Biopsychologie Oefententamen (H.1 t/m 4, H.7 t/m 15)

Biopsychologie Oefententamen


Hoofdstuk 1 The Major Issues
Vraag 1: Welke definitie van biopsychologie wordt gegeven in het boek?



Vraag 2: Welke 3 standpunten worden gegeven wat betreft het mind-body of
het mind-brain probleem? Licht deze kort toe.



Vraag 3: In welke 4 categorieën vallen de biologische verklaringen over
gedrag? Licht deze toe.



Vraag 4: Wat bedoelt David Chalmers met the easy and the hard problems wat
betreft bewustzijn?



Vraag 5: Leg de werking uit van Mendalian Genetics. (genes, chromosomes,
RNA, DNA, enzymes)



Vraag 6: In hoeverre spelen genen en omgeving een rol als het op gedrag
aankomt?

, Hoofdstuk 2 Nerve Cells and Nerve Impulses
Vraag 1: Hoe is de structuur van een cel opgebouwd?



Vraag 2: Hoe is de structuur van een neuron opgebouwd?



Vraag 3: Wat is het verschil tussen afferente en efferente neuronen?



Vraag 4: Wat zijn glia?



Vraag 5: Wat is de bloed-hersen-barrière en hoe werkt deze?



Vraag 6: Wat is een rustpotentiaal van een neuron en waarom is deze er?



Vraag 7: Wat gebeurt er tijdens een actiepotentiaal van een neuron?



Vraag 8: Hoe werkt het actiepotentiaal bij een axon met een myelineschede?



Vraag 9: Wat is een lokale neuron ten opzichte van een ‘normale’ neuron?