Wegenverkeerswet 1994
Hoofdstuk 1
Hoofddoel wegenverkeerswet:
- Verzekeren van veiligheid op de weg
- Beschermen van weggebruikers en passagiers
- Het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan
- Het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer
Hoofdstuk 2
Artikel 1B: wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de
daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
- Belangrijk is dat het openstaat voor het openbaar verkeer, ook al moet er soms parkeergeld
voor betaald worden
- Een vrij liggend voetpad of fietspad door het bos of over de hei is ook een weg
- Als in een weg een brug of een duiker ligt dan behoort dit tot de weg waarin ze liggen. Maar
een brug die twee wegen verbindt, ligt niet in de weg, maar is een afzonderlijke weg
- Een veerpont is geen weg
- Bij een wegafsluiting is het nog steeds een weg
Artikel 1C: motorrijtuigen: alle voertuigen, bestemd om anders dan langs de spoorstaven te worden
voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf
aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders, met uitzondering van
fietsen met trapondersteuning.
- Voertuig: vervoermiddel met wielen of glijvlakken voor het vervoer over land van personen
en goederen.
- Bestemd om: defecte motorrijtuigen
- Mechanische kracht: andere kracht dan door mens of dier voortgebracht.
- Aanhangwagen is een motorrijtuig omdat de mechanische kracht niet op of aan het voertuig
zelf aanwezig is
- Bromfiets en gehandicaptenvoertuig vallen wel onder motorrijtuig maar niet onder
motorvoertuig
- De spartamet en saxonette
Artikel 1D: aanhangwagen: voertuig dan kennelijk is bestemd om te worden voortbewogen door een
motorrijtuig. Of een voertuig dat door een ander voertuig wordt voortbewogen.
- Om bij een losstaand voertuig te kunnen spreken van een aanhangwagen moet het voorzien
zijn van een koppeling, waarmee ze aan een motorrijtuig kunnen worden verbonden.
,Artikel 1E: bromfiets: motorrijtuig op 2, 3 of 4 wielen, niet harder dan 45km/h kan rijden, een
verbrandingsmotor heeft met niet meer dan de aangegeven cilinderinhoud van 50cm3 of een
elektromotor heeft met niet meer dan een vermogen van 4kW en dat geen gehandicaptenvoertuig
is.
- Op grond van artikel 20b mag de minister ook andere motorrijtuigen aanwijzen als
bromfiets. Deze motorrijtuigen moeten aan dezelfde voorwaarden voldoen maar mogen
niet harder kunnen rijden van 25km/h
Hoofdstuk 3
Artikel 5: het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt
veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan
worden gehinderd.
- Het gevaar of hinder moet zich op de weg afspelen of af kunnen spelen
Artikel 6: het is een ieder die aan het verkeer deelneemt verboden zich zodanig te gedragen dat een
aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsvindt waardoor een ander wordt gedood of
waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht of zodanig lichamelijk letsel dat
daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat.
Artikel 8: het is een ieder verboden een voertuig te besturen, als bestuurder te doen besturen of als
begeleider op te treden, terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van een stof, waarvan hij weet of
redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan al dan niet in combinatie met het gebruik van
een andere stof- de rijwaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen of
behoorlijk begeleiden in straat moet worden geacht.
Wie?
- Iedereen die een voertuig bestuurt
- Instructeur
- Begeleider van een 17-jarige die een rijbewijs heeft
Wanneer?
- Bestuurder of begeleider die onder invloed is van een stof waardoor hij niet tot behoorlijk
besturen is staat is of moet worden geacht.
Artikel 10: het is verboden op de weg een wedstrijd met voertuigen te houden of daaraan deel te
nemen.
Wedstrijd: elk rijden met voertuigen op de weg ter vaststelling of vergelijking van prestaties van
deelnemers, voertuigen, onderdelen of bedrijfsstoffen.
Deelnemer: de bestuurder van het deelnemende voertuig en de eigenaar of houder van een voertuig
die daarmee aan een wedstrijd doet of laat deelnemen.
Hoofdstuk 4
Artikel 12: 1. weggebruikers zijn verplicht gevolg te geven aan de aanwijzingen door de in artikel 159
bedoelde personen dan wel door andere bij algemene maatregel van bestuur aangewezen
categorieën van personen ter zake van het verkeer op de weg worden gegeven.
2. de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen mogen slechts worden gegeven in het belang van de
veiligheid op de weg, de instandhouding van de weg en de bruikbaarheid daarvan, of de vrijheid van
het verkeer dan wel in belang van met toestemming van Onze Minister verrichte onderzoeken ten
behoeve van het verkeer.
, - Door wie: opsporingsambtenaren, verkeersbrigadiers en verkeersregelaars
- In belang van: de veiligheid op de weg, instandhouding en bruikbaarheid van de weg, vrijheid van
het verkeer en met toestemming van de minister te verrichten onderzoeken.
Artikel 82 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:
1. Weggebruikers zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen die mondeling of door middel van
gebaren gegeven door:
a. Bevoegde en kenbare ambtenaren
b. Militairen van de Koninklijke marechaussee
c. Bevoegde en kenbare verkeersregelaars
d. Tijdens praktijklessen of praktijkexamen tot verkeersregelaar
3.bestuurders zijn verplicht vastgestelde aanwijzingen om te stoppen op te volgen die worden
gegeven door bevoegde en kenbare verkeersbrigadiers
Hoofdstuk 5
Artikel 4 RVV 1990: voetgangers gebruiken de stoep of het voetpad, indien dit er niet is gebruiken zij
het fietspad, wanneer dit niet aanwezig is gebruiken zij de uiterste zijde van de rijbaan of berm.
(Bord G7)(met skeelers ook voetganger)
Artikel 5 RVV 1990: Fietsers gebruiken het verplichte fietspad, ze gebruiken de rijbaan als dit
ontbreekt, ze mogen het onverplichte fietspad gebruiken (snorfietsen met verbrandingsmotor
mogen dit met uitgeschakelde motor).
- Een fiets met meer dan 2 wielen (bakfiets) of fiets met aanhangwagen met een lading breder
dan 75 cm, mag de bestuurder de rijbaan gebruiken
- Op snorfietsen (lichte bromfiets, niet harder dan 25km/h en lichtblauwe kentekenplaat)
vallen onder fietsers tenzij anders bepaalt.
- Ook segway en qugo runner vallen onder snorfietsen
- Gehandicapte bestuurders vanaf 16 jaar mogen ook het voetpad gebruiken met een
maximumsnelheid van 6 km/h
Artikel 6 RVV 1990: bromfietsers gebruiken het fiets/bromfietspad, zij gebruiken de rijbaan indien
die ontbreekt. Bromfietsen met meer dan 2 wielen, of aanhangwagen met een lading breder van
0,75 meter, gebruiken de rijbaan. Bromfiets heeft gele kentekenplaat, zonder eu logo
Hoofdstuk 1
Hoofddoel wegenverkeerswet:
- Verzekeren van veiligheid op de weg
- Beschermen van weggebruikers en passagiers
- Het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan
- Het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer
Hoofdstuk 2
Artikel 1B: wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de
daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
- Belangrijk is dat het openstaat voor het openbaar verkeer, ook al moet er soms parkeergeld
voor betaald worden
- Een vrij liggend voetpad of fietspad door het bos of over de hei is ook een weg
- Als in een weg een brug of een duiker ligt dan behoort dit tot de weg waarin ze liggen. Maar
een brug die twee wegen verbindt, ligt niet in de weg, maar is een afzonderlijke weg
- Een veerpont is geen weg
- Bij een wegafsluiting is het nog steeds een weg
Artikel 1C: motorrijtuigen: alle voertuigen, bestemd om anders dan langs de spoorstaven te worden
voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf
aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders, met uitzondering van
fietsen met trapondersteuning.
- Voertuig: vervoermiddel met wielen of glijvlakken voor het vervoer over land van personen
en goederen.
- Bestemd om: defecte motorrijtuigen
- Mechanische kracht: andere kracht dan door mens of dier voortgebracht.
- Aanhangwagen is een motorrijtuig omdat de mechanische kracht niet op of aan het voertuig
zelf aanwezig is
- Bromfiets en gehandicaptenvoertuig vallen wel onder motorrijtuig maar niet onder
motorvoertuig
- De spartamet en saxonette
Artikel 1D: aanhangwagen: voertuig dan kennelijk is bestemd om te worden voortbewogen door een
motorrijtuig. Of een voertuig dat door een ander voertuig wordt voortbewogen.
- Om bij een losstaand voertuig te kunnen spreken van een aanhangwagen moet het voorzien
zijn van een koppeling, waarmee ze aan een motorrijtuig kunnen worden verbonden.
,Artikel 1E: bromfiets: motorrijtuig op 2, 3 of 4 wielen, niet harder dan 45km/h kan rijden, een
verbrandingsmotor heeft met niet meer dan de aangegeven cilinderinhoud van 50cm3 of een
elektromotor heeft met niet meer dan een vermogen van 4kW en dat geen gehandicaptenvoertuig
is.
- Op grond van artikel 20b mag de minister ook andere motorrijtuigen aanwijzen als
bromfiets. Deze motorrijtuigen moeten aan dezelfde voorwaarden voldoen maar mogen
niet harder kunnen rijden van 25km/h
Hoofdstuk 3
Artikel 5: het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt
veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan
worden gehinderd.
- Het gevaar of hinder moet zich op de weg afspelen of af kunnen spelen
Artikel 6: het is een ieder die aan het verkeer deelneemt verboden zich zodanig te gedragen dat een
aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsvindt waardoor een ander wordt gedood of
waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht of zodanig lichamelijk letsel dat
daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat.
Artikel 8: het is een ieder verboden een voertuig te besturen, als bestuurder te doen besturen of als
begeleider op te treden, terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van een stof, waarvan hij weet of
redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan al dan niet in combinatie met het gebruik van
een andere stof- de rijwaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen of
behoorlijk begeleiden in straat moet worden geacht.
Wie?
- Iedereen die een voertuig bestuurt
- Instructeur
- Begeleider van een 17-jarige die een rijbewijs heeft
Wanneer?
- Bestuurder of begeleider die onder invloed is van een stof waardoor hij niet tot behoorlijk
besturen is staat is of moet worden geacht.
Artikel 10: het is verboden op de weg een wedstrijd met voertuigen te houden of daaraan deel te
nemen.
Wedstrijd: elk rijden met voertuigen op de weg ter vaststelling of vergelijking van prestaties van
deelnemers, voertuigen, onderdelen of bedrijfsstoffen.
Deelnemer: de bestuurder van het deelnemende voertuig en de eigenaar of houder van een voertuig
die daarmee aan een wedstrijd doet of laat deelnemen.
Hoofdstuk 4
Artikel 12: 1. weggebruikers zijn verplicht gevolg te geven aan de aanwijzingen door de in artikel 159
bedoelde personen dan wel door andere bij algemene maatregel van bestuur aangewezen
categorieën van personen ter zake van het verkeer op de weg worden gegeven.
2. de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen mogen slechts worden gegeven in het belang van de
veiligheid op de weg, de instandhouding van de weg en de bruikbaarheid daarvan, of de vrijheid van
het verkeer dan wel in belang van met toestemming van Onze Minister verrichte onderzoeken ten
behoeve van het verkeer.
, - Door wie: opsporingsambtenaren, verkeersbrigadiers en verkeersregelaars
- In belang van: de veiligheid op de weg, instandhouding en bruikbaarheid van de weg, vrijheid van
het verkeer en met toestemming van de minister te verrichten onderzoeken.
Artikel 82 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:
1. Weggebruikers zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen die mondeling of door middel van
gebaren gegeven door:
a. Bevoegde en kenbare ambtenaren
b. Militairen van de Koninklijke marechaussee
c. Bevoegde en kenbare verkeersregelaars
d. Tijdens praktijklessen of praktijkexamen tot verkeersregelaar
3.bestuurders zijn verplicht vastgestelde aanwijzingen om te stoppen op te volgen die worden
gegeven door bevoegde en kenbare verkeersbrigadiers
Hoofdstuk 5
Artikel 4 RVV 1990: voetgangers gebruiken de stoep of het voetpad, indien dit er niet is gebruiken zij
het fietspad, wanneer dit niet aanwezig is gebruiken zij de uiterste zijde van de rijbaan of berm.
(Bord G7)(met skeelers ook voetganger)
Artikel 5 RVV 1990: Fietsers gebruiken het verplichte fietspad, ze gebruiken de rijbaan als dit
ontbreekt, ze mogen het onverplichte fietspad gebruiken (snorfietsen met verbrandingsmotor
mogen dit met uitgeschakelde motor).
- Een fiets met meer dan 2 wielen (bakfiets) of fiets met aanhangwagen met een lading breder
dan 75 cm, mag de bestuurder de rijbaan gebruiken
- Op snorfietsen (lichte bromfiets, niet harder dan 25km/h en lichtblauwe kentekenplaat)
vallen onder fietsers tenzij anders bepaalt.
- Ook segway en qugo runner vallen onder snorfietsen
- Gehandicapte bestuurders vanaf 16 jaar mogen ook het voetpad gebruiken met een
maximumsnelheid van 6 km/h
Artikel 6 RVV 1990: bromfietsers gebruiken het fiets/bromfietspad, zij gebruiken de rijbaan indien
die ontbreekt. Bromfietsen met meer dan 2 wielen, of aanhangwagen met een lading breder van
0,75 meter, gebruiken de rijbaan. Bromfiets heeft gele kentekenplaat, zonder eu logo
