Virologie
1.Inleiding
Werden ontdekt einde 19de eeuw
Een tabaksplant werd ziek door het filteren van het sap van de tabaksplant, de zieke make
organisme kon filteren
Na het filteren bleef de plant ziek er was een ander micro-organisme dat verantwoordelijk was
voor de infectie
Zo vond men dat een klein deeltje dat niet te filteren was verantwoordelijk was voor het ziek makend
effect zo kwamen ze op een bepaald virus
- Obligaat intracellulaire = afhankelijk van metabolisme van gastheercel
- Kleine infectieuze partikeltjes
- Geen levende organisme
Hebben gastheer nodig
- Elektronenmicroscopisch 10-100 nm
2.Structuur en indeling van virussen
1. Genoom
2. Capside
3. Enveloppe
1
, 1.Genoom
(De witten strengen)
DNA of RNA (nooit beide)
DNA:
- Enkel- of dubbelstrengig
- Lineair of circulair
RNA
- Positieve (=coderend) streng
mRNA => eiwitsynthese
- Negatieve (= niet coderend) streng
Complementaire positieve streng maken en dan pas eiwitsynthese
- Aanmaak RNA => afhankelijk van RNA polymerase (= enzym die aanwezig moet zijn in het
virus)
2.Capside
(Rode bolletjes)
- Proteïnen = dikke EW structuur die genetisch materiaal inbed
- Icosaëder = twintigvlak
- Helix = spiraalachtig
3.Enveloppe
Vergelijkbaar met celmembraan
- Bestaat uit dubbele laag lipiden met geassocieerde proteïnen (de paarse dingetjes)
- Glycoproteïnen: VAP
è VAP = bolletjes aan uiteinde van proteïne = voor vasthechting
Viral attachmant proteins
è Antennes = glycoproteïnen
2
1.Inleiding
Werden ontdekt einde 19de eeuw
Een tabaksplant werd ziek door het filteren van het sap van de tabaksplant, de zieke make
organisme kon filteren
Na het filteren bleef de plant ziek er was een ander micro-organisme dat verantwoordelijk was
voor de infectie
Zo vond men dat een klein deeltje dat niet te filteren was verantwoordelijk was voor het ziek makend
effect zo kwamen ze op een bepaald virus
- Obligaat intracellulaire = afhankelijk van metabolisme van gastheercel
- Kleine infectieuze partikeltjes
- Geen levende organisme
Hebben gastheer nodig
- Elektronenmicroscopisch 10-100 nm
2.Structuur en indeling van virussen
1. Genoom
2. Capside
3. Enveloppe
1
, 1.Genoom
(De witten strengen)
DNA of RNA (nooit beide)
DNA:
- Enkel- of dubbelstrengig
- Lineair of circulair
RNA
- Positieve (=coderend) streng
mRNA => eiwitsynthese
- Negatieve (= niet coderend) streng
Complementaire positieve streng maken en dan pas eiwitsynthese
- Aanmaak RNA => afhankelijk van RNA polymerase (= enzym die aanwezig moet zijn in het
virus)
2.Capside
(Rode bolletjes)
- Proteïnen = dikke EW structuur die genetisch materiaal inbed
- Icosaëder = twintigvlak
- Helix = spiraalachtig
3.Enveloppe
Vergelijkbaar met celmembraan
- Bestaat uit dubbele laag lipiden met geassocieerde proteïnen (de paarse dingetjes)
- Glycoproteïnen: VAP
è VAP = bolletjes aan uiteinde van proteïne = voor vasthechting
Viral attachmant proteins
è Antennes = glycoproteïnen
2