Patterson
Patterson: binnen gedragsdenken
1: Coërcieve processen (!!)
Coercieve processen (afdwingtheorie)= proces waarbij kinderen leren hun zin te
krijgen door middel van verschillende gedragingen, waaronder dwinggedrag,
weigergedrag en eisend gedrag
- Vaak tussen ouder en kind
- Vaak ivm huishoudelijk geweld, relationeel geweld
- Dwinggedrag:
Bv: zeuren, klagen, woede-uitbarstingen, …
Afdwingtheorie: gevoel van eigenwaarde creëren omdat je iets wilt
zeggen
Probleem ALS volwassenen daar fout op reageren
Indien niet gecorrigeerd: antisociaal gedrag op latere leeftijd
- Weigergedrag: het ontlopen van een opdracht of verantwoordelijkheid
- Eisend gedrag: onmiddellijke behoeftebevrediging willen of blijven
aandringen
Afdwingen = goed
Kinderen:
- leren controle afdwingen op de omgeving
- Zelfbeeld en zelfvertrouwen
- Exploratielust
- Voordeel aan hun kant krijgen
Bv: ik weet als ik blijf zagen dat ik dan iets krijg
ouders: taak = begrenzen (naarmate kind ouder wordt)
- Kind leert frustraties te tolereren
- + uitstellen van onmiddellijke wensen/ behoeften: (bv: nu moet ik werken
zodat ik straks kan afspreken met vrienden)
=> kind leert om te verlagen
Behoeftebevrediging ≠ verlangen
Mensen met onmiddellijke behoeftebevrediging zijn niet tevreden
Bij weigeren van correctie/ begrenzing => antisociaal gedrag
zowel ouders als kind verliezen
- Kind wordt kleine tiran en ouders blijven toegeven
- Kind wordt door drammerigheid uitgesloten door peers
=>zo vroeg mogelijk kind begrenzen !!
Opvoedingsvaardigheden: niet streven naar 100% controle, maar 60-70%
win-winsituaties
5 opvoedingsvaardigheden die getraind kunnen worden om dwingend
gedrag te verminderen:
Positieve betrokkenheid
Positieve bekrachtiging
1
, Interpersoonlijke probleemoplossing
Discipline
Monitoring
HV: rekening houden met storende factoren die ouderlijk gezag beïnvloeden:
temperament, gezinsomstandigheden, financiële problemen, persoonlijke
problemen ouders, …
Op dwingend gedrag van kinderen/ jongeren reageren ouders…
- Agressief of vechtend
Kind reageert luider, ouder reageert met meer agressie
Ouder reageert boos, roept naar kind
Kind ongehoorzaam, weigert een vraag
- Toegefelijk of vermijdend
Opvoeder vraagt iets
Jongere doet niet wat gevraagd werd
Jongere reageert vijandig
Opvoeder geeft toe
Coërsieve processen: ontwikkeling van gedragsproblemen
- Wat leert het kind? Negatieve bekrachtiging
- Wat leert de ouder?
2: Vierfasenmodel
= negatief proces bezwaart opvoedkundige vaardigheden + negatieve gevolgen
van coërcieve processen
Negatief proces: ontstaat wanneer elk contact tussen opvoeder en
minderjarige resulteert in wederzijdse ergernis waarbij beide partijen gevangen
raken in spiraal van negativiteit
4 fasen:
1. Opstart: zelf een eenvoudige, onbeladen vraag wordt door de jongere als
vijandig ervaren
2. Negatieve reactie: jongere reageert met weigering, verwijt of enige
vorm van negatieve emotie
2
, 3. Kickboksen: zinloze discussie volgt, waarbij luisteren naar elkaar
verdwijnt
4. Agressie en irritatie: het escaleert naar fysieke agressie en irritaties
blijven hangen waardoor het ene incident in het andere overgaat
GEVOLG:
- Gevangen in wederzijdse ergernis
Bv: Moeder staat op en denkt meteen ‘mijn kind gaat weer zagen
vandaag’
- Geen inhoud, enkel betrekkingsniveau
- Zelf- en controleverlies als opvoeder
- Machteloos/ uitputting en gevoel van handelingsverlegenheid
ONTSTAAN: wederzijdse allergie= opvoeder en jongeren ontwikkelen een
vervormd beeld van elkaar, polariseringsproces ( ontstaat door stress)
- Bv: zagend kind, zagend lief
- Opvoeder verliest gezag + machtsstrijd
Er zijn enkel verliezers WANT:
- Opvoeder:
Belemmering in mogelijk om op te voeden
Onzekerheid over pedagogische vaardigheden
Twijfel + verlamming neemt toe
- Jongere:
Uitsluiting, verwerping
Ontstaan scheefgroei
Missen soepelheid
Houden weinig rekening met anderen (zelfbescherming)
Zwak zelfbeeld
Diepe zelftwijfel
Vierfasenmodel: !!
3
, Fase 1: kleutertijd
- Coërcief proces binnen gezin
- !!: preventie
Fase 2: lagere school
- Schools falen: als je thuis leert dat doorzetten ervoor zorgt dat je je zin
krijgt, dan ga je dit toepassen in school
- Verwerping door leeftijdsgenoten: bv: niet uitgenodigd worden op
verjaardagsfeestjes
Fase 3: adolescentie
- Aansluiting bij deviante leeftijdsgenoten, gelijkaardige mensen
Fase 4: volwassenheid
- Beperkte sociale integratie
- Contact met gerecht en hulpverlening
3: 5 opvoedingsvaardigheden
=Oplossing voor coërcieve processen
!!: probleem= patroon/ proces, NIET kind of ouders
- Verandering in gedrag ouder => verandering in gedrag kind
verandering vindt plaats via het versterken van
opvoedingsvaardigheden
3.1: Positieve betrokkenheid
= gezonde, warme en respectvolle houding waarbij aandacht wordt besteed aan
de jongere
- Cruciaal voor gezonde en warme ouderlijke relatie
- DOEL: omgeving creëren waarin jongere zich begrepen voelt + zijn plaats
kan vinden
Aanwezige zorg:
- Jongeren kunnen redenen geven waarom ze graag thuis/ in instelling
verblijven teken van positieve betrokkenheid
- = houding, attitude
Concreet:
4