1.Wat is cultuur
= Cultuur is de inhoud van de georganiseerde samenleven
Alles door de mens is verworven/gecreëerd
Cultuur ontstaat door een groep (vanaf 2 personen)
Bv: een cultuur met je beste vriendin is een anders dan de cultuur dat je hebt met je ouders
De cultuur hangt af van de waarden, normen, kennis, doelen, …
Omschrijving:
Cultuur heeft heel lang een waarderende en positieve bijklank gekregen
Het was elitair als je naar de opera ging het was een norm dat je moest behalen
Vanaf de jaren 90 keek de sociologie daar anders naar ze zien de hoge en lage cultuur als
samengesmolten
Initiatieven van het samensmelten: 1,2,3 piano vroeger konden alleen de ‘hogere klasse’ mensen
piano spelen (elitair)
Ze hebben overal piano’s geplaats in het openbaar iedereen mag erop spelen het werd breed
toegankelijk
Gust de Meyer:
Kleine culturele elite bepaalt norm voor hoogstaande cultuur belachelijk
Populaire smaak is kwaliteitsvol
Bv: FC de kampioenen
1
, Cultuur in de sociologie
Ruimer en neutraler
Wat typeert het denken en doen in groepsverband:
- De manier waarop we eten, werken, vrijen, feesten en ruzie maken, huizen bouwen, naar het
toilet gaan
- De manier waarop we met elkaar omgaan, plannen maken, kinderen opvoeden
Alles wat de mens in de loop der tijd verwezenlijkt of bedacht heeft: waarden, normen,
kennis, wetenschap, technieken, opvattingen, kunst
Een way of life
Hieruit heb je 2 culturen:
- Materiele cultuur
= omvat alles wat in stoffelijke vorm kan vastgesteld worden, de zogenaamde culturele
artefacten zoals architectuur, boekdrukkunst, haarstijlen, machines of wapens
- Immateriële cultuur
= omvat de manier waarop groepen mensen denken, hun waarden en normen
Definitie: cultuur is het min of meer samenhangede geheel van alle uitingen van een samenleving of
groepering die zich daardoor van andere onderscheidt
2. De functies van cultuur
1. Aanpassingsmechanisme
2. Bindende kracht
3. Zingeving en kwaliteit
1.Aanpassingsmechanisme
= door culturele waarden en nomen gedragen we ons allemaal op een bepaalde manier waardoor
het samenleven in een groep vlot gaat
Bv: in Japan orde, respect, grote bevolkingsgroep hokjes op straat om te wachten doen
mensen dat in België niet
2. Bindende kracht
= zorg ervoor dat we ons verbonden voelen met de andere mensen van de groep omdat we een
bepaalde gewoontes, waarden, normen en opvattingen delen
2
= Cultuur is de inhoud van de georganiseerde samenleven
Alles door de mens is verworven/gecreëerd
Cultuur ontstaat door een groep (vanaf 2 personen)
Bv: een cultuur met je beste vriendin is een anders dan de cultuur dat je hebt met je ouders
De cultuur hangt af van de waarden, normen, kennis, doelen, …
Omschrijving:
Cultuur heeft heel lang een waarderende en positieve bijklank gekregen
Het was elitair als je naar de opera ging het was een norm dat je moest behalen
Vanaf de jaren 90 keek de sociologie daar anders naar ze zien de hoge en lage cultuur als
samengesmolten
Initiatieven van het samensmelten: 1,2,3 piano vroeger konden alleen de ‘hogere klasse’ mensen
piano spelen (elitair)
Ze hebben overal piano’s geplaats in het openbaar iedereen mag erop spelen het werd breed
toegankelijk
Gust de Meyer:
Kleine culturele elite bepaalt norm voor hoogstaande cultuur belachelijk
Populaire smaak is kwaliteitsvol
Bv: FC de kampioenen
1
, Cultuur in de sociologie
Ruimer en neutraler
Wat typeert het denken en doen in groepsverband:
- De manier waarop we eten, werken, vrijen, feesten en ruzie maken, huizen bouwen, naar het
toilet gaan
- De manier waarop we met elkaar omgaan, plannen maken, kinderen opvoeden
Alles wat de mens in de loop der tijd verwezenlijkt of bedacht heeft: waarden, normen,
kennis, wetenschap, technieken, opvattingen, kunst
Een way of life
Hieruit heb je 2 culturen:
- Materiele cultuur
= omvat alles wat in stoffelijke vorm kan vastgesteld worden, de zogenaamde culturele
artefacten zoals architectuur, boekdrukkunst, haarstijlen, machines of wapens
- Immateriële cultuur
= omvat de manier waarop groepen mensen denken, hun waarden en normen
Definitie: cultuur is het min of meer samenhangede geheel van alle uitingen van een samenleving of
groepering die zich daardoor van andere onderscheidt
2. De functies van cultuur
1. Aanpassingsmechanisme
2. Bindende kracht
3. Zingeving en kwaliteit
1.Aanpassingsmechanisme
= door culturele waarden en nomen gedragen we ons allemaal op een bepaalde manier waardoor
het samenleven in een groep vlot gaat
Bv: in Japan orde, respect, grote bevolkingsgroep hokjes op straat om te wachten doen
mensen dat in België niet
2. Bindende kracht
= zorg ervoor dat we ons verbonden voelen met de andere mensen van de groep omdat we een
bepaalde gewoontes, waarden, normen en opvattingen delen
2