Toetsmatrijs samenvatting psychologie een inleiding jaar 1 periode 4

Psychologie P4.


Je kan uiteenzetten wat leeftijdsdiscriminatie inhoudt en wat de gevolgen hiervan
kunnen zijn.
Je kan uiteenzetten wat lichamelijke, cognitieve en sociale veranderingen zijn bij
veroudering.
Je kunt de wijze waarop je met conditioneren en model-leren, gedrag kunt aanleren
uiteenzetten.
Je kunt de normale en afwijkende processen van waarnemen uiteenzetten.
Je kunt de normale en afwijkende processen van geheugen uiteenzetten.
Je kunt de epidemiologie, oorzaken en kenmerken van dementie, Alzheimer en
beroerte uitleggen.
Je kunt uitleggen wat bewustzijn en vegetatieve staat inhouden.


Je kan uiteenzetten wat leeftijdsdiscriminatie inhoudt en wat de gevolgen hiervan
kunnen zijn.

 Leeftijdsdiscriminatie is wanneer iemand wordt gediscrimineerd op basis van
hun leeftijd. Dit kan betekenen dat iemand wordt behandeld op een manier
die onrechtvaardig of ongepast is vanwege hun leeftijd, of dat iemand wordt
uitgesloten van bepaalde kansen of privileges vanwege hun leeftijd. De
gevolgen van leeftijdsdiscriminatie kunnen ernstig zijn. Het kan leiden tot
verminderde kansen op werk, promoties of andere kansen die iemand
verdient. Het kan ook leiden tot een verminderd gevoel van eigenwaarde en
zelfvertrouwen, en kan iemand het gevoel geven dat ze niet langer relevant
zijn of dat ze niet langer meetellen. Bovendien kan leeftijdsdiscriminatie
bijdragen aan een cultuur waarin ouder worden wordt gezien als iets negatiefs
en waarin jongere mensen als superieur worden beschouwd. Dit kan leiden tot
een gebrek aan respect voor ouderen en kan bijdragen aan de marginalisering
van oudere mensen in de samenleving. Over het algemeen is
leeftijdsdiscriminatie onnodig en onrechtvaardig. Het is belangrijk om mensen
te beoordelen op basis van hun vaardigheden, ervaring en prestaties, en niet
op basis van hun leeftijd.

, Je kan uiteenzetten wat lichamelijke, cognitieve en sociale veranderingen zijn bij
veroudering.


Fysiek
 Energiereserves nemen af en de celmachinerie functioneert minder effectief.
Hart en longen werken minder goed waardoor de fysieke
uithoudingsvermogen afneemt. Werking zintuigen gaat achteruit
Cognitief
 Voor cognitief standpunt komt ouder worden echter niet langer op hetzelfde
neer als achteruitgang. Veel vermogens, met inbegrip van vakkennis en
bepaalde aspecten van het geheugen, kunnen zelfs beter worden met de
jaren. De opbouw uit ervaring kan uiteindelijk tot grote wijsheid leiden, mits
de geest open en actief blijft. Bepaalde delen van de hersenen worden kleiner
naarmate we ouder worden. Het minder worden van de strategie om oude en
nieuwe herinneringen met elkaar te verbinden zodat je ze beter kunt
onthouden. Minder snel informatie opnemen. Woordenschat en beheersing
van sociale vaardigheden is groter. Door lichamelijke oefening verbetert het
leervermogen, geheugen en andere cognitieve functies.
Sociale en emotionele veranderingen
 Oudere volwassenen hebben veelal gezonde emoties en gezonde sociale
relaties. Ouderen zijn steeds selectiever in de keuze van hun relaties. Ze willen
hun lichamelijke en emotionele energie alleen nog aan de meest waardevolle
contacten besteden. Ouderen lijken ook voordeel te hebben van emotionele
systemen die in sommige opzichten scherper worden met de jaren. Ouderen
hebben meer positieve en minder negatieve emoties. Minder gevoelig voor
kritiek en concentreren op het positieve.


Je kunt de wijze waarop je met conditioneren en model-leren, gedrag kunt aanleren
uiteenzetten.



Klassieke conditionering is een vorm van conditionering waarbij een persoon een
bepaalde respons leert te associëren met een bepaalde stimulus. Dit proces wordt
ook wel Pavloviaanse conditionering genoemd, omdat het ontdekt werd door de
Russische fysioloog Ivan Pavlov in de late 19e eeuw. In klassieke conditionering wordt