Hoogrisico verloskunde
Pathologie
Fysiologie inwendige kennen om dit te begrijpen
Obstetrische aspecten van preexisterende diabetes
mellitus (diabetes type 1 en type 2)
Type 1: maakt geen insuline aan
Type 2: verhoogde insuline resistentie onvoldoende insuline
Diabetes en zwangerschap:
Suikermetabolisme en zwangerschap: 1e helft zwangerschap
1ste helft zwangerschap:
Toename aantal beta cellen thv maternele pancreas – hyperplasie
Verhoogde verbruik glucose door foetus
Verhoogde insulinegevoeligheid
Relatieve hypoglycemie waardoor verminderde nood aan insuline
Meer glucose verbruiken suikerreserves aanmaken in bloed lagere
suikerwaardes minder insuline produceren of nodig heeft om
normoglycemie te bereiken baby maakt zelf insuline aan en gaat deze
gebruiken om zelf te ontwikkelen
Hoe meer suiker naar baby meer insuline dat baby aanmaakt van eigen
pancreas (betacellen) te veel insuline aanmaken en overmatige groei
van cellen die insuline aanmaken potentieel gevaarlijk omdat
1
, betacelhyperplasie leidt tot hypoglycemie en kan leiden tot mors in utero
als de moeder dan ineens minder suiker gaat eten
Suikermetabolisme en zwangerschap: >24 weken:
Insuline resistentie:
Neemt progressief toe vanaf de 2de helft van de zwangerschap
= de maternele perifere weefsels ( skeletspier, vetweefsel,
hartcellen, …) zijn meer en meer ongevoelig voor de werking van
insuline
Uitlokkende factoren:
o ~ voorziening voldoende nutritie voor de foetus
o Placentaire secretie van diabetogene hormonen:
Groeihormoon, hPlacentalLactogen, Progesterone,
Adrenomedulline, TNFα, corticotropine-releasing hormone
o Verhoogde maternele vetdepositie
o Verminderde fysieke activiteit
o Verhoogde calorie opname
= toestand van hyperinsulinemie
Verhoogde productie van insuline door de β-cellen van de
pancreasInsulineresistentie Productie van insuline door de pancreas
Hyperglycemie
Gestationele diabetes
Gezien dus hyperglycemie de oorzaak van alle problemen is beoogt
behandeling van GDM vooral een bereiken van normoglycmie.
2
Pathologie
Fysiologie inwendige kennen om dit te begrijpen
Obstetrische aspecten van preexisterende diabetes
mellitus (diabetes type 1 en type 2)
Type 1: maakt geen insuline aan
Type 2: verhoogde insuline resistentie onvoldoende insuline
Diabetes en zwangerschap:
Suikermetabolisme en zwangerschap: 1e helft zwangerschap
1ste helft zwangerschap:
Toename aantal beta cellen thv maternele pancreas – hyperplasie
Verhoogde verbruik glucose door foetus
Verhoogde insulinegevoeligheid
Relatieve hypoglycemie waardoor verminderde nood aan insuline
Meer glucose verbruiken suikerreserves aanmaken in bloed lagere
suikerwaardes minder insuline produceren of nodig heeft om
normoglycemie te bereiken baby maakt zelf insuline aan en gaat deze
gebruiken om zelf te ontwikkelen
Hoe meer suiker naar baby meer insuline dat baby aanmaakt van eigen
pancreas (betacellen) te veel insuline aanmaken en overmatige groei
van cellen die insuline aanmaken potentieel gevaarlijk omdat
1
, betacelhyperplasie leidt tot hypoglycemie en kan leiden tot mors in utero
als de moeder dan ineens minder suiker gaat eten
Suikermetabolisme en zwangerschap: >24 weken:
Insuline resistentie:
Neemt progressief toe vanaf de 2de helft van de zwangerschap
= de maternele perifere weefsels ( skeletspier, vetweefsel,
hartcellen, …) zijn meer en meer ongevoelig voor de werking van
insuline
Uitlokkende factoren:
o ~ voorziening voldoende nutritie voor de foetus
o Placentaire secretie van diabetogene hormonen:
Groeihormoon, hPlacentalLactogen, Progesterone,
Adrenomedulline, TNFα, corticotropine-releasing hormone
o Verhoogde maternele vetdepositie
o Verminderde fysieke activiteit
o Verhoogde calorie opname
= toestand van hyperinsulinemie
Verhoogde productie van insuline door de β-cellen van de
pancreasInsulineresistentie Productie van insuline door de pancreas
Hyperglycemie
Gestationele diabetes
Gezien dus hyperglycemie de oorzaak van alle problemen is beoogt
behandeling van GDM vooral een bereiken van normoglycmie.
2