Pathologie samenvatting, Thema 5
Week 1:
OAC 2, deel 1: lage rugklachten nader bekeken
Rugpijn (hierbij gaat het om lage rugpijn):
Specifieke lage rugpijn
(Bij specifieke lage rugpijn is de oorzaak wel duidelijk in tegenstelling tot
aspecifieke lage rugpijn).
Lumbosacraal radiculair syndroom.
Mogelijke ernstige pathologie.
Aspecifieke lage rugpijn
(90% van de gevallen heeft aspecifieke lage rugpijn. Men heeft dan geen
ernstige pathologie of een radiculair syndroom. De oorzaak van de lage
rugpijn is niet helemaal duidelijk).
Radix betekent
wortel(=zenuwwortel).
Radiculopathie: Radix pathologie.
Stenose is een vernauwing.
Specifieke lage rugpijn
Non-serious
Het lumbosacraal radiculair syndroom behoort tot de ‘’non serious’’ specifieke
lage rugpijn.
Een aantal symptomen waaraan je kunt merken dat je het zou kunnen hebben
zijn de volgende:
Radiculaire pijn in 1 bovenbeen > pijn in de rug
(Dit betekent dus dat de radiculaire pijn in 1 bovenbeen erger aanwezig
is dan de pijn in de rug).
Neuropathische pijn
(Dit kun je herkennen aan paresthesieën).
Radiculaire signs:
1. Paresthesieën: Tintelende, brandende pijn // Stoornis van het
gevoel, waarbij kriebelingen, jeuk gevoeld wordt.
2. Reflexen: Een onwillekeurige reactie op een prikkel.
3. Hypethesie: Ondergevoeligheid // Verminderde gevoeligheid,
waarbij meestal gedoeld wordt op het tastgevoel.
Dit treedt op als gevolg van een acute discusprolaps.
Radiculair: Met betrekking tot een zenuw op de plaats waar deze uit het
ruggenmerg komt (ook wel wortel genoemd).
Neuropathisch: Een aandoening (=pathie) van de zenuwen (neuro-) betreffende //
zenuwpijn.
,Specifieke lage rugpijn
Serious
Een mogelijke ernstige pathologie valt onder ‘’serious’’ specifieke lage rugpijn.
Voorbeelden hiervan zijn:
Spondylolyse: Breuk in de wervel oftewel een wervelbreuk. Vind vaak
plaats in de boog van de wervel(=arcus vertebrae). Er is vaak een
trauma moment aan voorafgegaan.
Spondylolisthesis: Een verschuiving van een wervel ten opzichte van
een onderliggende wervel. Het foramen vertebrale loopt dan niet meer
goed. Ook het foramen intervertebralis kan kleiner worden. Het kan als
gevolg neurologische symptomen met zich meebrengen.
Bechterew: Andere benaming hiervoor is ‘spondylolitis ankylopoëtica’.
Ontsteking van de wervel(facetgewrichten, kraakbeen, ligamenten etc.).
Het is eigenlijk spondylartritis, omdat het gaat om de gewrichten van de
wervelkolom die ontstoken zijn.
Maligniteiten: Kwaadaardige tumoren.
Kanaalstenose: Vernauwing van de kanalis vertebralis.
Indeling rode vlaggen (2013)
• Begin na 50e levensjaar, onafhankelijk van houding of beweging, nachtelijke
pijn, algehele malaise, maligniteit?
• Recente fractuur (< 2 jaar geleden), >60 jr laag lichaamsgewicht (< 60 kg/ BMI
< 20 kg/m2),corticoster., lokale klop-, druk- en asdrukpijn van de wervelkolom,
opvallende lengtevermindering, kyfose ➝ osteoporotische wervelfractuur?
• Begin < 20e, man, inflammatoir ,vooral nachtelijke pijn, ochtendstijfheid > 1
uur, minder pijn bij liggen/bewegen/oefenen, reactie op NSAID’s, BSE>➝
Bechterew?
, • Ernstige lage rugpijn aansluitend aan een trauma ➝ wervelfractuur?
• Begin <20e ,palpabel trapje L4-L5 ➝ ernstige vorm van spondylolisthesis?
Aspecifieke lage rugpijn
90% van de gevallen heeft aspecifieke lage rugpijn.
Prognose gunstig.
Afwijkend beloop wanneer de klachten binnen 3 weken nog niet afgenomen
zijn.
Profiel 1, 2 en 3.
Eventueel psychosociale herstel belemmerende factoren (profiel 3).
50% van de rugklachten herstellen vanzelf binnen een aantal weken.
95% van de rugklachten herstellen binnen 3 maanden.
Na 3 weken is er (meestal) verbetering opgetreden.
Is dat niet het geval, dan is er sprake van een vertraagd herstel oftewel een
abnormaal beloop/afwijkend beloop.
De patiënten profielen:
Patiënten profiel 1: Normaal beloop.
Patiënten profiel 2: Afwijkend beloop zonder psychosociale herstel
belemmerende factoren (geen gele vlaggen).
Patiënten profiel 3: Afwijkend beloop met psychosociale herstel
belemmerende factoren (gele vlaggen aanwezig).
Profiel 3:
Activerend en bewust maken van de gele
vlaggen en dat deze herstel belemmerd zijn.
, Profiel 2:
Geen activiteiten vermeiden. Bewust maken van
het feit dat het geen kwaad kan wanneer hij/zij
zijn/haar alledaagse activiteiten doorzet.
Structuren die betrokken kunnen zijn
Vertebraal
(Met betrekking tot de wervels)
Lichaam (=corpus vertebrae)
Spondyl (boog) arc (=arcus vertebrae)
Intervertebraal
(Tussen twee wervels)
Facetgewricht kraakbeen (hyalien)
Discus (vezelig)
Paravertebraal
(Rondom de wervel)
Ligamentair (=met betrekking tot de banden)
Myogeen (=tot spieren behorend)
Neurogeen (=van zenuwen uitgaand)
Aantal pathologieën die kunnen leiden tot rugpijn
Spondylose
(-ose = degeneratie)
Facetartrose
Artrose discus
Spondylolyse
Week 1:
OAC 2, deel 1: lage rugklachten nader bekeken
Rugpijn (hierbij gaat het om lage rugpijn):
Specifieke lage rugpijn
(Bij specifieke lage rugpijn is de oorzaak wel duidelijk in tegenstelling tot
aspecifieke lage rugpijn).
Lumbosacraal radiculair syndroom.
Mogelijke ernstige pathologie.
Aspecifieke lage rugpijn
(90% van de gevallen heeft aspecifieke lage rugpijn. Men heeft dan geen
ernstige pathologie of een radiculair syndroom. De oorzaak van de lage
rugpijn is niet helemaal duidelijk).
Radix betekent
wortel(=zenuwwortel).
Radiculopathie: Radix pathologie.
Stenose is een vernauwing.
Specifieke lage rugpijn
Non-serious
Het lumbosacraal radiculair syndroom behoort tot de ‘’non serious’’ specifieke
lage rugpijn.
Een aantal symptomen waaraan je kunt merken dat je het zou kunnen hebben
zijn de volgende:
Radiculaire pijn in 1 bovenbeen > pijn in de rug
(Dit betekent dus dat de radiculaire pijn in 1 bovenbeen erger aanwezig
is dan de pijn in de rug).
Neuropathische pijn
(Dit kun je herkennen aan paresthesieën).
Radiculaire signs:
1. Paresthesieën: Tintelende, brandende pijn // Stoornis van het
gevoel, waarbij kriebelingen, jeuk gevoeld wordt.
2. Reflexen: Een onwillekeurige reactie op een prikkel.
3. Hypethesie: Ondergevoeligheid // Verminderde gevoeligheid,
waarbij meestal gedoeld wordt op het tastgevoel.
Dit treedt op als gevolg van een acute discusprolaps.
Radiculair: Met betrekking tot een zenuw op de plaats waar deze uit het
ruggenmerg komt (ook wel wortel genoemd).
Neuropathisch: Een aandoening (=pathie) van de zenuwen (neuro-) betreffende //
zenuwpijn.
,Specifieke lage rugpijn
Serious
Een mogelijke ernstige pathologie valt onder ‘’serious’’ specifieke lage rugpijn.
Voorbeelden hiervan zijn:
Spondylolyse: Breuk in de wervel oftewel een wervelbreuk. Vind vaak
plaats in de boog van de wervel(=arcus vertebrae). Er is vaak een
trauma moment aan voorafgegaan.
Spondylolisthesis: Een verschuiving van een wervel ten opzichte van
een onderliggende wervel. Het foramen vertebrale loopt dan niet meer
goed. Ook het foramen intervertebralis kan kleiner worden. Het kan als
gevolg neurologische symptomen met zich meebrengen.
Bechterew: Andere benaming hiervoor is ‘spondylolitis ankylopoëtica’.
Ontsteking van de wervel(facetgewrichten, kraakbeen, ligamenten etc.).
Het is eigenlijk spondylartritis, omdat het gaat om de gewrichten van de
wervelkolom die ontstoken zijn.
Maligniteiten: Kwaadaardige tumoren.
Kanaalstenose: Vernauwing van de kanalis vertebralis.
Indeling rode vlaggen (2013)
• Begin na 50e levensjaar, onafhankelijk van houding of beweging, nachtelijke
pijn, algehele malaise, maligniteit?
• Recente fractuur (< 2 jaar geleden), >60 jr laag lichaamsgewicht (< 60 kg/ BMI
< 20 kg/m2),corticoster., lokale klop-, druk- en asdrukpijn van de wervelkolom,
opvallende lengtevermindering, kyfose ➝ osteoporotische wervelfractuur?
• Begin < 20e, man, inflammatoir ,vooral nachtelijke pijn, ochtendstijfheid > 1
uur, minder pijn bij liggen/bewegen/oefenen, reactie op NSAID’s, BSE>➝
Bechterew?
, • Ernstige lage rugpijn aansluitend aan een trauma ➝ wervelfractuur?
• Begin <20e ,palpabel trapje L4-L5 ➝ ernstige vorm van spondylolisthesis?
Aspecifieke lage rugpijn
90% van de gevallen heeft aspecifieke lage rugpijn.
Prognose gunstig.
Afwijkend beloop wanneer de klachten binnen 3 weken nog niet afgenomen
zijn.
Profiel 1, 2 en 3.
Eventueel psychosociale herstel belemmerende factoren (profiel 3).
50% van de rugklachten herstellen vanzelf binnen een aantal weken.
95% van de rugklachten herstellen binnen 3 maanden.
Na 3 weken is er (meestal) verbetering opgetreden.
Is dat niet het geval, dan is er sprake van een vertraagd herstel oftewel een
abnormaal beloop/afwijkend beloop.
De patiënten profielen:
Patiënten profiel 1: Normaal beloop.
Patiënten profiel 2: Afwijkend beloop zonder psychosociale herstel
belemmerende factoren (geen gele vlaggen).
Patiënten profiel 3: Afwijkend beloop met psychosociale herstel
belemmerende factoren (gele vlaggen aanwezig).
Profiel 3:
Activerend en bewust maken van de gele
vlaggen en dat deze herstel belemmerd zijn.
, Profiel 2:
Geen activiteiten vermeiden. Bewust maken van
het feit dat het geen kwaad kan wanneer hij/zij
zijn/haar alledaagse activiteiten doorzet.
Structuren die betrokken kunnen zijn
Vertebraal
(Met betrekking tot de wervels)
Lichaam (=corpus vertebrae)
Spondyl (boog) arc (=arcus vertebrae)
Intervertebraal
(Tussen twee wervels)
Facetgewricht kraakbeen (hyalien)
Discus (vezelig)
Paravertebraal
(Rondom de wervel)
Ligamentair (=met betrekking tot de banden)
Myogeen (=tot spieren behorend)
Neurogeen (=van zenuwen uitgaand)
Aantal pathologieën die kunnen leiden tot rugpijn
Spondylose
(-ose = degeneratie)
Facetartrose
Artrose discus
Spondylolyse
