MINOR BEDRIJFSRECHT
Arbeidsrelaties: rechten
Samenvatting van het vak ‘’Arbeidsrelaties: rechten’’ dat wordt gegeven tijdens de minor
Bedrijfsrecht.
0
,Inhoudsopgave
Lesweek 1 ...................................................................................................................................................... 2
Casus lesweek 1........................................................................................................................................... 5
Lesweek 2 ...................................................................................................................................................... 6
Casus lesweek 2........................................................................................................................................... 9
Lesweek 3 .................................................................................................................................................... 10
Casus lesweek 3......................................................................................................................................... 13
Lesweek 4 .................................................................................................................................................... 15
Lesweek 5 .................................................................................................................................................... 19
Lesweek 6 .................................................................................................................................................... 21
1
, Lesweek 1
Twee soorten rechtsgebieden:
1. Publiekrecht: dit regelt de rechtsverhouding tussen de overheid en de burgers, maar
ook tussen overheden onderling (bijvoorbeeld Provincie tegen Waterschap). Hierbij staat
het algemeen belang centraal. Het staats-, bestuurs-, strafrecht en het recht van de
Europese Unie maken deel uit van het publiekrecht.
2. Privaatrecht (synoniem burgerlijk recht): dit regelt de rechtsverhouding tussen personen
onderling. Hierbij staat het individueel belang centraal.
Het arbeidsrecht is onderdeel van het privaatrecht. Het arbeidsrecht regelt de
rechtsverhouding tussen werkgevers en werknemers.
Soorten recht:
1. Dwingend recht: werkgevers en werknemers mogen niet van deze rechtsregels
afwijken, of niet ten nadele van de werknemer. Als toch van deze regels wordt
afgeweken is dit zonder een rechtsgevolg (nietig = wordt als niet-geschreven gehouden
en wettelijke bepaling geldt alsnog). Dit is meestal ter bescherming van de zwakkere
partij (bijvoorbeeld de werknemer). Het wetsartikel geeft sancties of nietig aan.
Voorbeeld: de werkgever heeft de plicht om de werknemer schriftelijk te informeren over
een aantal zaken, zoals de standplaats, vakantiedagen en opzegtermijn, betreffende de
gesloten overeenkomst (art. 7:655 BW).
2. Driekwart-dwingend recht: van deze rechtsregels mag er worden afgeweken bij een
collectieve arbeidsovereenkomst (hierna cao). Alleen werkgevers en vakbonden kunnen
gezamenlijk door het opstellen van een cao afwijken van de wet (ten voor- of nadelen
van de werknemer).
Voorbeeld: in de wet staat dat de proeftijd maximaal één maand is. In de cao MBT
Metaalbewerking wordt hiervan afgeweken en geldt een maximale proeftijd van twee
maanden.
3. Semi-dwingend recht: partijen mogen van deze rechtsregels afwijken met een
schriftelijke overeenkomst. Werkgevers en werknemers mogen individueel afwijken van
de wet.
Voorbeelden: gedurende de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst kan
worden afgesproken dat, als er niets wordt gewerkt, geen loon verschuldigd is (art. 7:628,
lid 5 BW) en niet uitbetalen van de eerste (maximaal) twee dagen bij
arbeidsongeschiktheid (art. 7:629, lid 9 BW).
4. Aanvullend recht: alle rechtsregels waarvan altijd – ook individueel en mondeling – mag
worden afgeweken. Dit soort recht komt weinig voor in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
(hierna BW).
Voorbeeld: art. 7:622 BW, plaats waar het loon uitbetaald moet worden.
2
Arbeidsrelaties: rechten
Samenvatting van het vak ‘’Arbeidsrelaties: rechten’’ dat wordt gegeven tijdens de minor
Bedrijfsrecht.
0
,Inhoudsopgave
Lesweek 1 ...................................................................................................................................................... 2
Casus lesweek 1........................................................................................................................................... 5
Lesweek 2 ...................................................................................................................................................... 6
Casus lesweek 2........................................................................................................................................... 9
Lesweek 3 .................................................................................................................................................... 10
Casus lesweek 3......................................................................................................................................... 13
Lesweek 4 .................................................................................................................................................... 15
Lesweek 5 .................................................................................................................................................... 19
Lesweek 6 .................................................................................................................................................... 21
1
, Lesweek 1
Twee soorten rechtsgebieden:
1. Publiekrecht: dit regelt de rechtsverhouding tussen de overheid en de burgers, maar
ook tussen overheden onderling (bijvoorbeeld Provincie tegen Waterschap). Hierbij staat
het algemeen belang centraal. Het staats-, bestuurs-, strafrecht en het recht van de
Europese Unie maken deel uit van het publiekrecht.
2. Privaatrecht (synoniem burgerlijk recht): dit regelt de rechtsverhouding tussen personen
onderling. Hierbij staat het individueel belang centraal.
Het arbeidsrecht is onderdeel van het privaatrecht. Het arbeidsrecht regelt de
rechtsverhouding tussen werkgevers en werknemers.
Soorten recht:
1. Dwingend recht: werkgevers en werknemers mogen niet van deze rechtsregels
afwijken, of niet ten nadele van de werknemer. Als toch van deze regels wordt
afgeweken is dit zonder een rechtsgevolg (nietig = wordt als niet-geschreven gehouden
en wettelijke bepaling geldt alsnog). Dit is meestal ter bescherming van de zwakkere
partij (bijvoorbeeld de werknemer). Het wetsartikel geeft sancties of nietig aan.
Voorbeeld: de werkgever heeft de plicht om de werknemer schriftelijk te informeren over
een aantal zaken, zoals de standplaats, vakantiedagen en opzegtermijn, betreffende de
gesloten overeenkomst (art. 7:655 BW).
2. Driekwart-dwingend recht: van deze rechtsregels mag er worden afgeweken bij een
collectieve arbeidsovereenkomst (hierna cao). Alleen werkgevers en vakbonden kunnen
gezamenlijk door het opstellen van een cao afwijken van de wet (ten voor- of nadelen
van de werknemer).
Voorbeeld: in de wet staat dat de proeftijd maximaal één maand is. In de cao MBT
Metaalbewerking wordt hiervan afgeweken en geldt een maximale proeftijd van twee
maanden.
3. Semi-dwingend recht: partijen mogen van deze rechtsregels afwijken met een
schriftelijke overeenkomst. Werkgevers en werknemers mogen individueel afwijken van
de wet.
Voorbeelden: gedurende de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst kan
worden afgesproken dat, als er niets wordt gewerkt, geen loon verschuldigd is (art. 7:628,
lid 5 BW) en niet uitbetalen van de eerste (maximaal) twee dagen bij
arbeidsongeschiktheid (art. 7:629, lid 9 BW).
4. Aanvullend recht: alle rechtsregels waarvan altijd – ook individueel en mondeling – mag
worden afgeweken. Dit soort recht komt weinig voor in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
(hierna BW).
Voorbeeld: art. 7:622 BW, plaats waar het loon uitbetaald moet worden.
2