100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Groepsdynamica Samenvatting en Begrippenlijst

Rating
3.0
(1)
Sold
15
Pages
42
Uploaded on
03-01-2018
Written in
2017/2018

Samenvatting en begrippenlijst van het vak Groepsdynamica, gebaseerd op het boek. Alle 17 hoofdstukken worden behandeld, behalve hoofdstuk 16. De samenvatting is kort en krachtig en bestaat uit 35 pagina's. De begrippenlijst bevat meer dan 150 begrippen met betekenis, gesorteerd op alfabet en er staat bij uit welk hoofdstuk het komt. Op deze manier kunnen begrippen snel gevonden in de lijst en vervolgens in de samenvatting.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Alle 17 hoofdstukken behalve hoofdstuk 16
Uploaded on
January 3, 2018
Number of pages
42
Written in
2017/2018
Type
Summary

Subjects

Content preview

Groepsdynamica Boek

H1: Introductie in Groepsdynamica
Een groep bestaat uit tenminste twee personen die verbonden zijn via relaties. De perceptie van
jezelf binnen een groep is de sociale identiteit. Elke groep die bestaat is uniek. Er zijn enkele zichtbare
kwaliteiten van groepen:
 Interactie: er zijn veel verschillende manieren van interactie binnen groepen, die allemaal te
herleiden zijn naar twee algemene typen:
o Relatie interactie;
o Taak interactie.
 Goal: doelen zijn makkelijker te behalen in een groep dan individueel. Er zijn vier stappen bij
standaard groepsdoelen:
o Generating ideas or plans;
o Choosing a solution;
o Negotiating a solution to a conflict;
o Executing a task.
 Interdependence: groepsleden zijn onderling afhankelijk van elkaar (niet altijd). In sommige
groepen komt deze afhankelijkheid van twee kanten en in andere groepen is het
éénrichtingsverkeer;
 Structuur: de rollen, zoals leider en volger, maar ook de groepsnormen;
 Eenheid: een groep is meer dan de som van leden. Hierbij zijn groepscohesie en entitativity
(de mate waarin de leden de groep als groep zien) belangrijk. De entitativity hangt af van:
o Common fate: overeenkomende uitkomsten;
o Similarity: overeenkomsten in gedrag;
o Proximity: nabijheid.

Er zijn ook verschillende typen groepen:
 Primary group: een kleine, lange-termijn groep met een grote persoonlijke waarde en
eenheid. Er is hoge betrokkenheid, de groep is belangrijk in het leven van de leden en vaak
zijn de leden niet vrijwillig lid geworden (familie);
 Social group: grotere en formelere groepen dan primaire groepen. De duur is vaak korter en
er is minder betrokkenheid. Dit zijn ook wel secondary groups;
 Collectief: een grote groep individuen die hetzelfde gedrag vertonen, zoals mensen in een rij,
publiek in een bioscoopzaal of mensen die naar een brandend huis kijken op straat;
 Categories: een groep vergelijkbare mensen zonder sociale betekenis, zoals mensen uit
dezelfde stad, met dezelfde huidskleur of gokkers. Deze categorieën kunnen veranderen in
een groep met hoge invloed.

Bij onderzoek ontstond de vraag over het level van analyse. Moeten de groepsleden individueel of als
groep bestudeerd worden, of beide? Durkheim noemt collective conscious (groupmind) een
verenigende kracht die groepsleden bindt. Allport ontkende het bestaan van groepen en noemde het
een som van de acties van individuen, wat ervoor heeft gezorgd dat onderzoekers het begrip ‘groep’
beter moesten definiëren. Sherif bewees het bestaan van een groepsnorm door groepsleden te laten
inschatten hoe ver een lichtje in het donker verschoven was. De antwoorden passen zich aan elkaar
aan. Dit gebeurde ook als een groepslid werd vervangen door een nieuw iemand. Dit bewijst dat de
norm zich op groepslevel bevindt in plaats van op individueel niveau. Groepen hebben een grote
invloed op hun leden. Dit wordt onder andere laten zien in de experimenten van Triplett en Milgram.
Groepen beïnvloeden ook de samenleving, bijvoorbeeld door religieuze groepen. Bruce Tuckman zegt
dat groepen door vijf fasen van groepsontwikkeling gaan:

,  Forming: leden leren elkaar kennen;
 Storming: conflicten ontstaan en doelen worden gesteld;
 Norming: er wordt structuur aangebracht;
 Performing: de groep werkt aan de taak;
 Adjourning: de groep houdt op met bestaan (nadat de taak is volbracht, maar kan ook al in de
eerdere twee fasen).

Bij het beoordelen van groepen moet rekening gehouden worden met de micro-level, meso-level en
macro-level. Deze levels kunnen zowel positief als negatief met elkaar samenhangen.

,H2: Groepen bestuderen
Metingen in groepen
Het eerste wat meestal gedaan wordt bij het bestuderen van groepen zijn observaties. Het
Hawthorne effect houdt in dat mensen zich anders gedragen, wanneer ze weten dat ze bestudeerd
worden. Er zijn verschillende soorten observaties:
 Openlijke observatie: de groep weet dat en waarom het bestudeerd wordt;
 Verborgen observatie: de groep weet niet dat het bestudeerd wordt;
 Participant observatie: observeren terwijl je onderdeel bent van de groep;
 Gestructureerde observatiemethode: acties van groepsleden worden in bepaalde categorieën
geplaatst. Dit is een vorm van een kwantitatief onderzoek:
o Interaction Process Analysis (IPA): categorisatie in twaalf categorieën op basis van
relatie- en taak interactie;
o Systematic Multiple Level Observation of Groups (SYMLOG): categorisatie in 26
categorieën op basis van dominantie, vriendelijkheid en acceptatie van autoriteit.

Naast observaties wordt er ook gebruik gemaakt van zelfrapportage, oftewel self-report measures. Er
wordt aan de groepsleden zelf gevraagd wat ze vinden, denken of voelen. Dit kan worden gedaan
door een interview of een enquête. Een sociometrie is een samenvatting van patronen van relaties
tussen groepsleden. Hieruit kan gevonden worden wie populair is en wie geïsoleerd is. Ook kunnen
clusters gevonden worden.
Bij metingen in het algemeen zijn twee zaken van groot belang:
 Betrouwbaarheid: de mate waarin
een meting dezelfde resultaten
behaalt, wanneer het herhaald
wordt;
 Validiteit: de mate waarin een
meting meet wat het moet meten.


Onderzoeksmethoden in groepsdynamica
Naast een goede meting is ook een goede onderzoeksmethode belangrijk. Hoewel er veel
verschillende methoden zijn, zijn er drie methoden die erg populair zijn:
 Case studie: het in detail bestuderen van één groep of een paar groepen:
o Voordelen: gedetailleerde kwalitatieve informatie. De focus ligt op bonafide groepen.
Dit zijn groepen die op een natuurlijke manier ontstaan;
o Nadelen: het is niet altijd te generaliseren. Er wordt nauwelijks gebruik gemaakt van
kwantitatieve informatie, wat ervoor zorgt dat de interpretatie van de informatie
bevooroordeeld kan zijn. Tevens worden er zelden duidelijke causale relaties
ontwikkeld.
 Experiment: hierbij wordt één of meerdere onafhankelijke variabelen gemanipuleerd om het
effect hiervan op de afhankelijke variabele te meten. Tegelijkertijd worden andere variabelen
constant gehouden, zodat deze geen invloed hebben op de afhankelijke variabelen:
o Voordelen: een experiment dan een causale relatie aantonen;
o Nadelen: andere variabelen kunnen niet altijd constant gehouden worden. In het lab
wordt gebruik gemaakt van ad hoc groepen, die niet natuurlijk zijn gevormd. Vaak is
de omgeving zelf ook niet natuurlijk.
 Correlatie studie: twee of meer variabelen worden gemeten (en niet gemanipuleerd) om de
samenhang tussen deze variabelen te meten. De correlatiecoëfficiënt loopt van -1 tot +1 en
geeft aan welk effect variabele A op variabele B heeft:
o Voordelen: je ontdekt meer over een bepaalde relatie of samenhang;

, o Nadelen: vaak geeft het geen inzicht in de richting van de relatie (causaliteit).
Theoretische perspectieven in groepsdynamica
Binnen de groepsdynamica zijn verschillende perspectieven die deels overlappen:
 Motivatie en emotie: hieronder valt de group affective tone. Dit is de collectieve emotionele
stemming van een groep;
 Gedrag: hierbij hoort de sociale uitwisselingstheorie. Dit houdt in dat men relaties zoekt die
veel opleveren zonder daar veel voor te hoeven doen;
 Systemen: groepen worden als systemen gezien in de systems theory. Een voorbeeld van zo’n
systeem is het input-process-output model;
 Cognitie: dit zijn de mentale processen van groepsleden. Hierbij hoort de self-categorization
thoery. Dit houdt in dat men zichzelf in een bepaalde groep indeelt op basis van zijn sociale
identiteit;
 Biologie: dit omvat opwinding bij leden in tijden van conflict en het omvat ook de
evolutietheorie.

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
7 year ago

3.0

1 reviews

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
GlennvL Erasmus Universiteit Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
32
Member since
8 year
Number of followers
30
Documents
10
Last sold
2 year ago

3.2

6 reviews

5
0
4
3
3
1
2
2
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions