Samenvatting MKA-Basis | Sarah Nijhof
MKA-basis B3ME2T
Samenvatting hoorcolleges
HC 1 – Radiologie CBCT en OPT
Radiologische beeldvorming is een onderdeel van aanvullend onderzoek
→ Voor verschillende vakgebieden
→ Is technische ondersteuning van de kaakchirurg
Vaak worden verschillende beeldvormingstechnieken gecombineerd, om een virtuele patiënt te
‘bouwen’
→ Met deze verschillende scans kun je dus ook veranderingen meten, i.p.v. alleen te kijken
Röntgenbeeldvorming
Figuur 1: Schematische weergave röntgenbeeldvorming
Röntgenbron
→ Fotonen (en 99% warmte) komen vrij bij botsing van elektronen vanaf de kathode op de anode
- Fotonenergie is een spectrum i.p.v. 1 energiewaarde
o De lagere energie wordt dus door fabrikanten eruit gefilterd omdat dit m.n.
geabsorbeerd wordt door de patiënt
- De maximale fotonenergie (keV) wordt bepaald door de hoogspanning (kV)
Het aantal fotonen wordt bepaald door:
- Tijd langere belichtingstijd geeft lineair meer fotonen
- Stroom hogere stroom (mA) heeft lineair meer fotonen
- Spanning hogere spanning geeft non-lineair meer fotonen
Hogere spanning geeft gemiddeld en op de piek een hogere fotonenergie
, Samenvatting MKA-Basis | Sarah Nijhof
Interacties van fotonen:
Een vrijgekomen elektron ioniseert andere elektronen
(geeft weefselschade)
Geen interactie is wat je wil, scattering geeft vooral
ruis op de foto
Verzwakking
→ Is afhankelijk van:
- Dikte van het object
- Atoomnummer materiaal
o Hogere atoomnummers (meer elektronen) → hogere kans op interactie
- Dichtheid materiaal
o Dubbele hoeveelheid elektronen → dubbel zoveel kans op interactie
Restauraties hebben een hoger atoomnummer, tanden zijn denser materiaal, weke delen minder
dens en lagere atoomnummers
→ Dit wordt dus teruggerekend naar een grijswaarde
Laterale schedelopname
Eerder nog bij orthognate planning of orthodontie, maar nu vooral 3D beeldvorming
Waters opname
Bij zygomafracturen, anders heb je veel overprojectie
→ Zoek dus naar de juiste hoek en angulatie met zo min mogelijk overprojectie
Altijd een compromis door afbeelden van 2D structuur in 3D
, Samenvatting MKA-Basis | Sarah Nijhof
Orthopantomogram (OPT)
Zit tussen 2D en 3D in
→ Bron en detector draaien om de patiënt heen,
→ Analoog bewoog de detector langs de collimater (opening) tijdens rotatie
De snelheid waarmee de detector, bepaalt de scherpe zone (focal trough)
→ Hoe langzamer, hoe nauwkeuriger
- A, B en C liggen ver van de bron en dicht bij detector → scherp en kleine vergroting
o Omdat de receptor met dezelfde snelheid als A, B en C beweegt, is dit beeld scherp
- D, E en F liggen dicht bij de bron en ver van de detector→ onscherp en vergroot
o Bewegen ook tegengesteld aan de receptor
→ Zijn hierdoor niet alleen vergroot maar ook ‘uitgesmeerd’
De structuur met een vaste positie op de detector (scherp afgebeeld) kan worden gevarieerd door de
receptorsnelheid aan te passen
→ In werkelijkheid staat de patiënt (‘schijf’) stil en draaien de bron en detector rond
Tijdens de rotatie verschuift ook het draaipunt
→ Die draaipuntverschuiving creëert focal trough op de
mandibula (rotatiesnelheid bepaalt dikte van de band)
Real image → tussen draaipunt en detector, scherp afgebeeld in focal trough
Double image → gebied achter rotatiecentra dat dubbel wordt afgebeeld (bijv. wervelkolom)
Ghost image → tussen bron en draaipunt, aan de contralaterale zijde geblurd en vergroot afgebeeld
, Samenvatting MKA-Basis | Sarah Nijhof
Belangrijk bij patiëntpositionering is dat de mandibula en
maxilla in focal trough staan
Bij overprojectie van de wervelkolom kan de patiënt de
waterskiër-positie aannemen (naar achteren leunen)
Voordelen
- Verminderde overprojectie i.v.m. andere 2D technieken
→ Focal trough in focus
- Overzicht mandibula, maxilla en elementen
Nadelen
- Geometrische vergroting (dus meten is onbetrouwbaar)
- 3D structuur als 2D opname
- Geen 3D overzicht
Klinische toepassingen
- Verwijderen M3’s
- Keratocyste
- Traumatologie
Computed Tomography (CT)
X-ray absorptie wordt berekend door back-projection van verschillende metingen (>>1000 metingen)
X-ray absoptie wordt berekend voor elk volume element in de patiënt en teruggerekend in geijkte
grijswaarden
→ Volume element = voxel (3D variant pixel)
→ De grijswaarden zijn gelinkt aan lucht (-1000) en water (0) en worden uitgedrukt in Hounsfield
Units (HU)
Databox van CT kan worden opgedeeld in verschillende doorsneden
→ Nauwkeurigheid coupes is afhankelijk van coupedikte, dunne coupes geven meer detail maar ook
meer straling (nu 0,5 mm)
MKA-basis B3ME2T
Samenvatting hoorcolleges
HC 1 – Radiologie CBCT en OPT
Radiologische beeldvorming is een onderdeel van aanvullend onderzoek
→ Voor verschillende vakgebieden
→ Is technische ondersteuning van de kaakchirurg
Vaak worden verschillende beeldvormingstechnieken gecombineerd, om een virtuele patiënt te
‘bouwen’
→ Met deze verschillende scans kun je dus ook veranderingen meten, i.p.v. alleen te kijken
Röntgenbeeldvorming
Figuur 1: Schematische weergave röntgenbeeldvorming
Röntgenbron
→ Fotonen (en 99% warmte) komen vrij bij botsing van elektronen vanaf de kathode op de anode
- Fotonenergie is een spectrum i.p.v. 1 energiewaarde
o De lagere energie wordt dus door fabrikanten eruit gefilterd omdat dit m.n.
geabsorbeerd wordt door de patiënt
- De maximale fotonenergie (keV) wordt bepaald door de hoogspanning (kV)
Het aantal fotonen wordt bepaald door:
- Tijd langere belichtingstijd geeft lineair meer fotonen
- Stroom hogere stroom (mA) heeft lineair meer fotonen
- Spanning hogere spanning geeft non-lineair meer fotonen
Hogere spanning geeft gemiddeld en op de piek een hogere fotonenergie
, Samenvatting MKA-Basis | Sarah Nijhof
Interacties van fotonen:
Een vrijgekomen elektron ioniseert andere elektronen
(geeft weefselschade)
Geen interactie is wat je wil, scattering geeft vooral
ruis op de foto
Verzwakking
→ Is afhankelijk van:
- Dikte van het object
- Atoomnummer materiaal
o Hogere atoomnummers (meer elektronen) → hogere kans op interactie
- Dichtheid materiaal
o Dubbele hoeveelheid elektronen → dubbel zoveel kans op interactie
Restauraties hebben een hoger atoomnummer, tanden zijn denser materiaal, weke delen minder
dens en lagere atoomnummers
→ Dit wordt dus teruggerekend naar een grijswaarde
Laterale schedelopname
Eerder nog bij orthognate planning of orthodontie, maar nu vooral 3D beeldvorming
Waters opname
Bij zygomafracturen, anders heb je veel overprojectie
→ Zoek dus naar de juiste hoek en angulatie met zo min mogelijk overprojectie
Altijd een compromis door afbeelden van 2D structuur in 3D
, Samenvatting MKA-Basis | Sarah Nijhof
Orthopantomogram (OPT)
Zit tussen 2D en 3D in
→ Bron en detector draaien om de patiënt heen,
→ Analoog bewoog de detector langs de collimater (opening) tijdens rotatie
De snelheid waarmee de detector, bepaalt de scherpe zone (focal trough)
→ Hoe langzamer, hoe nauwkeuriger
- A, B en C liggen ver van de bron en dicht bij detector → scherp en kleine vergroting
o Omdat de receptor met dezelfde snelheid als A, B en C beweegt, is dit beeld scherp
- D, E en F liggen dicht bij de bron en ver van de detector→ onscherp en vergroot
o Bewegen ook tegengesteld aan de receptor
→ Zijn hierdoor niet alleen vergroot maar ook ‘uitgesmeerd’
De structuur met een vaste positie op de detector (scherp afgebeeld) kan worden gevarieerd door de
receptorsnelheid aan te passen
→ In werkelijkheid staat de patiënt (‘schijf’) stil en draaien de bron en detector rond
Tijdens de rotatie verschuift ook het draaipunt
→ Die draaipuntverschuiving creëert focal trough op de
mandibula (rotatiesnelheid bepaalt dikte van de band)
Real image → tussen draaipunt en detector, scherp afgebeeld in focal trough
Double image → gebied achter rotatiecentra dat dubbel wordt afgebeeld (bijv. wervelkolom)
Ghost image → tussen bron en draaipunt, aan de contralaterale zijde geblurd en vergroot afgebeeld
, Samenvatting MKA-Basis | Sarah Nijhof
Belangrijk bij patiëntpositionering is dat de mandibula en
maxilla in focal trough staan
Bij overprojectie van de wervelkolom kan de patiënt de
waterskiër-positie aannemen (naar achteren leunen)
Voordelen
- Verminderde overprojectie i.v.m. andere 2D technieken
→ Focal trough in focus
- Overzicht mandibula, maxilla en elementen
Nadelen
- Geometrische vergroting (dus meten is onbetrouwbaar)
- 3D structuur als 2D opname
- Geen 3D overzicht
Klinische toepassingen
- Verwijderen M3’s
- Keratocyste
- Traumatologie
Computed Tomography (CT)
X-ray absorptie wordt berekend door back-projection van verschillende metingen (>>1000 metingen)
X-ray absoptie wordt berekend voor elk volume element in de patiënt en teruggerekend in geijkte
grijswaarden
→ Volume element = voxel (3D variant pixel)
→ De grijswaarden zijn gelinkt aan lucht (-1000) en water (0) en worden uitgedrukt in Hounsfield
Units (HU)
Databox van CT kan worden opgedeeld in verschillende doorsneden
→ Nauwkeurigheid coupes is afhankelijk van coupedikte, dunne coupes geven meer detail maar ook
meer straling (nu 0,5 mm)