Samenvatting Leerdoelen uitgewerkt Burgerlijk procesrecht p2

Week 1

Leerdoelen:

De student kan:

1. Onderscheid maken tussen het materiële en het formele privaatrecht;

Het materiele burgerlijk/privaat recht omvat inhoudelijke rechten en plichten. Rechtsregels
om situaties, rechtsverhoudingen en handelingen juridisch te definiëren en te kwalificeren.
Het bepaalt welke rechten en plichten een ieder heeft.
Het formele burgerlijk/privaat recht bevat procedureregels. Bevat hoe de materiele
rechtsregels afgedwongen kunnen worden bij de rechter (aan welke regels moeten de
betrokken partijen zich houden?
Het burgerlijk procesrecht omvat vormvoorschriften en procedureregels waarmee een persoon
in een civiele procedure zijn materiele rechten en plichten kan realiseren, laten vaststellen, tot
stand laten brengen, wijzigen of beëindigen.


2. de rol en functie van het burgerlijk procesrecht uitleggen en beschrijven;

Functies:
- Het handhaven en beïnvloeden van materiele burgerlijke rechten en plichten: het
burgerlijk procesrecht verschaft een persoon bepaalde middelen om zijn burgerlijke
rechten en plichten te handhaven en te beïnvloeden.
- Het voorkomen van een gerechtelijke procedure: onder dreiging van een gerechtelijke
procedure komen partijen nogal eens tot een oplossing buiten de rechter om. Veel
partijen willen een kostbare en tijdrovende procedure, waarin de uitkomst bovendien
soms niet eenvoudig te voorspellen is, voorkomen.
- Het voorkomen van eigenrichting: doordat het burgerlijk procesrecht middelen tot
handhaving van de civiele rechtsorde ter beschikking stelt, wordt eigenrichting zo veel
mogelijk voorkomen.

3. de beginselen van en begrippen uit het burgerlijk procesrecht benoemen, uitleggen en verklaren;

- Recht op rechtspraak en rechtsbijstand: houdt in dat iedereen een geschil moet kunnen
worden voorgelegd aan een overheidsrechter en dat eenieder recht heeft op juridische
bijstand in een procedure.
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter: recht wordt afgesproken door een
onafhankelijke en onpartijdige gerechtelijke instantie. (onafhankelijk= rechter hoeft geen
verantwoording af te leggen aan overheid/collega) (onpartijdig= rechter oordeelt zonder
zich te laten leiden door de personen van de procespartijen)
- Hoor en wederhoor: betekent dat beide partijen de gelegenheid moeten krijgen om hun
standpunten in een zaak naar voren te brengen
- Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn: de behandeling van en beslissing
over een zaak dienen binnen een redelijke termijn te geschieden
- Openbaarheid van zitting en rechtspraak: zittingen dienen in het openbaar plaats te
vinden (er zijn uitzonderingen) en de uitspraak moet ook openbaar plaatsvinden.
- Motiveringsbeginsel: de rechter dient zijn uitspraak te motiveren
- Geen rechtsweigering en volledige beslissing: de rechter dient in alle gevallen een
beslissing te geven over een geschil dat aan hem is voorgelegd; hij mag niet weigeren om
een uitspraak te doen. Bovendien moet de eindbeslissing volledig zijn; moet alle
geschilpunten betreffen

, - Beginsel van partijautonomie: partijen bepalen de omvang van de gerechtelijke
procedure. De rechter kan niet meer of iets anders toewijzen dan hetgeen dat gevorderd
word.
- Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden: indien een procespartij zijn vordering of
verweer baseert op een onjuiste rechtsgrondslag, moet de rechter de procespartij te
hulp schieten door de juiste rechtsgrond aan te vullen.

4. aangeven hoe het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet op de Rechterlijke
Organisatie is opgebouwd;

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering beschrijft concrete regels voor het voeren van een
procedure bij de burgerlijke rechter
Wet op rechterlijke organisatie beschrijft hoe de rechterlijke macht in Nederland is
georganiseerd

5. de betrokken spelers en instanties binnen het burgerlijk procesrecht benoemen en hun rol en
taak beschrijven;

Procespartijen

- Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed
- Rechtspersonen: bedrijven of instanties (gemeentes en provincies) (vof niet)
In geval van vertegenwoordiging van een handelingsonbekwame procespartij (bv door onder curatele
gesteld of minderjarigheid) noemen we de vertegenwoordiger  formele procespartij (degene die
beslissingen in de procedure neemt)
En de vertegenwoordigde  materiele procespartij (rechtssubject waarover het geschil bestaat)

Een rechtspersoon kan niet zelf procederen en moet zichzelf laten vertegenwoordigen door een
natuurlijke persoon. De rechtspersoon is zowel formele als materiele procespartij (anders indien de
rechtspersoon handelingsonbekwaam is bv bij faillissement).

Rechtsbijstandverleners

- Advocaat: in procedures voor de kantonrechter en in kortgedingprocedures mogen
partijen zonde advocaat verschijnen.  alle andere verplicht.
- Andere rechtshulpverleners een vertrouwenspersoon of een gemachtigde kan het
woord voeren tijdens een zitting (moet wel handelingsbekwaam zijn). (of
vertegenwoordigers van rechtsbijstandsverzekeraars, juridisch adviseurs, incassobureaus
en verzekeraars)

De gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder is een door de Kroon (de koning en ministers) benoemd openbaar
ambtenaar met officiële ambtstaken:
- Uitbrengen van exploten: een exploot is een schriftelijke aanzegging of
mededeling van de ene partij aan de andere, die door een gerechtsdeurwaarder
wordt ondertekend en uitgebracht.
- Leggen van conservatoir beslag: als er tussen partijen een geschil bestaat
waarover geprocedeerd wordt of gaat worden, is er vaak behoefte om het geld
of zaken waarover het geschil bestaat veilig te stellen. De deurwaarder kan dit
veilig stellen.