Probleem 4B: “Who am I?”
Leerdoel 1: Waarom gedraagt iemand zich anders binnen een groep / in
een kostuum?
● keywoords: Deindividualisatie
Anonimiteit
Leerdoel 2: welke factoren maken dat iemand zich anders gedraagt
binnen een groep / in een kostuum?
● keywoord: social loafng
Leerdoel 3: Zullen mensen zich altijd slechter gedragen in
groepsverband / anoniem?
● keywoords: Deindividualisatie
Anonimiteit
Gebruikte literatuur:
● Kassin → hoofdstuk 8
● Hogg & Vaughan
● Artikel: Good Lamps Are the best police
Begrippen
, Social identity model of deindividuation effects (SIDE) = verklaart de deïndividuatie-
effecten → versccuuivin van eerscooniijkee identiteit naars cociaie identiteitt
Attentional cues = Aandacutcaanwijzin t → maaket de aandacut van een eerscoon
we van zicuzeift
Accountability cues = zijn van invloed op de kosten- rendements- berekeningen van de
persoon.
Opwinding = arousal
Anonimiteit = anonimity
Verminderde gevoelens van individuele verantwoordelijkheid = reduced feelings of
individual responsibility
Crowd = een groep individuelen die een gedeelde focus hebben en geconcentreerd zijn in 1
locatie
Deïndividuatie = vindt plaats wanneer het eigen gevoel van individualiteit van mensen
afneemt en kan leiden tot antisociaal gedrag.
Illusory anonymity = denkbeeldig, wat je micccuien wei eiooft, maars wat niet waars
ic, ebaceersd oe iiiuciec - e ocentrsicme → al was anonimiteit niet echt, ze gedroegen
zich wel zo.
Philip Zimbardo (1969) merkte op dat opwinding (arousal), anonimiteit (anonimity) en
verminderde gevoelens van individuele verantwoordelijkheid (reduced feelings of
individual responsibility) = → deïndividuatie.
Leerdoel 1: Waarom gedraagt iemand zich anders binnen een groep / in een
kostuum?
Als je erover nadenkt, is Halloween een perfect moment om de deïndividuatie te
bestuderen: kinderen dragen vaak kostuums met maskers, reizen 's nachts in grote groepen
Leerdoel 1: Waarom gedraagt iemand zich anders binnen een groep / in
een kostuum?
● keywoords: Deindividualisatie
Anonimiteit
Leerdoel 2: welke factoren maken dat iemand zich anders gedraagt
binnen een groep / in een kostuum?
● keywoord: social loafng
Leerdoel 3: Zullen mensen zich altijd slechter gedragen in
groepsverband / anoniem?
● keywoords: Deindividualisatie
Anonimiteit
Gebruikte literatuur:
● Kassin → hoofdstuk 8
● Hogg & Vaughan
● Artikel: Good Lamps Are the best police
Begrippen
, Social identity model of deindividuation effects (SIDE) = verklaart de deïndividuatie-
effecten → versccuuivin van eerscooniijkee identiteit naars cociaie identiteitt
Attentional cues = Aandacutcaanwijzin t → maaket de aandacut van een eerscoon
we van zicuzeift
Accountability cues = zijn van invloed op de kosten- rendements- berekeningen van de
persoon.
Opwinding = arousal
Anonimiteit = anonimity
Verminderde gevoelens van individuele verantwoordelijkheid = reduced feelings of
individual responsibility
Crowd = een groep individuelen die een gedeelde focus hebben en geconcentreerd zijn in 1
locatie
Deïndividuatie = vindt plaats wanneer het eigen gevoel van individualiteit van mensen
afneemt en kan leiden tot antisociaal gedrag.
Illusory anonymity = denkbeeldig, wat je micccuien wei eiooft, maars wat niet waars
ic, ebaceersd oe iiiuciec - e ocentrsicme → al was anonimiteit niet echt, ze gedroegen
zich wel zo.
Philip Zimbardo (1969) merkte op dat opwinding (arousal), anonimiteit (anonimity) en
verminderde gevoelens van individuele verantwoordelijkheid (reduced feelings of
individual responsibility) = → deïndividuatie.
Leerdoel 1: Waarom gedraagt iemand zich anders binnen een groep / in een
kostuum?
Als je erover nadenkt, is Halloween een perfect moment om de deïndividuatie te
bestuderen: kinderen dragen vaak kostuums met maskers, reizen 's nachts in grote groepen