SAMENVATTING – INTERDISCIPLINAIRE PERSPECTIEVEN OP ARBEID EN
GEZONDHEID
Les 1
Basismodellen
1. Een inleidende cursus (inhoud van de cursus)
− Kernvariabelen en – processen ivm arbeid en gezondheid
− Theoretische kaders ivm arbeid en gezondheid
− Onderzoeksbevindingen ivm arbeid en gezondheid
− Interdisciplinaire benadering van arbeid en gezondheid
2. Kernvragen (onderdeel Vlerick)
− Welke werkaspecten beïnvloeden het (psychisch) functioneren/de gezondheid van
werknemers?
− Wat zijn de micro-, meso-, en macro-gevolgen van het uitvoeren van werk?
3. Conceptueel kader
− Psychologisch functioneren/gezondheid: willen we voorspellen (afhankelijke variabelen)
o Voorbeeld gedrag: burn-out
o Voorbeeld welzijn: job satisfactie
o Voorbeeld attitude: rekening houden met straling op OK
− Arbeidssituatie: beïnvloedende factoren (onafhankelijke variabelen, oorzaken,
determinanten, energievreters)
− 5 A’s (job analyseren ikv 5 A’s)
o Arbeidsinhoud
▪ Voorbeeld: variatie/inhoud van de job
o Arbeidsomstandigheden
, ▪ Voorbeeld: protectiemateriaal
o Arbeidsvoorwaarden
▪ Voorbeeld: auto, dienstencheques (positief/negatief)
o Arbeidsverhouding
▪ Voorbeeld: relatie met collega’s
o Arbeidsorganisatie
▪ Voorbeeld: bedrijfscultuur (positief/negatief)
• Groot ziekenhuis, klein ziekenhuis
• Privé ziekenhuis, publiek ziekenhuis
− Moderator
o Een derde variabele die los staat van de onafhankelijke en de afhankelijke variabele
o Een derde variabele die de relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele
beïnvloedt (versterken/afzwakken)
o Variabele buiten de werkcontext die de relatie beïnvloed
o Voorbeelden: geslacht, leeftijd, alleen wonen/samen wonen, wetgeving
▪ Mensen die alleen wonen ervaren mogelijks meer negatieve gevolgen van
stress dan mensen die niet alleen wonen
o Kan ook op macro-niveau: bijvoorbeeld kenmerken van een land
− Mediator
o Een derde variabele die afhankelijk is van de onafhankelijke variabele
o Een derde variabele die het effect van de onafhankelijke variabele omzet in een
afhankelijke variabele
o Verklaringsmechanisme
o Voorbeelden
▪ Goede relatie met baas → vertrouwen in baas (mediator) → performanter
werken
▪ FOMO → meer ICT-gebruiken (mediator) → kan invloed hebben op
slaapkwaliteit
• Met andere woorden: direct verband tussen FOMO en
slaapkwaliteit, why (verklaring) = ICT-gebruik
▪ Er bestaat een verband tussen mentale stress en gezondheid
• Mentale stress → invloed op darmbacteriën
• Darmbacteriën → fysieke gezondheid
− Soms kan een mediator ook een moderator zijn afhankelijk van hoe je de variabele
formuleert
,4. Arbeidspsychologische modellen
4.1 Michigan-model (Kahn et al., 1964)
− Wil je gezondheid en ziekte begrijpen dan weten we dat dit samen hangt met stress-reacties
− Stress hangt ook samen met de subjectieve omgeving
− We leven in een objectieve omgeving, maar creëren er een subjectieve omgeving (betekenis
geven) van door bijvoorbeeld te piekeren
− Deze subjectieve omgeving (oa wat je denkt van iemand) speelt een grotere rol in de stress-
reacties dan de objectieve omgeving
o Het is niet van de grootte van het ziekenhuis dat je stress krijgt (objectief)
o Maar wel van de betekenis die je er zelf aan geeft (sibjectief)
− EXAMEN: 2 soorten moderatoren
o MAAR dit hangt af van moderatoren zoals persoonlijkheid (individuele kenmerk)
o MAAR dit hangt af van moderatoren zoals sociale ondersteuning (omgevingskenmerk)
▪ Goede sociale ondersteuning kan de relatie tussen stress en
gezondheid/ziekte doen afzwakken
4.2 Job Characteristics Model (Hackman & Oldman, 1976)
− Vraag: beschrijf je droomjob
− Afhankelijke variabelen (outcomes)
o Job satisfactie
o Intrinsieke motivatie
o Werk effectiviteit
o Verminderde afwezigheid
o Verminderde turnover
− Hangt samen met enkele job karakteristieken (zie 5A’s)
5 kenmerken eigen aan ideale jobs
o 1. Variëteit van vaardigheden
o 2. Task identity: in welke mate is je job duidelijk afgelijnd, weet je wat de grenzen zijn
van je taak
o 3. Task significance: wat je doet vind je zinvol/betekenisgevend
o 4. Autonomie
o 5. Feedback ontvangen
− 3 mediatoren, verklaringsmechanismen (EXAMEN)
o Betekenisgevende factoren
▪ Meer variatie + duidelijk aflijning + zinvol → meer betekenisgevend →
uitkomsten
o Verantwoordelijkheid
▪ Meer autonomie → meer verantwoordelijk voelen → uitkomsten
o Het hebben van kennis
▪ Meer feedback → meer kennis → uitkomsten
− Kortom: je kan je job zodanig ontwerpen
− EXAMEN: 1 moderator
o Groei behoefte
▪ Niet iedereen wil autonomie, wil feedback krijgen → mensen verschillen
▪ Het positieve effect van deze 5 job kenmerken zal voornamelijk aanslaan bij
mensen met een grote groeibehoefte
, ▪ Mensen met een grote groei behoefte hebben meer voordelen van deze
jobkenmerken dan anderen
4.3 Person-Environment fit model (French, 1981)
− Manier van kijken naar problemen
− Elke mens heeft een objectieve omgeving
o Maar je vormt het tot een subjectieve omgeving (zie Michigan model)
− Je bent een objectief persoon
o Maar je hebt een bepaald zelfbeeld (subjectief persoon)
− Ideaal: fit tussen omgeving en persoon
o Objectieve misfit (mo)
▪ Voorbeeld: objectieve omgeving vereist een masterdiploma, maar heb je
momenteel nog niet
o Subjectieve misfit (ms)
▪ Voorbeeld: ik verwacht een intellectueel uitdagende job, maar mijn
subjectieve omgeving verwacht dit niet
− Dit model kijkt naar hoe mensen omgaan met een misfit = verschillende reacties
o Sommige mensen gaan dit reduceren door sociale steun te zoeken (copingedrag)
o Anderen gaan gebruik maken van projectie/verdringing (schuld op een ander
pojecteren) (defensiemechanisme)
− Een misfit kan leiden tot stressreacties en vervolgens gezondheid en ziekte beïnvloeden
− Vraag: hoe kan misfit gemeten worden?
4.4 JDC(S)-model (Karasek, 1979)
− Drie belangrijke kenmerken waarmee je arbeid en gezondheid kan beschrijven
o Psychological demands
▪ Taakeisen: werklast, regelvereisten, werkdruk, tijdsdruk
▪ Wat er van u verwacht wordt
▪ Niet bij iedereen hetzelfde
o Decision latitude
▪ Niet iedereen heeft evenveel zeggenschap = desicion authority
▪ Niet iedereen kan zijn vaardigheden evenveel gebruiken en ontwikkelen =
skill descretion
▪ Beslissingsruimte: controle, regelmogelijkheden, autonomie
o Social support
▪ Van de chef en collega’s
▪ Niet iedereen krijgt evenveel sociale steun
− 2 dimensies: job demands en decision lattitude
o Rechts onderaan: high strain (cel 1)
▪ Hoge job demands
▪ Lage decision lattitude
▪ Vergrote kans (at risk) op gezondheidsklachten
o Links bovenaan: low strain (cel 3)
▪ Lage job demands
▪ Hoge decision lattitude
o Links onderaan: passive (cel 4)
▪ Lage job demands (9 to 5)
▪ Lage decision lattitude (passieve job)
▪ Vervelen zich
GEZONDHEID
Les 1
Basismodellen
1. Een inleidende cursus (inhoud van de cursus)
− Kernvariabelen en – processen ivm arbeid en gezondheid
− Theoretische kaders ivm arbeid en gezondheid
− Onderzoeksbevindingen ivm arbeid en gezondheid
− Interdisciplinaire benadering van arbeid en gezondheid
2. Kernvragen (onderdeel Vlerick)
− Welke werkaspecten beïnvloeden het (psychisch) functioneren/de gezondheid van
werknemers?
− Wat zijn de micro-, meso-, en macro-gevolgen van het uitvoeren van werk?
3. Conceptueel kader
− Psychologisch functioneren/gezondheid: willen we voorspellen (afhankelijke variabelen)
o Voorbeeld gedrag: burn-out
o Voorbeeld welzijn: job satisfactie
o Voorbeeld attitude: rekening houden met straling op OK
− Arbeidssituatie: beïnvloedende factoren (onafhankelijke variabelen, oorzaken,
determinanten, energievreters)
− 5 A’s (job analyseren ikv 5 A’s)
o Arbeidsinhoud
▪ Voorbeeld: variatie/inhoud van de job
o Arbeidsomstandigheden
, ▪ Voorbeeld: protectiemateriaal
o Arbeidsvoorwaarden
▪ Voorbeeld: auto, dienstencheques (positief/negatief)
o Arbeidsverhouding
▪ Voorbeeld: relatie met collega’s
o Arbeidsorganisatie
▪ Voorbeeld: bedrijfscultuur (positief/negatief)
• Groot ziekenhuis, klein ziekenhuis
• Privé ziekenhuis, publiek ziekenhuis
− Moderator
o Een derde variabele die los staat van de onafhankelijke en de afhankelijke variabele
o Een derde variabele die de relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele
beïnvloedt (versterken/afzwakken)
o Variabele buiten de werkcontext die de relatie beïnvloed
o Voorbeelden: geslacht, leeftijd, alleen wonen/samen wonen, wetgeving
▪ Mensen die alleen wonen ervaren mogelijks meer negatieve gevolgen van
stress dan mensen die niet alleen wonen
o Kan ook op macro-niveau: bijvoorbeeld kenmerken van een land
− Mediator
o Een derde variabele die afhankelijk is van de onafhankelijke variabele
o Een derde variabele die het effect van de onafhankelijke variabele omzet in een
afhankelijke variabele
o Verklaringsmechanisme
o Voorbeelden
▪ Goede relatie met baas → vertrouwen in baas (mediator) → performanter
werken
▪ FOMO → meer ICT-gebruiken (mediator) → kan invloed hebben op
slaapkwaliteit
• Met andere woorden: direct verband tussen FOMO en
slaapkwaliteit, why (verklaring) = ICT-gebruik
▪ Er bestaat een verband tussen mentale stress en gezondheid
• Mentale stress → invloed op darmbacteriën
• Darmbacteriën → fysieke gezondheid
− Soms kan een mediator ook een moderator zijn afhankelijk van hoe je de variabele
formuleert
,4. Arbeidspsychologische modellen
4.1 Michigan-model (Kahn et al., 1964)
− Wil je gezondheid en ziekte begrijpen dan weten we dat dit samen hangt met stress-reacties
− Stress hangt ook samen met de subjectieve omgeving
− We leven in een objectieve omgeving, maar creëren er een subjectieve omgeving (betekenis
geven) van door bijvoorbeeld te piekeren
− Deze subjectieve omgeving (oa wat je denkt van iemand) speelt een grotere rol in de stress-
reacties dan de objectieve omgeving
o Het is niet van de grootte van het ziekenhuis dat je stress krijgt (objectief)
o Maar wel van de betekenis die je er zelf aan geeft (sibjectief)
− EXAMEN: 2 soorten moderatoren
o MAAR dit hangt af van moderatoren zoals persoonlijkheid (individuele kenmerk)
o MAAR dit hangt af van moderatoren zoals sociale ondersteuning (omgevingskenmerk)
▪ Goede sociale ondersteuning kan de relatie tussen stress en
gezondheid/ziekte doen afzwakken
4.2 Job Characteristics Model (Hackman & Oldman, 1976)
− Vraag: beschrijf je droomjob
− Afhankelijke variabelen (outcomes)
o Job satisfactie
o Intrinsieke motivatie
o Werk effectiviteit
o Verminderde afwezigheid
o Verminderde turnover
− Hangt samen met enkele job karakteristieken (zie 5A’s)
5 kenmerken eigen aan ideale jobs
o 1. Variëteit van vaardigheden
o 2. Task identity: in welke mate is je job duidelijk afgelijnd, weet je wat de grenzen zijn
van je taak
o 3. Task significance: wat je doet vind je zinvol/betekenisgevend
o 4. Autonomie
o 5. Feedback ontvangen
− 3 mediatoren, verklaringsmechanismen (EXAMEN)
o Betekenisgevende factoren
▪ Meer variatie + duidelijk aflijning + zinvol → meer betekenisgevend →
uitkomsten
o Verantwoordelijkheid
▪ Meer autonomie → meer verantwoordelijk voelen → uitkomsten
o Het hebben van kennis
▪ Meer feedback → meer kennis → uitkomsten
− Kortom: je kan je job zodanig ontwerpen
− EXAMEN: 1 moderator
o Groei behoefte
▪ Niet iedereen wil autonomie, wil feedback krijgen → mensen verschillen
▪ Het positieve effect van deze 5 job kenmerken zal voornamelijk aanslaan bij
mensen met een grote groeibehoefte
, ▪ Mensen met een grote groei behoefte hebben meer voordelen van deze
jobkenmerken dan anderen
4.3 Person-Environment fit model (French, 1981)
− Manier van kijken naar problemen
− Elke mens heeft een objectieve omgeving
o Maar je vormt het tot een subjectieve omgeving (zie Michigan model)
− Je bent een objectief persoon
o Maar je hebt een bepaald zelfbeeld (subjectief persoon)
− Ideaal: fit tussen omgeving en persoon
o Objectieve misfit (mo)
▪ Voorbeeld: objectieve omgeving vereist een masterdiploma, maar heb je
momenteel nog niet
o Subjectieve misfit (ms)
▪ Voorbeeld: ik verwacht een intellectueel uitdagende job, maar mijn
subjectieve omgeving verwacht dit niet
− Dit model kijkt naar hoe mensen omgaan met een misfit = verschillende reacties
o Sommige mensen gaan dit reduceren door sociale steun te zoeken (copingedrag)
o Anderen gaan gebruik maken van projectie/verdringing (schuld op een ander
pojecteren) (defensiemechanisme)
− Een misfit kan leiden tot stressreacties en vervolgens gezondheid en ziekte beïnvloeden
− Vraag: hoe kan misfit gemeten worden?
4.4 JDC(S)-model (Karasek, 1979)
− Drie belangrijke kenmerken waarmee je arbeid en gezondheid kan beschrijven
o Psychological demands
▪ Taakeisen: werklast, regelvereisten, werkdruk, tijdsdruk
▪ Wat er van u verwacht wordt
▪ Niet bij iedereen hetzelfde
o Decision latitude
▪ Niet iedereen heeft evenveel zeggenschap = desicion authority
▪ Niet iedereen kan zijn vaardigheden evenveel gebruiken en ontwikkelen =
skill descretion
▪ Beslissingsruimte: controle, regelmogelijkheden, autonomie
o Social support
▪ Van de chef en collega’s
▪ Niet iedereen krijgt evenveel sociale steun
− 2 dimensies: job demands en decision lattitude
o Rechts onderaan: high strain (cel 1)
▪ Hoge job demands
▪ Lage decision lattitude
▪ Vergrote kans (at risk) op gezondheidsklachten
o Links bovenaan: low strain (cel 3)
▪ Lage job demands
▪ Hoge decision lattitude
o Links onderaan: passive (cel 4)
▪ Lage job demands (9 to 5)
▪ Lage decision lattitude (passieve job)
▪ Vervelen zich