samenvatting kinderverpleegkunde fase 3

Standaard
verpleegplan pre- per-
en postoperatieve
zorgplan
 Kan basis zijn voor verpleging van patiënt maakt niet uit welke ingreep of gegevens
 Er zijn toch per ingreep specifieke onderzoeken, aandachtspunten en zorgen en moet steeds
aangepast worden
 Leeftijd, techniek, anesthesie, visie, mogelijkheden kunnen voor aanpassingen zorgen
 Gebruiken standaard en bespreking van situaties is nodig
 Belangrijk om vernieuwingen en ontwikkeling zo snel mogelijk te volgen

1.Preoperateive periode
1.1. Situatieschets
 Als het geplant is kan het een dag op voorhand opgenomen worden
 Verwijzing door huisarts of behandelende arts
 Rooming-in wordt aanbevolen en ook vaak gekozen
 Nuchter gehouden en gepremediceerd (niet vaak meer door sedatie)
 Infuus of slotje word meestal peroperatief aangelegd  vaak pas als ze in slaap zijn

1.2. Problemen en oorzaken
Kind  Angst
 Scheidingsangst
 Mutilatieangst
 Doodsangst
 Negatieve gevolgen van nuchter zijn
 Lastig – moeilijk uit te leggen – hypoglycemie
Ouders Angst en onzekerheid voor ingreep en narcose
1.3. Doelstellingen
 Kind in optimale conditie brengen voor ingreep
 Kind en ouders voorbereiding geven op ingreep en narcose
 Angst en paniek voorkomen of vermijden
 Correcte administratieve voorbereiding ingreep

,1.4. Verpleegplan
1.4.1. Algemene voorbereiding
1.4.1.1. Administratief
 Verpleegdossier
 Heelkundig dossier
o Anesthesieblad: met aspecten
o Nuchter, gewicht en temperatuur
o Adressogrammen
o Verwijsbrief als die er is
 Identificatie
o Altijd nakijken
o Naambandje aan pols of enkel is verplicht
o Alle documenten moeten volledige naam hebben
 Toelating ingreep
 Info en toestemming geven voor alle onderzoeken, ingrepen, behandeling
 Kinderen worden beschermd tegen te veel onderzoeken,…
 Aanvragen onderzoeken, bloedtranfusies, medicatie

1.4.1.2. Niet-somatisch
 Voorbereiding rond ingreep en narcose
 Vertellen tegen kind wat er gaat gebeuren
 Rustig krijgen vooraleer te vertrekken naar ok
 Baby kan je niet infomeren
 Heel belangrijk dat je ouders laat helpen
 Feitelijke info: geslacht, leeftijd en naam
 Sensorische info: wat kind voelt, hoort, ruikt
 Altijd ruimte laten om vragen te stellen
 Info duidelijk maken door visualisatie
 Spelgerichte niet vergeten bij kleuters
 Gevoel veiligheid geven
 Inleven in ouders en kind
 Kind motiveren om meet te werken, rustig te zijn

1.4.1.3. Somatisch
→ Verwijderde
 Meestal thuis zoals een spoeling of lavement
 Bij grote ingreep zonder diagnose zal het al een opname hebben
 Onderzoeken die nog uitgevoerd moeten worden
 Toestand kind optimaliseren
 Kind vertrouwd maken met ziekenhuis

, → Onmiddellijke
Dag voor  Hygiënische zorgen: totale verzorging
ingreep  Observatie: temperatuur, bloeddruk, hartfrequentie
 Licht verteerbare voeding
 Indien nodig bloed bestellen
 Mogelijk al aanleggen van infuus
 Vragen of ouders bij inductie willen zijn
 Aandacht rust en slaap
Dag van  Tijdstip: belangen van kind staan centraal
ingreep:  Niet langer dan nodig nuchter zijn
 Niet langer wachten dan nodig  kan stress geven
Nuchter zijn
 Volle maag  risico regurgitatie en pulmonaire aspiratie
 Gevolg: zware aspiratiepneumonie, ards1, overlijden tot gevolg
Laxeren: bij grote darmoperatie.
 Resultaat observeren en bij onvoldoende arts verwittigen
 Eventueel in bad zetten terwijl voor rust
Wassen en kleden: altijd zuivere thuispyjama of ok short
 Gewoon wassen met water en zeep, eventueel volgens voorschrift
met desinfectans
 Bij zindelijke kinderen: onderbroek aanhouden
 Niet zindelijk: voor naar ok een propere pamper
 Altijd nakijken of er geen losse tanden staan die gevaar zijn voor
intubatie
 Beugels indien verwijderen, haren vastdoen
Ontharen en desinfecteren
 Als het moet gebeur dit in operatiezaal
 Hoofdhaar verwijderen is ingrijpend en willen ouders eventueel zelf
doen
 Nooit op voorhand desinfecteren  te lang in ontsmettingsmiddel
kan brandblaren geven
Interventies van arts op voorschrift: iv aanleggen, maagsonde, andere
sonde
Premedicatie: nooit onmisbaar, kan gebeuren dan ze zonder gaan, in
sommige ziekenhuizen is het een uitzondering
 Middelen: sedativa: temesta, valium…  fopspeen, warmte
 Atropine: weinig sedativa, kalmerend
 Geen sedativa bij kinderen jonger dan 1, andere enkel op indicatie
 Tijdstip toediening: ok verwittigd wanneer
 Andere medicatie
 Pijnstillers: paracetamol, liefst als zetpil
 Emla creme en rapydan
 In sommige gevallen moet thuis medicatie gestopt worden
Transport
 Is door een verpleegkundige liefst van pediatrie zelf, ouders mogen
mee
 Kinderen niet alleen laten  kan stress geven




1
Acute respiratory distress syndrome

, 1.4.1.4. Hoe lang nuchter zijn
Klassiek  Vanaf middernacht
 Problemen hierbij:
 Hypoglycemie, dehydratatie misselijkheid en braken
 Verminderde diurese
 Dorstgevoelen na ontwaken onrustig
 Hypotensie
6u van te voren  Vast voedsel en melkproducten tot 6u er voor
 Ook flesvoeding mag nog
4u van te voren  Borstvoeding
 Gewicht minder dan 3kg mag ook nog flesvoeding
2u van te voren  Helderen vloeistoffen zoals water, thee

2.Peroperatieve periode
2.1. Anesthesie
2.1.1. Anesthesie technieken
2.1.2. Inleiden anesthesie
Masker  Kunnen bang zijn voor prikje
 Masker gaat als ze op schoot bij ouder zitten
 Langzaam en geleidelijk slapen
 Als ze inslaap zijn kan er nog een infuus komen
 Niet nuchtere kunnen niet via masker
 Soms kan er ook angst zijn voor masker
Infuus  Voordeel is dat er al een iv weg is
 Als kind wakker is verdovende crème aanbrengen
 Als er angst en onrust is moeilijk te prikken
 Lang nuchter minder gevulde vaten
2.1.3. Participatie van ouder bij inleiding van narcose
 Kinderen hebben recht om hun ouders, verzorgers bij zich te hebben
 Ouders zijn meestal niet welkom aangezien ze hun angst kunnen overbrengen en ook
infecties
 Kind kan zich wel veiliger voelen, stress verminderen
 En zo genezingsproces bevorderen
 Ouder moet keuze krijgen om aanwezig te zijn een ook duiden dat het oké is om niet
mee te gaan
 Wikkeljas of overall over hun kleding is goed

Aandachtspunten

 Kind heeft recht op aanwezigheid
 Slechts 1 iemand is toegestaan
 Goede voorbereiding ouder en kind
 Op voorhand afspraken maken
 Goed informeren of hoelang, vraag hun nummer en laat ze gaan eten eventueel



2.2. Ingreep
 Operatie techniek is mee bepalend voor preé en postoperatieve zorgen
 Belangrijk om op de hoogte zijn van de technieken met consequenties