DH SEMESTER 4 SAMENVATTING
Week 1: Ondervoeding
1. Breng verschillen en overeenkomsten tussen de SNAQ, SNAQrc en
SNAQ65+ in kaart.
- SNAQ = voor klinische patiënten/ ziekenhuis
- SNAQrc = wordt in verpleeg- en verzorgingshuizen gebruikt.
- SNAQ65+ = ouder van 65+ in de eerste lijn of revalidatiecentrum
Meetapparatuur
BIA = bio elektrische impedantie assessment ⇒ stroompje door je lichaam
● Je meet de weerstand in je lichaam; meer vetmassa = meer weerstand
● Rechterhand en rechter voet
● Ledematen uit elkaar
● Pacemaker of deep brain stimulator GEEN BIA uitvoeren
→ Ook niet als iemand zwanger is, brandwonden
Handknijpkracht
● Zittend of staand uitvoeren
● hoek van 90 graden
→ Stoel zonder leuning gebruiken
● Geen HKK uitvoeren als iemand een infuus heeft
● Hoogste waarden pakken
VVMI = vetvrije massa index
● kg / lengte2
Typen ondervoeding
1. Ziekte gerelateerd met inflammatie
a. Acute ziekte
i. IC, trauma
b. Chronische ziekte
i. Ziekte van Crohn
ii. Cachexie
2. Ziekte gerelateerd zonder inflammatie
a. CVA, parkinson, anorexia
3. Zonder ziekte
a. Socio economische, psychische
i. Geen geld voor eten, rauw proces, op straat leven, anorexia
b. Honger gerelateerd
i. 3e wereld landen
Inname vs. behoefte
,Inname van de cliënt = 720 kcal
H&B
● Gezonde mensen zonder problematiek
● bij obesitas, bmi boven de 30
WHO
● bij ziekte
Bij deze mevrouw gebruiken we de WHO
⇒ 30% toeslag want; ze is ziek en ze beweegt niet meer door heupbreuk.
Hierdoor heeft ze meer nodig, want ze heeft haar heup gebroken.
46% van haar behoefte eet ze nu.
Als de inname minder dan 50% is bij iemand die ondervoeding heeft ga je
SONDEVOEDING geven
Indirecte calorimetrie kan je ook gebruiken. Dat is niet altijd haalbaar. Hier meet je ook de
voedingsbehoefte in rust
Eiwitbehoefte
Huidige lichaamsgewicht kan je gebruiken om de eiwitbehoefte te berekenen
0,8 g / kg voor normale mensen
1,2 - 1,5 g / kg zou je voor de cliënt van de casus gebruiken. Als ze ook nog inflammatie
heeft zou je echt naar de 1,5 gaan
Diëtistische diagnose
- Leeftijd
- Aandoening
- Antropometrische gegevens
- Verbanden aanleggen
Week 2: Refeeding syndroom
,Ondervoeding:
Ernstige ondervoeding:
, Refeeding syndroom = je krijgt hormonale en metabole stoornissen, doordat je via
(par)enterale voeding ineens grote hoeveelheden calorieën of koolhydraten krijgt na een
langdurige periode waarin je niet of nauwelijks bent gevoed.
→ Bij het refeeding syndroom:
- Voordat je start met voeden wil je eerst altijd de labwaarden weten (bloed etc)! Ook
kan je vitamine B1 geven.
- Stel je geeft voeding en ziet dat de waarden van fosfaat dalen, moet je suppleren,
dus fosfaat geven.
- De voeding moet je altijd rustig opbouwen!
Behandeling refeeding syndroom:
- Het is belangrijk de voeding te verlagen naar 10 kcal/kg/dag of tijdelijk te staken
afhankelijk van de ernst van de klinische symptomen. De voeding dient niet verder
opgehoogd te worden tot stabilisatie van elektrolyten en / of herstel van de klinische
symptomen.
- Minimaal 30 minuten voor herstarten voeding: tenminste 100 mg thiamine. Dagelijks
t/m dag 5: 100 mg thiamine en 1x per dag gebalanceerde multi vitaminen en
spoorelementen supplementen.
- Voeding kan oraal, enteraal of parenteraal:
- Dag 1: 10 kcal/kg/dag
- Dag 2: 15 kcal/kg/dag
- Dag 3: 20 kcal/kg/dag
- Dag 4: volledige behoefte
Socrative:
Week 1: Ondervoeding
1. Breng verschillen en overeenkomsten tussen de SNAQ, SNAQrc en
SNAQ65+ in kaart.
- SNAQ = voor klinische patiënten/ ziekenhuis
- SNAQrc = wordt in verpleeg- en verzorgingshuizen gebruikt.
- SNAQ65+ = ouder van 65+ in de eerste lijn of revalidatiecentrum
Meetapparatuur
BIA = bio elektrische impedantie assessment ⇒ stroompje door je lichaam
● Je meet de weerstand in je lichaam; meer vetmassa = meer weerstand
● Rechterhand en rechter voet
● Ledematen uit elkaar
● Pacemaker of deep brain stimulator GEEN BIA uitvoeren
→ Ook niet als iemand zwanger is, brandwonden
Handknijpkracht
● Zittend of staand uitvoeren
● hoek van 90 graden
→ Stoel zonder leuning gebruiken
● Geen HKK uitvoeren als iemand een infuus heeft
● Hoogste waarden pakken
VVMI = vetvrije massa index
● kg / lengte2
Typen ondervoeding
1. Ziekte gerelateerd met inflammatie
a. Acute ziekte
i. IC, trauma
b. Chronische ziekte
i. Ziekte van Crohn
ii. Cachexie
2. Ziekte gerelateerd zonder inflammatie
a. CVA, parkinson, anorexia
3. Zonder ziekte
a. Socio economische, psychische
i. Geen geld voor eten, rauw proces, op straat leven, anorexia
b. Honger gerelateerd
i. 3e wereld landen
Inname vs. behoefte
,Inname van de cliënt = 720 kcal
H&B
● Gezonde mensen zonder problematiek
● bij obesitas, bmi boven de 30
WHO
● bij ziekte
Bij deze mevrouw gebruiken we de WHO
⇒ 30% toeslag want; ze is ziek en ze beweegt niet meer door heupbreuk.
Hierdoor heeft ze meer nodig, want ze heeft haar heup gebroken.
46% van haar behoefte eet ze nu.
Als de inname minder dan 50% is bij iemand die ondervoeding heeft ga je
SONDEVOEDING geven
Indirecte calorimetrie kan je ook gebruiken. Dat is niet altijd haalbaar. Hier meet je ook de
voedingsbehoefte in rust
Eiwitbehoefte
Huidige lichaamsgewicht kan je gebruiken om de eiwitbehoefte te berekenen
0,8 g / kg voor normale mensen
1,2 - 1,5 g / kg zou je voor de cliënt van de casus gebruiken. Als ze ook nog inflammatie
heeft zou je echt naar de 1,5 gaan
Diëtistische diagnose
- Leeftijd
- Aandoening
- Antropometrische gegevens
- Verbanden aanleggen
Week 2: Refeeding syndroom
,Ondervoeding:
Ernstige ondervoeding:
, Refeeding syndroom = je krijgt hormonale en metabole stoornissen, doordat je via
(par)enterale voeding ineens grote hoeveelheden calorieën of koolhydraten krijgt na een
langdurige periode waarin je niet of nauwelijks bent gevoed.
→ Bij het refeeding syndroom:
- Voordat je start met voeden wil je eerst altijd de labwaarden weten (bloed etc)! Ook
kan je vitamine B1 geven.
- Stel je geeft voeding en ziet dat de waarden van fosfaat dalen, moet je suppleren,
dus fosfaat geven.
- De voeding moet je altijd rustig opbouwen!
Behandeling refeeding syndroom:
- Het is belangrijk de voeding te verlagen naar 10 kcal/kg/dag of tijdelijk te staken
afhankelijk van de ernst van de klinische symptomen. De voeding dient niet verder
opgehoogd te worden tot stabilisatie van elektrolyten en / of herstel van de klinische
symptomen.
- Minimaal 30 minuten voor herstarten voeding: tenminste 100 mg thiamine. Dagelijks
t/m dag 5: 100 mg thiamine en 1x per dag gebalanceerde multi vitaminen en
spoorelementen supplementen.
- Voeding kan oraal, enteraal of parenteraal:
- Dag 1: 10 kcal/kg/dag
- Dag 2: 15 kcal/kg/dag
- Dag 3: 20 kcal/kg/dag
- Dag 4: volledige behoefte
Socrative:
