Theorie
Les 1.
Verdovingen
Lokaal: plaatselijk (bijv. crème)
Systemisch: werking op het hele lichaam, Het komt in de bloedbaan (infuus,pillen)
Een geneesmiddel is niet altijd het middel dat beter maakt. Maar kan ook
= Bestrijd de symptomen
= Onderdruk te klachten
= De ziekte wegnemen
= Het voorkomen van ziekten
Eigenschappen geneesmiddelen
- Hoofdwerking
- Bijwerking
- Vergiftiging
- Interactie
- Allergie
- Sensibilisatie
toepassingsgebieden voor geneesmiddelen:
1. Causale therapie: Bestrijd de ziekte/aandoening
bestrijding infectie door antibioticum, antiserum
2. Symptomatische therapie : aanpakken van de klachten
paracetamol bij kiespijn, allergie tabletten
3. Substitutietherapie; Er is een te kort van een bepaalde stof
Diverse hormonen zoals insuline bij suikerziekte, groeihormoon, schildklierhormoon
4. Preventieve/ profylactische therapie: ziekte voorkomen
Fluoridepreparaten, Medicatie die de bloeddruk verlaag, preventief AB
5. Palliatieve therapie – Het dragelijk maken van klachten
Slaapmedicatie, zware pijnstillers
Bijsluiter
De werking van een medicijn kun je altijd terug vinden in de bijsluiter. Ook in het
Farmacotherapeutisch Kompas (site) is alle informatie terug te vinden.
, Begrippen (werking geneesmiddelen)
Dosis = De hoeveelheid geneesmiddel die per dag toegediend worden
Bloedspiegel = De aanwezige concentratie van een geneesmiddel in het bloed
Distributie= verspreiden/verplaatsen
Geabsobeerd=opnemen
metabolisme = afbreken van het geneesmiddelen door de lever
Excretie = de nieren scheiden deze stoffen vervolgens via de urine uit
Fluctueren = het schommelen van de bloedspiegel
Dosering
Te lage dosis > Gewenste effect wordt niet bereikt
Normdosering > Dosis waarbij de gewenste werking optreedt
Toxische dosis > Dosering waarbij de dosis schadelijk is voor het lichaam.
Letale dosis > Dosis waardoor de dood wordt veroorzaakt (overdosis)
- Kind teveel fluoride > melk drinken en laten braken.
- Dosering voor volwassenen ligt vaak vast, maar voor kinderen moet er een berekening
gemaakt worden op basis van; leeftijd & lichaamsgewicht
Enteraal > via spijsverteringskanaal
Inhalatie > via de luchtwegen
Parentaal > injecties
Lokaal > lokaal aanbrengen
Les 1.
Verdovingen
Lokaal: plaatselijk (bijv. crème)
Systemisch: werking op het hele lichaam, Het komt in de bloedbaan (infuus,pillen)
Een geneesmiddel is niet altijd het middel dat beter maakt. Maar kan ook
= Bestrijd de symptomen
= Onderdruk te klachten
= De ziekte wegnemen
= Het voorkomen van ziekten
Eigenschappen geneesmiddelen
- Hoofdwerking
- Bijwerking
- Vergiftiging
- Interactie
- Allergie
- Sensibilisatie
toepassingsgebieden voor geneesmiddelen:
1. Causale therapie: Bestrijd de ziekte/aandoening
bestrijding infectie door antibioticum, antiserum
2. Symptomatische therapie : aanpakken van de klachten
paracetamol bij kiespijn, allergie tabletten
3. Substitutietherapie; Er is een te kort van een bepaalde stof
Diverse hormonen zoals insuline bij suikerziekte, groeihormoon, schildklierhormoon
4. Preventieve/ profylactische therapie: ziekte voorkomen
Fluoridepreparaten, Medicatie die de bloeddruk verlaag, preventief AB
5. Palliatieve therapie – Het dragelijk maken van klachten
Slaapmedicatie, zware pijnstillers
Bijsluiter
De werking van een medicijn kun je altijd terug vinden in de bijsluiter. Ook in het
Farmacotherapeutisch Kompas (site) is alle informatie terug te vinden.
, Begrippen (werking geneesmiddelen)
Dosis = De hoeveelheid geneesmiddel die per dag toegediend worden
Bloedspiegel = De aanwezige concentratie van een geneesmiddel in het bloed
Distributie= verspreiden/verplaatsen
Geabsobeerd=opnemen
metabolisme = afbreken van het geneesmiddelen door de lever
Excretie = de nieren scheiden deze stoffen vervolgens via de urine uit
Fluctueren = het schommelen van de bloedspiegel
Dosering
Te lage dosis > Gewenste effect wordt niet bereikt
Normdosering > Dosis waarbij de gewenste werking optreedt
Toxische dosis > Dosering waarbij de dosis schadelijk is voor het lichaam.
Letale dosis > Dosis waardoor de dood wordt veroorzaakt (overdosis)
- Kind teveel fluoride > melk drinken en laten braken.
- Dosering voor volwassenen ligt vaak vast, maar voor kinderen moet er een berekening
gemaakt worden op basis van; leeftijd & lichaamsgewicht
Enteraal > via spijsverteringskanaal
Inhalatie > via de luchtwegen
Parentaal > injecties
Lokaal > lokaal aanbrengen