Pro-actief Leven met de dood, betrokken, regie tot
het eind, spreken over de dood is geen
probleem = postmodern
Onbevangen Genieten van het leven, leven zonder de
dood, grenzen verkennen, eigen draai
geven aan het levenseinde = postmodern
Vertrouwde (minst) Leven na de dood, gezin is belangrijk,
hechten zich aan regels en zijn
plichtsgetrouw, willen graag afscheid
nemen, rouwrituelen = traditioneel
Rationeel Gericht op vriendschap en familie,
verdringing van de dood, zelden rol als
mantelzorger, dood is een taboe =
modern
Sociaal (meest) Bang voor de dood, gevoelig voor hypes,
dood ontkennen = modern
Analytische ethiek Op zoek naar een oplossing; ethische
afwegingen maken
Hermeneutische ethiek Op zoek naar de betekenis /
veronderstellingen, bv. wat verstaan we
onder veiligheid
Eed van Hippocrates Eed waarin artsen zichzelf verplichten
bepaalde beroepsregels te handhaven
Deugdenethiek Richt zich op de eigenschappen die nodig
zijn om iets goed te doen, nagedacht over
diegene die handelt
Plichtenethiek Richt zich op de aard van de handeling
zelf ongeacht de gevolgen (deontologie)
Gevolgenethiek De gevolgen van het handelen; zoveel
mogelijk voordeel voor zoveel mogelijk
mensen (consequentialisme)
Zorgethiek De relatie tussen de betrokken mensen,
gaat uit van de zorgrelatie
Ethiek Kritisch nadenken over goed handelen
Moraal Door mensen gehanteerde
uitgangspunten voor ‘goed’ handelen
Morele vraag Wat is goed handelen?
Moreel dilemma Beide handelswijzen zijn moreel
bezwaarlijk
, Norm Gedragsregel
Waarde Idee dat je wilt nastreven
Palliatieve zorg Benadering die de kwaliteit van leven
verbeterd door het verlichten van lijden,
vanaf het moment dat genezing niet meer
mogelijk is
Terminale zorg Als je binnen 3 maanden overlijdt
(hospice)
Palliatieve sedatie Als je maximaal 2 weken te leven hebt
Performance status Gevolgen van het symptoom voor het
lichamelijk functioneren
Moreel beraad Zelfonderzoek naar waarden en normen
aan de hand van eigen casus
Socratische dialoog Hierbij onderzoek je vooral je eigen
vooronderstellingen en morele oordelen
Dilemma-methode Je brengt het dilemma in kaart
Expliciteren Een ervaring onder woorden brengen en
vertellen aan je groepsgenoten
Concretiseren Het concreet willen maken, het beschrijven
van je voelen, denken, handelen en willen
in een situatie
Problematiseren Vragen stellen bij je eigen ervaring maar
op een ander en dieper niveau, je bent op
zoek naar de inbreng achter de inbreng
Generaliseren Hierbij probeer je de betekenis van de
ervaring uit te bereiden naar andere
werksituaties, als gelijken behandelen
Standaard Doel: uitspraak doen over een gewenst
uitvoeringsniveau binnen één discipline
(monodisciplinair) beschrijft een
uitvoeringsniveau dat behaald moet
worden
Richtlijn Document met aanbevelingen gericht op
het verbeteren van kwaliteit van zorg
Procedure Doel: duidelijkheid scheppen over
verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Legitimeren Het op een eenduidige wijze toetsen aan
de hand van vooraf opgestelde criteria
het eind, spreken over de dood is geen
probleem = postmodern
Onbevangen Genieten van het leven, leven zonder de
dood, grenzen verkennen, eigen draai
geven aan het levenseinde = postmodern
Vertrouwde (minst) Leven na de dood, gezin is belangrijk,
hechten zich aan regels en zijn
plichtsgetrouw, willen graag afscheid
nemen, rouwrituelen = traditioneel
Rationeel Gericht op vriendschap en familie,
verdringing van de dood, zelden rol als
mantelzorger, dood is een taboe =
modern
Sociaal (meest) Bang voor de dood, gevoelig voor hypes,
dood ontkennen = modern
Analytische ethiek Op zoek naar een oplossing; ethische
afwegingen maken
Hermeneutische ethiek Op zoek naar de betekenis /
veronderstellingen, bv. wat verstaan we
onder veiligheid
Eed van Hippocrates Eed waarin artsen zichzelf verplichten
bepaalde beroepsregels te handhaven
Deugdenethiek Richt zich op de eigenschappen die nodig
zijn om iets goed te doen, nagedacht over
diegene die handelt
Plichtenethiek Richt zich op de aard van de handeling
zelf ongeacht de gevolgen (deontologie)
Gevolgenethiek De gevolgen van het handelen; zoveel
mogelijk voordeel voor zoveel mogelijk
mensen (consequentialisme)
Zorgethiek De relatie tussen de betrokken mensen,
gaat uit van de zorgrelatie
Ethiek Kritisch nadenken over goed handelen
Moraal Door mensen gehanteerde
uitgangspunten voor ‘goed’ handelen
Morele vraag Wat is goed handelen?
Moreel dilemma Beide handelswijzen zijn moreel
bezwaarlijk
, Norm Gedragsregel
Waarde Idee dat je wilt nastreven
Palliatieve zorg Benadering die de kwaliteit van leven
verbeterd door het verlichten van lijden,
vanaf het moment dat genezing niet meer
mogelijk is
Terminale zorg Als je binnen 3 maanden overlijdt
(hospice)
Palliatieve sedatie Als je maximaal 2 weken te leven hebt
Performance status Gevolgen van het symptoom voor het
lichamelijk functioneren
Moreel beraad Zelfonderzoek naar waarden en normen
aan de hand van eigen casus
Socratische dialoog Hierbij onderzoek je vooral je eigen
vooronderstellingen en morele oordelen
Dilemma-methode Je brengt het dilemma in kaart
Expliciteren Een ervaring onder woorden brengen en
vertellen aan je groepsgenoten
Concretiseren Het concreet willen maken, het beschrijven
van je voelen, denken, handelen en willen
in een situatie
Problematiseren Vragen stellen bij je eigen ervaring maar
op een ander en dieper niveau, je bent op
zoek naar de inbreng achter de inbreng
Generaliseren Hierbij probeer je de betekenis van de
ervaring uit te bereiden naar andere
werksituaties, als gelijken behandelen
Standaard Doel: uitspraak doen over een gewenst
uitvoeringsniveau binnen één discipline
(monodisciplinair) beschrijft een
uitvoeringsniveau dat behaald moet
worden
Richtlijn Document met aanbevelingen gericht op
het verbeteren van kwaliteit van zorg
Procedure Doel: duidelijkheid scheppen over
verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Legitimeren Het op een eenduidige wijze toetsen aan
de hand van vooraf opgestelde criteria
