c
De vier belangrijkste aspecten van verdragen zijn:
1. De omschrijving van een verdrag.
2. De totstandkoming van een verdrag.
3. De benaming en structuur van een verdrag.
4. De onderscheiding tussen bilaterale en multilaterale verdragen.
Een verdrag is een overeenkomst tussen staten waarbij deze ten opzichte van elkaar
bepaalde verplichtingen aangaan.
Een verdrag komt in drie fasen tot stand:
1. Onderhandelingen.
2. Ondertekening.
3. Ratificatie.
De staten voeren zelf uit wat zij in een verdrag hebben
afgesproken. Verdrag tussen 2 staten.
I.P.V multilateraal wordt er ook gesproken van plutrilaterale verdragen.
Een internationale organisatie is een lichaam, opgericht bij een verdrag en voorzien
van een of meer organen met als taak het op duurzame wijze behartigen van
gemeenschappelijke belangen van staten.
Inhoud oprichtingsverdrag:
½ Welke rechten en plichten de staten ten opzichte van elkaar en ten opzichte
van de internationale organisatie hebben.
½ Van zijn de taken van de internationale organisatie.
½ Welke staten zijn lid van die organisatie en of andere staten toe kunnen
treden.
½ Of en onder welke voorwaarden staten de internationale organisatie kunnen
verlaten.
½ Welke structuur de internationale organisatie heeft ( organen).
½ Hoe deze organisatie gefinancierd wordt.
½ Waar is deze organisatie gevestigd en hoe wordt het personeel wordt
aangesteld.
, Er zijn meerdere soorten organisaties:
½ ï
VN.
½ ^
NAVO, WEU ( West-Europese unie).
½
WTO, IMF, OESO.
½ c
ILO, WHO, FAO.
½ º
Deze organisaties houden zich bezig met het internationale postverkeer,
toerisme, cultuur, meteorologie en industriële eigendom.
Het voornaamste orgaan is de raad. Deze komt een
keer per jaar bijeen. Het tweede orgaan is het dagelijkse bestuur. Deze wordt om
beurten gekozen door de Raad. Een organisatie heeft ook een secretariaat. Onder
leiding van een secretaris-generaal.
Tegenover intergouvernementele organisaties staan supranationale organisaties.
Deze organisaties hebben veelal meerdere organen en meerdere specifieke
bevoegdheden. De bevoegdheden hebben betrekking tot rechtspraak, bestuur en
wetgeving. ( VN, NAVO, EU). Supranationale organisaties staan binnen bepaalde
grenzen boven de staten.
Besluiten worden genomen met een bepaalde meerderheid van stemmen.
De EU is opgericht in 1993 en heeft 25 lidstaten. De EU bestaat uit de volgende drie
onderdelen:
½ Twee Europese Gemeenschappen. ( Euratom( ook wel EGA), EG).
½ Samenwerking op gebied van de buitenlandse betrekkingen en veiligheid.
½ Samenwerking op het gebied van politie en justitie.
V
De Europese gemeenschap heette tot 1993 de Europese Economische
Gemeenschappen.
De EGA is opgericht bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap
voor Atoomenergie. In werking sinds 1958.
De EEG is opgericht bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische
Gemeenschap. In werking sinds 1958.
De vier belangrijkste aspecten van verdragen zijn:
1. De omschrijving van een verdrag.
2. De totstandkoming van een verdrag.
3. De benaming en structuur van een verdrag.
4. De onderscheiding tussen bilaterale en multilaterale verdragen.
Een verdrag is een overeenkomst tussen staten waarbij deze ten opzichte van elkaar
bepaalde verplichtingen aangaan.
Een verdrag komt in drie fasen tot stand:
1. Onderhandelingen.
2. Ondertekening.
3. Ratificatie.
De staten voeren zelf uit wat zij in een verdrag hebben
afgesproken. Verdrag tussen 2 staten.
I.P.V multilateraal wordt er ook gesproken van plutrilaterale verdragen.
Een internationale organisatie is een lichaam, opgericht bij een verdrag en voorzien
van een of meer organen met als taak het op duurzame wijze behartigen van
gemeenschappelijke belangen van staten.
Inhoud oprichtingsverdrag:
½ Welke rechten en plichten de staten ten opzichte van elkaar en ten opzichte
van de internationale organisatie hebben.
½ Van zijn de taken van de internationale organisatie.
½ Welke staten zijn lid van die organisatie en of andere staten toe kunnen
treden.
½ Of en onder welke voorwaarden staten de internationale organisatie kunnen
verlaten.
½ Welke structuur de internationale organisatie heeft ( organen).
½ Hoe deze organisatie gefinancierd wordt.
½ Waar is deze organisatie gevestigd en hoe wordt het personeel wordt
aangesteld.
, Er zijn meerdere soorten organisaties:
½ ï
VN.
½ ^
NAVO, WEU ( West-Europese unie).
½
WTO, IMF, OESO.
½ c
ILO, WHO, FAO.
½ º
Deze organisaties houden zich bezig met het internationale postverkeer,
toerisme, cultuur, meteorologie en industriële eigendom.
Het voornaamste orgaan is de raad. Deze komt een
keer per jaar bijeen. Het tweede orgaan is het dagelijkse bestuur. Deze wordt om
beurten gekozen door de Raad. Een organisatie heeft ook een secretariaat. Onder
leiding van een secretaris-generaal.
Tegenover intergouvernementele organisaties staan supranationale organisaties.
Deze organisaties hebben veelal meerdere organen en meerdere specifieke
bevoegdheden. De bevoegdheden hebben betrekking tot rechtspraak, bestuur en
wetgeving. ( VN, NAVO, EU). Supranationale organisaties staan binnen bepaalde
grenzen boven de staten.
Besluiten worden genomen met een bepaalde meerderheid van stemmen.
De EU is opgericht in 1993 en heeft 25 lidstaten. De EU bestaat uit de volgende drie
onderdelen:
½ Twee Europese Gemeenschappen. ( Euratom( ook wel EGA), EG).
½ Samenwerking op gebied van de buitenlandse betrekkingen en veiligheid.
½ Samenwerking op het gebied van politie en justitie.
V
De Europese gemeenschap heette tot 1993 de Europese Economische
Gemeenschappen.
De EGA is opgericht bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap
voor Atoomenergie. In werking sinds 1958.
De EEG is opgericht bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische
Gemeenschap. In werking sinds 1958.
