1. Dubbele belastingverdragen (juridisch, economisch) en hoe tegengaan, vb’en
Juridische dubbele belasting: 1 belastingplichtige wordt meerder malen over dezelfde materie
belast -> subjectidentiteit. De juridische dubbele belasting doet zich voornamelijk voor in
internationale sfeer en wordt vaak internationale dubbele belasting genoemd, omdat ze het
gevolg is van het optreden van overheden van verschillende landen.
Vb. Belgisch rijksinwoner is in België onderworpen aan personenbelasting voor zijn wereldwijde
inkomen. Inkomen dat hij verkrijgt in het buitenland zal hier reeds belast zijn.
Economische dubbele belasting: een herhaalde belastingheffing over dezelfde grondslag, ook
wanneer deze t.a.v. verschillende subjecten is gevestigd. (eventueel internationaal dus geen
begripsbepalende factor)
Vb. Een Belgisch natuurlijke persoon heeft aandelen in een Belgische vennootschap. Als de
vennootschap dividend uitkeert moet zij hierop vennootschapsbelasting betalen. Deze
dividenden zijn eveneens een belastbaar inkomen voor de vennoot en hij wordt hierop belast
(personenbelasting)
Opl: Beperken belastingdruk bij 2e belastingsubject (eco): gunstig tarief van 25% of 95%
DBI aftrek
Dubbele belastingverdragen (jur)
2. Intracommunautaire verwerving
Het verkrijgen van de macht om als eigenaar te beschikken over een lichamelijk roerend goed dat
door de verkoper of de afnemer, of voor hun rekening, met als bestemming de afnemer is
verzonden of vervoerd naar een andere Lidstaat dan die waaruit het goed is verzonden of
vervoerd.
Het vervoer of de verzending van een goed vanuit een Lidstaat naar een andere lidstaat leidt
onder welbepaalde voorwaarden, tot de heffing van btw in de Lidstaat van aankomst. Het is de
verwerver die zelf de hoedanigheid van btw-belastingplichtige heeft.
3. Principe van de eenjarigheid
De verplichting voor de uitvoerende macht om elk jaar opnieuw aan de wetgevende macht de
toelating te vragen om de belasting te mogen heeften volgens de bestaande fiscale wetgeving.
Niet de wetten als dusdanig moeten worden voorgelegd, wel de kwestie van hun toepassing. Dit
zorgt ervoor dat de toelating verstrekt wordt om in het volgende begrotingsjaar fiscale
inkomsten te innen en wordt voldaan aan de vereiste om jaarlijks over de belastingen te
stemmen opdat deze ook het volgende jaar van kracht zijn. Deze wordt normaal gegeven in de
‘Wet op de Rijksmiddelenbegroting’. Soms wordt deze niet tijdig ingediend of goedgekeurd, toch
moet de belastingheffing door blijven gaan. Om dit soort onderbrekingen te vermijden, wordt
dan de zogenaamde ‘Financiewet’ goedgekeurd die hoofdzakelijk de toelating inhoudt om tijdens
het komende jaar belastingen te heffen overeenkomstig de bestaande wetgeving.
De belastingschuld ontstaat UIT deze wet (deze moet nog geformaliseerd worden).
Juridische dubbele belasting: 1 belastingplichtige wordt meerder malen over dezelfde materie
belast -> subjectidentiteit. De juridische dubbele belasting doet zich voornamelijk voor in
internationale sfeer en wordt vaak internationale dubbele belasting genoemd, omdat ze het
gevolg is van het optreden van overheden van verschillende landen.
Vb. Belgisch rijksinwoner is in België onderworpen aan personenbelasting voor zijn wereldwijde
inkomen. Inkomen dat hij verkrijgt in het buitenland zal hier reeds belast zijn.
Economische dubbele belasting: een herhaalde belastingheffing over dezelfde grondslag, ook
wanneer deze t.a.v. verschillende subjecten is gevestigd. (eventueel internationaal dus geen
begripsbepalende factor)
Vb. Een Belgisch natuurlijke persoon heeft aandelen in een Belgische vennootschap. Als de
vennootschap dividend uitkeert moet zij hierop vennootschapsbelasting betalen. Deze
dividenden zijn eveneens een belastbaar inkomen voor de vennoot en hij wordt hierop belast
(personenbelasting)
Opl: Beperken belastingdruk bij 2e belastingsubject (eco): gunstig tarief van 25% of 95%
DBI aftrek
Dubbele belastingverdragen (jur)
2. Intracommunautaire verwerving
Het verkrijgen van de macht om als eigenaar te beschikken over een lichamelijk roerend goed dat
door de verkoper of de afnemer, of voor hun rekening, met als bestemming de afnemer is
verzonden of vervoerd naar een andere Lidstaat dan die waaruit het goed is verzonden of
vervoerd.
Het vervoer of de verzending van een goed vanuit een Lidstaat naar een andere lidstaat leidt
onder welbepaalde voorwaarden, tot de heffing van btw in de Lidstaat van aankomst. Het is de
verwerver die zelf de hoedanigheid van btw-belastingplichtige heeft.
3. Principe van de eenjarigheid
De verplichting voor de uitvoerende macht om elk jaar opnieuw aan de wetgevende macht de
toelating te vragen om de belasting te mogen heeften volgens de bestaande fiscale wetgeving.
Niet de wetten als dusdanig moeten worden voorgelegd, wel de kwestie van hun toepassing. Dit
zorgt ervoor dat de toelating verstrekt wordt om in het volgende begrotingsjaar fiscale
inkomsten te innen en wordt voldaan aan de vereiste om jaarlijks over de belastingen te
stemmen opdat deze ook het volgende jaar van kracht zijn. Deze wordt normaal gegeven in de
‘Wet op de Rijksmiddelenbegroting’. Soms wordt deze niet tijdig ingediend of goedgekeurd, toch
moet de belastingheffing door blijven gaan. Om dit soort onderbrekingen te vermijden, wordt
dan de zogenaamde ‘Financiewet’ goedgekeurd die hoofdzakelijk de toelating inhoudt om tijdens
het komende jaar belastingen te heffen overeenkomstig de bestaande wetgeving.
De belastingschuld ontstaat UIT deze wet (deze moet nog geformaliseerd worden).
