Geef het stokje goed door!
Een onderzoek over de overdracht tussen de diensten
, 1.Samenvatting
Aanleiding
Op de Afdeling XXXX van X X verloopt de overdracht tussen de diensten niet efficiënt. Zo
heeft de huidige overdracht geen vast tijdstip of is er helemaal geen overdracht. Ook kent de
overdracht geen standaardmethode en worden zorgverleners regelmatig gestoord tijdens het
overdragen.
Probleemanalyse
Er is geen efficiënte overdracht, waardoor er interventies verkeerd, dubbel of niet worden
uitgevoerd. Dit veroorzaakt onduidelijkheid, en kan leiden tot onveilige situaties voor cliënten.
Tijdens de overdracht zijn er vaak geen zorgverleners op de werkvloer om te reageren op
vragen waardoor de overdracht veel gestoord wordt en erg lang kan duren.
Vraagstelling
De vraagstelling van dit onderzoek luidt als volgt: “Welke informatie hebben zorgverleners op
de afdeling XXXX nodig om efficiënt en effectief zorg te verlenen, en hoe ziet deze
overdracht eruit?”
Methoden
Uit de literatuur belangrijke topics gekomen die verder onderzocht moeten worden in het
praktijkonderzoek. Het praktijkonderzoek bestaat uit 3 interviews waarin naar de mening van
6 zorgverleners wordt gevraagd. De gespreksuitkomsten zijn geanalyseerd met behulp van
het model van Glaser en Strauss (1967).
Resultaten
Onderzoek toont aan dat zorgverleners tijdens de overdracht geïnformeerd willen worden
over veranderingen in medicatie, artsenvisite en overige bijzonderheden. Gedurende de
overdracht zal er altijd iemand op de werkvloer aanwezig moeten zijn, zodat de continuïteit
van zorg aan cliënten gewaarborgd kan worden en stoormomenten worden geminimaliseerd.
De overdracht mag maximaal 15 minuten duren. Het meest geschikte moment voor de
overdracht moet per dag bekeken worden en in de ochtend worden afgesproken. De
interviews tonen aan dat zorgverleners op de afdeling het liefst met de CUBAN-methode
werken.
Discussie
De bestaande literatuur is veelal afkomstig van dezelfde auteurs. Deze auteurs hebben veel
ervaring opgedaan met de overdacht tussen de diensten, dit kan de validiteit van dit
onderzoek bevorderen. Het onderzoek is gebaseerd op de gespreksuitkomsten van 6
personen (dit betreft 15,8% van de zorgverleners op de afdeling XXXX. Door deze kleine
populatie kunnen er wellicht afwijkende meningen ontbreken.
Aanbevelingen
Het overdrachtsmoment dient een formeel moment te worden. Collega’s moeten elkaar
durven aanspreken om ervoor te zorgen dat enkel de afgesproken onderwerpen besproken
worden tijdens de overdracht. De CUBAN-methode kan een hulpmiddel zijn om de
overdracht formeel en binnen de afgesproken tijd te laten verlopen.
Conclusie
Met behulp van de aanbevelingen uit dit onderzoek kan de afdeling XXXX de efficiëntie en
effectiviteit van de overdracht verbeteren. Zorgverleners hebben informatie nodig over
bijzonderheden, artsenvisite en medicatie veranderingen. De overdracht moet een formeel
en ongestoord moment worden van ongeveer 15 minuten. Om dit te realiseren kan de
CUBAN-methode als hulpmiddel worden gebruikt en moet er altijd een medewerker op de
werkvloer blijven om continuïteit van zorg te garanderen en stoormomenten te voorkomen.
2
Een onderzoek over de overdracht tussen de diensten
, 1.Samenvatting
Aanleiding
Op de Afdeling XXXX van X X verloopt de overdracht tussen de diensten niet efficiënt. Zo
heeft de huidige overdracht geen vast tijdstip of is er helemaal geen overdracht. Ook kent de
overdracht geen standaardmethode en worden zorgverleners regelmatig gestoord tijdens het
overdragen.
Probleemanalyse
Er is geen efficiënte overdracht, waardoor er interventies verkeerd, dubbel of niet worden
uitgevoerd. Dit veroorzaakt onduidelijkheid, en kan leiden tot onveilige situaties voor cliënten.
Tijdens de overdracht zijn er vaak geen zorgverleners op de werkvloer om te reageren op
vragen waardoor de overdracht veel gestoord wordt en erg lang kan duren.
Vraagstelling
De vraagstelling van dit onderzoek luidt als volgt: “Welke informatie hebben zorgverleners op
de afdeling XXXX nodig om efficiënt en effectief zorg te verlenen, en hoe ziet deze
overdracht eruit?”
Methoden
Uit de literatuur belangrijke topics gekomen die verder onderzocht moeten worden in het
praktijkonderzoek. Het praktijkonderzoek bestaat uit 3 interviews waarin naar de mening van
6 zorgverleners wordt gevraagd. De gespreksuitkomsten zijn geanalyseerd met behulp van
het model van Glaser en Strauss (1967).
Resultaten
Onderzoek toont aan dat zorgverleners tijdens de overdracht geïnformeerd willen worden
over veranderingen in medicatie, artsenvisite en overige bijzonderheden. Gedurende de
overdracht zal er altijd iemand op de werkvloer aanwezig moeten zijn, zodat de continuïteit
van zorg aan cliënten gewaarborgd kan worden en stoormomenten worden geminimaliseerd.
De overdracht mag maximaal 15 minuten duren. Het meest geschikte moment voor de
overdracht moet per dag bekeken worden en in de ochtend worden afgesproken. De
interviews tonen aan dat zorgverleners op de afdeling het liefst met de CUBAN-methode
werken.
Discussie
De bestaande literatuur is veelal afkomstig van dezelfde auteurs. Deze auteurs hebben veel
ervaring opgedaan met de overdacht tussen de diensten, dit kan de validiteit van dit
onderzoek bevorderen. Het onderzoek is gebaseerd op de gespreksuitkomsten van 6
personen (dit betreft 15,8% van de zorgverleners op de afdeling XXXX. Door deze kleine
populatie kunnen er wellicht afwijkende meningen ontbreken.
Aanbevelingen
Het overdrachtsmoment dient een formeel moment te worden. Collega’s moeten elkaar
durven aanspreken om ervoor te zorgen dat enkel de afgesproken onderwerpen besproken
worden tijdens de overdracht. De CUBAN-methode kan een hulpmiddel zijn om de
overdracht formeel en binnen de afgesproken tijd te laten verlopen.
Conclusie
Met behulp van de aanbevelingen uit dit onderzoek kan de afdeling XXXX de efficiëntie en
effectiviteit van de overdracht verbeteren. Zorgverleners hebben informatie nodig over
bijzonderheden, artsenvisite en medicatie veranderingen. De overdracht moet een formeel
en ongestoord moment worden van ongeveer 15 minuten. Om dit te realiseren kan de
CUBAN-methode als hulpmiddel worden gebruikt en moet er altijd een medewerker op de
werkvloer blijven om continuïteit van zorg te garanderen en stoormomenten te voorkomen.
2
