a. carotis externa
Verzorgt het gelaat en de buitenvlakte van de schedel
Voorliggend bloedvat: a. carotis communis
Achterliggend bloedvat: geen
Ondergrens: C3 / bovenrand van de cartilago thyroïdea
Bovengrens: hoofd
Vertakkingen:
1. a. thyroïdea superior
o loopt naar:
de schildklier
het tongbeen
het strottenhoofd met de omliggende spieren
de m. sternocleidomastoideus
2. a. pharyngea ascendens
o loopt naar:
de zijwand van de pharynx
de verhemeltespieren
het middenoor
o haar eindtak, de a. meningea posterior trekt langs het foramen jugulare de schedel
binnen
3. a. lingualis
o loopt naar:
de tong
glandula sublingualis (= ondertong speekselklier)
gingiva (= tandvlees)
4. a. facialis
o loopt naar:
de gelaatsspieren
het week verhemelte
de tonsillae (= keelamandelen)
de lippen
o een tak, de a. angularis loopt naar de ogen
, 5. a. occipitalis
o loopt naar:
de m. sternocleidomastoideus
de m. splenius
de m. suprahyoidale spieren
het achterhoofd
6. a. auricularis posterior
o loopt naar:
de mm. digastricus
de stylohyoideus
de sternocleidomastoideus
de glandula parotis (= oor speekselklier)
de oren
de zijvlakte van de schedel
eindtakken:
7. a. temporalis superficialis
o loopt via een oppervlakkige tak naar:
de glandula parotis
de regiones temporalis en frontalis
8. a. maxillaris
o loopt via een diepe tak naar:
het kaakgewricht
de kauwspieren
de uitwendige gehoorgang
het middenoor
,a. carotis externa
,a. thyroïdea superior
,a. pharyngea ascendens
,a. lingualis
,a. facialis
, a. occipitalis
a. auricularis posterior
,a. temporalis superficialis
, a. maxillaris
Verzorgt het gelaat en de buitenvlakte van de schedel
Voorliggend bloedvat: a. carotis communis
Achterliggend bloedvat: geen
Ondergrens: C3 / bovenrand van de cartilago thyroïdea
Bovengrens: hoofd
Vertakkingen:
1. a. thyroïdea superior
o loopt naar:
de schildklier
het tongbeen
het strottenhoofd met de omliggende spieren
de m. sternocleidomastoideus
2. a. pharyngea ascendens
o loopt naar:
de zijwand van de pharynx
de verhemeltespieren
het middenoor
o haar eindtak, de a. meningea posterior trekt langs het foramen jugulare de schedel
binnen
3. a. lingualis
o loopt naar:
de tong
glandula sublingualis (= ondertong speekselklier)
gingiva (= tandvlees)
4. a. facialis
o loopt naar:
de gelaatsspieren
het week verhemelte
de tonsillae (= keelamandelen)
de lippen
o een tak, de a. angularis loopt naar de ogen
, 5. a. occipitalis
o loopt naar:
de m. sternocleidomastoideus
de m. splenius
de m. suprahyoidale spieren
het achterhoofd
6. a. auricularis posterior
o loopt naar:
de mm. digastricus
de stylohyoideus
de sternocleidomastoideus
de glandula parotis (= oor speekselklier)
de oren
de zijvlakte van de schedel
eindtakken:
7. a. temporalis superficialis
o loopt via een oppervlakkige tak naar:
de glandula parotis
de regiones temporalis en frontalis
8. a. maxillaris
o loopt via een diepe tak naar:
het kaakgewricht
de kauwspieren
de uitwendige gehoorgang
het middenoor
,a. carotis externa
,a. thyroïdea superior
,a. pharyngea ascendens
,a. lingualis
,a. facialis
, a. occipitalis
a. auricularis posterior
,a. temporalis superficialis
, a. maxillaris