10 Module 9
BIOLOGIE
Transport
Paragraaf 1
Bij eencellige organismen vindt transport van stoffen plaats over kleine afstanden o.a. door diffusie.
Grotere dieren planten hebben een vatenstelsel dat bestaat uit een netwerk van buisjes.
- Bij planten vindt transport in twee richtingen plaats
- De meeste dieren verloopt het transport circulair met een pomp (het hart)
Geleedpotigen hebben een open circulatiesysteem en een buisvormig hart dat de lichaamsvloeistof
rond de organen laat bewegen.
Andere diersoorten hebben een bloedsomloop, dit is een gesloten transportsysteem waarin het
bloed is gescheiden van de andere lichaamsvloeistoffen. Een hart pompt het bloed door de
bloedvaten.
- In een gesloten systeem kan het transport van stoffen effectiever en over grotere afstanden
plaatsvinden dan bij een open circulatiesysteem.
- Sommige dieren hebben een bloedsomloop met meer harten, bijv. regenwormen
De bloedsomloop
Bij vissen:
het bloed stroomt vanuit het hart eerst naar de
kieuwen en daarna naar de andere organen van het
lichaam.
Ze hebben een enkelvoudige bloedsomloop: per
omloop stroomt het bloed 1x door het hart.
Het hart bestaat uit een kamer (ventrikel) en boezem
(atrium)
Gewervelde dieren, en ook de mens hebben een
bloedsomloop.
Bij mensen:
Rood getekend: zuurstofrijk bloed
Blauw getekend: zuurstofarm bloed
Het hart bestaat uit de linker- en rechterharthelft
Kleine bloedsomloop:
Rechterhelft pompt bloed naar de longen vanuit
de longen stroomt het bloed naar de
linkerharthelft.
Het bloed neemt daarbij zuurstof op en geeft CO2 af
, 11 Module 9
Grote bloedsomloop:
De linkerhelft pompt het zuurstofrijk bloed door het lichaam het stroomt door alle
organen weer terug naar de rechterharthelft.
Zuurstof en voedingsstoffen worden hier afgegeven aan de cellen en CO2 en afvalstoffen worden
weer opgenomen in het bloed.
De mens heeft een dubbele bloedsomloop: per omloop stroomt het bloed 2x door het hart.
De bloedsomloop zorgt voor homeostase; een dynamisch evenwicht binnen het interne milieu
- Transport van stoffen tussen intern en extern milieu (o.a. brandstoffen, afvalstoffen)
- Transport van signaalstoffen (hormonen)
- Transport van bestanddelen van het afweersysteem
- Verdeling van warmte door het lichaam
Klein overzichtje van de grote en kleine bloedsomloop:
Kleine bloedsomloop:
- Rechterkamer longslagaders longhaarvaten longaders linkerboezem
Grote bloedsomloop:
- Linkerkamer aorta slagaders haarvaten in de organen aders onderste/bovenste
holle ader rechterboezem
Bloedsomloop bij gewervelde dieren:
Amfibieën:
Die hebben een eenkamerhart
- Deze hartkamer perst een deel van het bloed vanuit het hart naar de longen en huid
Daar wordt zuurstof opgenomen, en de rest van het bloed gaat via de aorta naar het lichaam.
Reptielen:
Hierbij is het bloed binnen het hart grotendeels gescheiden door een tussenschot
Als het dier niet ademt kan bloed vanuit beide helften van de kamer naar beide aorta’s stromen
Zoogdieren en vogels:
Deze hebben een hart met een gesloten tussenwand tussen de kamers en daardoor een
volledig gescheiden dubbele bloedsomloop.
BIOLOGIE
Transport
Paragraaf 1
Bij eencellige organismen vindt transport van stoffen plaats over kleine afstanden o.a. door diffusie.
Grotere dieren planten hebben een vatenstelsel dat bestaat uit een netwerk van buisjes.
- Bij planten vindt transport in twee richtingen plaats
- De meeste dieren verloopt het transport circulair met een pomp (het hart)
Geleedpotigen hebben een open circulatiesysteem en een buisvormig hart dat de lichaamsvloeistof
rond de organen laat bewegen.
Andere diersoorten hebben een bloedsomloop, dit is een gesloten transportsysteem waarin het
bloed is gescheiden van de andere lichaamsvloeistoffen. Een hart pompt het bloed door de
bloedvaten.
- In een gesloten systeem kan het transport van stoffen effectiever en over grotere afstanden
plaatsvinden dan bij een open circulatiesysteem.
- Sommige dieren hebben een bloedsomloop met meer harten, bijv. regenwormen
De bloedsomloop
Bij vissen:
het bloed stroomt vanuit het hart eerst naar de
kieuwen en daarna naar de andere organen van het
lichaam.
Ze hebben een enkelvoudige bloedsomloop: per
omloop stroomt het bloed 1x door het hart.
Het hart bestaat uit een kamer (ventrikel) en boezem
(atrium)
Gewervelde dieren, en ook de mens hebben een
bloedsomloop.
Bij mensen:
Rood getekend: zuurstofrijk bloed
Blauw getekend: zuurstofarm bloed
Het hart bestaat uit de linker- en rechterharthelft
Kleine bloedsomloop:
Rechterhelft pompt bloed naar de longen vanuit
de longen stroomt het bloed naar de
linkerharthelft.
Het bloed neemt daarbij zuurstof op en geeft CO2 af
, 11 Module 9
Grote bloedsomloop:
De linkerhelft pompt het zuurstofrijk bloed door het lichaam het stroomt door alle
organen weer terug naar de rechterharthelft.
Zuurstof en voedingsstoffen worden hier afgegeven aan de cellen en CO2 en afvalstoffen worden
weer opgenomen in het bloed.
De mens heeft een dubbele bloedsomloop: per omloop stroomt het bloed 2x door het hart.
De bloedsomloop zorgt voor homeostase; een dynamisch evenwicht binnen het interne milieu
- Transport van stoffen tussen intern en extern milieu (o.a. brandstoffen, afvalstoffen)
- Transport van signaalstoffen (hormonen)
- Transport van bestanddelen van het afweersysteem
- Verdeling van warmte door het lichaam
Klein overzichtje van de grote en kleine bloedsomloop:
Kleine bloedsomloop:
- Rechterkamer longslagaders longhaarvaten longaders linkerboezem
Grote bloedsomloop:
- Linkerkamer aorta slagaders haarvaten in de organen aders onderste/bovenste
holle ader rechterboezem
Bloedsomloop bij gewervelde dieren:
Amfibieën:
Die hebben een eenkamerhart
- Deze hartkamer perst een deel van het bloed vanuit het hart naar de longen en huid
Daar wordt zuurstof opgenomen, en de rest van het bloed gaat via de aorta naar het lichaam.
Reptielen:
Hierbij is het bloed binnen het hart grotendeels gescheiden door een tussenschot
Als het dier niet ademt kan bloed vanuit beide helften van de kamer naar beide aorta’s stromen
Zoogdieren en vogels:
Deze hebben een hart met een gesloten tussenwand tussen de kamers en daardoor een
volledig gescheiden dubbele bloedsomloop.