stille vennoten. Zij brengen geld in, echter niet werkzaam
in de cv.
Besloten vennootschap:
De BV is een rechtspersoon. De BV heeft een beperkt aantal eigenaren, genaamd
aandeelhouders. Aansprakelijk voor de gesloten overeenkomsten.
NV: Aandelen zijn niet op naam. Eigenaren zijn ook aandeelhouders. Zij kunnen hun
aandelen verkopen.
Stichting: Rechtspersoon met in de statuten een duidelijk omschreven doel. Het statuut wordt
vastgelegd door een notaris. Een stichting heeft geen eigenaar, wel een bestuur.
Vereniging: Rechtspersoon, geen eigenaren, echter leden.
Lijnafdeling: Houden zich rechtstreeks bezig met het product of dienst v/d organisatie.
Stafafdeling: Maken het mogelijk dat anderen zich bezighouden met het product.
Matrixorganisatie = projectorganisatie
Rollencultuur: Lage machtsspreiding, lage samenwerkingsgraad
Machtscultuur: Lage machtsspreiding, hoge samenwerkingsgraad
Personencultuur: Hoge machtsspreiding, Lage samenwerkingsgraad
Taakcultuur: Hoge machtspreiding, Hoge samenwerkingsgraad
Plannen en Organiseren
HOOFDSTUK 4
De cirkel van invloed(Stephen Covey)
Assertiviteit is geen persoonlijkheidskenmerk, echter een communicatieve vaardigheid die
voor 80% bestaat uit je uitstraling, houding, mimiek en de toon waarop je de dingen zegt.
Subassertief: Jij verliest, de ander wint. Je maakt jouw gedrag ondergeschikt aan dat van de
ander.
Agressief: Jij wint en hoe is dan de relatie op lange termijn?
HOOFDSTUK 1
Competentie: Een combinatie van kennis en ervaring, vaardigheden en gedrag of houding.
HOOFDSTUK 2
Een organisatie is een samenwerkingsverband tussen mensen. Deze mensen bundelen hun
kennis en vaardigheden en de middelen van de organisatie om samen een doel te bereiken.
Rechtspersoonlijkheid: Heeft een onderneming of organisatie, wanneer het zelfstandig
schulden en bezittingen heeft, en dus een eigen afgescheiden vermogen heeft. De
aansprakelijk van de eigenaren gaat niet verder dan de waarde van hun aandelen.
Eenmanszaak: Een bedrijf met 1 eigenaar (natuurlijk persoon, zonder rechtspersoonlijkheid).
Maatschap: Samenwerkingsverband tussen 2 of meer ondernemers. Voor een gelijk deel
aansprakelijk.
VOF: Afhankelijk van hun inbreng, aansprakelijk voor hun eigen deel.
Samenwerkingsverband tussen 2 of meer ondernemers.
CV: Net als VOF, echter zijn er ook stille vennoten. Zij brengen geld in, echter niet werkzaam
in de cv.
Besloten vennootschap:
De BV is een rechtspersoon. De BV heeft een beperkt aantal eigenaren, genaamd
aandeelhouders. Aansprakelijk voor de gesloten overeenkomsten.
NV: Aandelen zijn niet op naam. Eigenaren zijn ook aandeelhouders. Zij kunnen hun
aandelen verkopen.
Stichting: Rechtspersoon met in de statuten een duidelijk omschreven doel. Het statuut wordt
vastgelegd door een notaris. Een stichting heeft geen eigenaar, wel een bestuur.
Vereniging: Rechtspersoon, geen eigenaren, echter leden.
Lijnafdeling: Houden zich rechtstreeks bezig met het product of dienst v/d organisatie.
Stafafdeling: Maken het mogelijk dat anderen zich bezighouden met het product.
Matrixorganisatie = projectorganisatie
Rollencultuur: Lage machtsspreiding, lage samenwerkingsgraad
Machtscultuur: Lage machtsspreiding, hoge samenwerkingsgraad
Personencultuur: Hoge machtsspreiding, Lage samenwerkingsgraad
Taakcultuur: Hoge machtspreiding, Hoge samenwerkingsgraad
