Samenvatting van Management En Organisatie Matthieu Calu (15/20)

MANAGEMENT EN ORGANISATIE

1. Bedrijfsorganisatie




1.1 Organisatie
Organisatie = Samenwerken van mensen om een doel te bereiken door het planmatig
inschakelen van middelen

1.1.1 Formele versus informele organisaties
 Formeel = Op voorhand vastgelegde structuur bv. bedrijf of school
 Informeel = Ontstaan spontaan en zonder vooropgestelde plan bv. groep
vrienden
 zorgt dat een formeel organisatie soepel verloopt


1.1.2 Bedrijven en ondernemingen
 Bedrijf = gebruik van arbeid en kapitaal binnen organisatie om product of dienst
te maken (non-profit-organisatie) bv. Rode Kruis, VRT
 Onderneming = hoofddoel van bedrijf om winst te maken (profit-organisaties)
bv. Supermarkten, VTM


Winstbestemming

 Hogere lonen
 Hogere dividenden (stuk winst uitkeren aan aandeelhouders)
 Investeren
 Uitbreiden
 Werkgelegenheid creëren (meer personeel in dienst nemen)
 Research & Development (investeren om onderzoek te doen om beter te gaan
functioneren)
 Betere arbeidsomstandigheden




1

,1.2 Missie, visie en doelstellingen
 NMBS: “alle klanten een veilige, betrouwbare en duurzame mobiliteit aanreiken”
 Google: “wereldwijde informatie ordenen en voor iedereen toegankelijk en
bruikbaar maken”
 IKEA: “een beter dagelijks leven mogelijk maken voor zoveel mogelijk mensen”
 Colruyt: “samen duurzaam meerwaarde creëren door waarden gedreven
vakmanschap in retail”



1.2.1 Missie

 De reden van het bestaan van een organisatie en het zegt waarvoor de
organisatie staat. (maatschappelijke functie van het bedrijf)
 Zeggen wat het bedrijf doet
 Kort en krachtig
 Uitdagend en motiverend
 Meerwaarde van het bedrijf aan de maatschappij

1.2.2 Visie

 Waar de organisatie naartoe wil. (doel op lange termijn afgeleid van de missie)
 Gewaagd en niet makkelijk haalbaar zijn
 Zorgen voor een inspirerende toekomst


1.2.3 Doelstellingen

 De resultaten die op korte termijn bereikt willen worden.
 Haalbare doelstellingen
 Zo concreet mogelijk (SMART-principe)

Creatie organisatie geen doel op zich maar met middelen

 Winst
 Onderwijs
 Mensenrechten
 Cultuur
 Amusement
 Gezondheid
 …


2

,Strategische doelstellingen: een tijdshorizon van 2 tot 5 jaar + globale doelstellingen

Tactische doelstellingen: een kortere tijdshorizon van 1 tot 2 jaar

Operationele doelstellingen: een zeer korte tijdshorizon van enkele weken + worden
uitgevoerd op de werkvloer

SMART-principe

 Specifiek
 Meetbaar
 Acceptabel
 Realistisch
 Tijdsgebonden
 +
 Ecologisch
 Relevant


KSF en KPI
 Tools om je missie en doelstellingen concreet en meetbaar te maken

1.3.1 KSF

 Kritische succesfactoren = een beperkt aantal factoren die van belang zijn om
succesvol te zijn als bedrijf op lange termijn (m.a.w. wat we als organisatie
moeten doen om onze missie te bereiken)
 Een strategische competitieve voorsprong uit bouwen


Succesfactoren
 Duurzaamheid
 Cultuur
 Innovatievermogen
 Kwaliteit
 Rendement
1.3.2 KPI
 Key Performance Indicators = financiële als niet-financiële cijfers die worden
gebruikt om de strategische performantie van een organisatie continu te
monitoren. (m.a.w. streefcijfers)
 Unieke KPI’s
 Klantentevredenheid, Kostprijs, Bezettingsgraad, Levertijd, Omzet, Winst,
Marktaandeel

3

, 2. Bedrijfsomgeving

Shareholders -> (enkel winst maken) verleden tijd nu is het Stakeholdermodel (proactief de
relaties met alle stakeholders in orde houden)

Stakeholders van Vives

1. Interne stakeholders
 Docenten OP
 Directeur
 ATP (administratief technisch personeel)
 RvB (Raad van Bestuur)


2. Overheid
 Stad Brugge
 Vlaamse Overheid


3. Klanten
 Ouders
 Middelbare scholen


4. Andere
 Leveranciers
 NMBS & De Lijn
 Associatie KU Leuven
 Buurt bewoners
 Banken
 Sodexo
 Media
 Andere hogescholen
 Kerk
 Poetsfirma
 Verzekeringen
 Stagebedrijven
 Vakbonden
 Verhuurders van koten
 Energieleveranciers




4