Samenvatting Marketing 1
Weblecture 1A.................................................................................................................... 1
Weblecture 1B.................................................................................................................... 1
Weblecture 2A.................................................................................................................... 3
Weblecture 2B.................................................................................................................... 5
Weblecture 3A.................................................................................................................... 6
Weblecture 3B.................................................................................................................... 7
Weblecture 3C.................................................................................................................... 8
Weblecture 4A.................................................................................................................... 9
Weblecture 4B.................................................................................................................. 11
Weblecture 5A.................................................................................................................. 14
Weblecture 5B.................................................................................................................. 16
Weblecture 5C.................................................................................................................. 17
Weblecture 6A.................................................................................................................. 18
Weblecture 6B.................................................................................................................. 19
Weblecture 7A.................................................................................................................. 21
Weblecture 7B.................................................................................................................. 23
,Weblecture 1A
Marketing is:
- Niet hetzelfde als verkoop
- Niet hetzelfde als reclame
- Geen exacte wetenschap
- Geen standaardoplossing
Marketing: Een menselijke activiteit gericht op het bevredigen van behoeften door middel
van ruil.
De aanbieder biedt een dienst, product of idee aan. De afnemer neemt dat aan en geeft in
ruil daarvoor geld, relaties of reputatie terug.
Groei en continuïteit zijn belangrijker dan geld.
De marketeer is er om de ruiltransacties:
- Te bevorderen
- Te vergemakkelijken
- Te bespoedigen
Zodat zowel de aanbieder als de afnemer hun doelstellingen verwezenlijkt worden. Dit doe
je door meerwaarde te bieden.
Verschillende definities van markten:
- Gewone mens: Een plek met kraampjes waar je spullen kan kopen.
- Economen: Een verzameling van kopers en verkopers die zaken doen.
- Marketeers: Een verzameling kopers of de vraag naar een product.
Er zijn 2 markten:
- De consumentenmarkt
- B2B-markt
Weblecture 1B
Verschillende concepten van marketing:
- Productieconcept (zo laag mogelijke kostprijs)
- Productconcept (Zo hoog mogelijke kwaliteit)
- Verkoopconcept (Omzet door verkooptechnieken)
- Marketingconcept (Afnemersbehoefte staat centraal)
- Maatschappelijke marketingconcept (Duurzaam ondernemen staat centraal)
- Experience Concept (Beleving staat centraal)
Productieconcept
Goedkope producten die op zoveel mogelijk plaatsen beschikbaar zijn.
Bijv in een concurrerende markt of in markten waar de merkvoorkeur klein is.
Voorwaarden:
1
, - Vraag overtreft aanbod (seller market).
- Massaproductie moet tot sterke kostendaling leiden.
- Zo min mogelijk productvarianten.
Productconcept
Producten die kwalitatief de meeste waarde bieden voor geld (value for money).
Er is veel aandacht voor het product, minder voor promotie en distributie.
Voorwaarden:
- Consument heeft weinig mogelijkheden om zijn geld te besteden, maar wel
voldoende koopkracht.
Verkoopconcept
Consument koopt alleen als hij/ zij een bepaalde behoefte heeft. De organisatie moet deze
behoefte stimuleren, versterken.
Een product wordt niet gekocht, maar verkocht.
Bijv de tupperware-/ lingerieparty's.
Voorwaarde:
- Als in de markt de vraag het aanbod overtreft.
Waar de consument niet sterk bewust is van zijn behoeften.
Marketingconcept
Bestaat uit needs en wants. Oftewel de wensen en behoeften van de klant.
Maatschappelijke marketingconcept
Hierbij gaan we uit van de 3 P’s:
- People
- Planet
- Provit
Experience concept
De beleving staat centraal.
Bijv Red Bull
Een marketingproces bestaat uit:
1. Analyse
Het analyseren van de omgeving op:
- De bedrijfstak
- De veranderende omgeving
- De concurrenten
- De afnemers
2. Strategie
3. Planning
4. Uitvoering
5. Controle
Marketinginstrument bestaat uit de vier p’s:
2
Weblecture 1A.................................................................................................................... 1
Weblecture 1B.................................................................................................................... 1
Weblecture 2A.................................................................................................................... 3
Weblecture 2B.................................................................................................................... 5
Weblecture 3A.................................................................................................................... 6
Weblecture 3B.................................................................................................................... 7
Weblecture 3C.................................................................................................................... 8
Weblecture 4A.................................................................................................................... 9
Weblecture 4B.................................................................................................................. 11
Weblecture 5A.................................................................................................................. 14
Weblecture 5B.................................................................................................................. 16
Weblecture 5C.................................................................................................................. 17
Weblecture 6A.................................................................................................................. 18
Weblecture 6B.................................................................................................................. 19
Weblecture 7A.................................................................................................................. 21
Weblecture 7B.................................................................................................................. 23
,Weblecture 1A
Marketing is:
- Niet hetzelfde als verkoop
- Niet hetzelfde als reclame
- Geen exacte wetenschap
- Geen standaardoplossing
Marketing: Een menselijke activiteit gericht op het bevredigen van behoeften door middel
van ruil.
De aanbieder biedt een dienst, product of idee aan. De afnemer neemt dat aan en geeft in
ruil daarvoor geld, relaties of reputatie terug.
Groei en continuïteit zijn belangrijker dan geld.
De marketeer is er om de ruiltransacties:
- Te bevorderen
- Te vergemakkelijken
- Te bespoedigen
Zodat zowel de aanbieder als de afnemer hun doelstellingen verwezenlijkt worden. Dit doe
je door meerwaarde te bieden.
Verschillende definities van markten:
- Gewone mens: Een plek met kraampjes waar je spullen kan kopen.
- Economen: Een verzameling van kopers en verkopers die zaken doen.
- Marketeers: Een verzameling kopers of de vraag naar een product.
Er zijn 2 markten:
- De consumentenmarkt
- B2B-markt
Weblecture 1B
Verschillende concepten van marketing:
- Productieconcept (zo laag mogelijke kostprijs)
- Productconcept (Zo hoog mogelijke kwaliteit)
- Verkoopconcept (Omzet door verkooptechnieken)
- Marketingconcept (Afnemersbehoefte staat centraal)
- Maatschappelijke marketingconcept (Duurzaam ondernemen staat centraal)
- Experience Concept (Beleving staat centraal)
Productieconcept
Goedkope producten die op zoveel mogelijk plaatsen beschikbaar zijn.
Bijv in een concurrerende markt of in markten waar de merkvoorkeur klein is.
Voorwaarden:
1
, - Vraag overtreft aanbod (seller market).
- Massaproductie moet tot sterke kostendaling leiden.
- Zo min mogelijk productvarianten.
Productconcept
Producten die kwalitatief de meeste waarde bieden voor geld (value for money).
Er is veel aandacht voor het product, minder voor promotie en distributie.
Voorwaarden:
- Consument heeft weinig mogelijkheden om zijn geld te besteden, maar wel
voldoende koopkracht.
Verkoopconcept
Consument koopt alleen als hij/ zij een bepaalde behoefte heeft. De organisatie moet deze
behoefte stimuleren, versterken.
Een product wordt niet gekocht, maar verkocht.
Bijv de tupperware-/ lingerieparty's.
Voorwaarde:
- Als in de markt de vraag het aanbod overtreft.
Waar de consument niet sterk bewust is van zijn behoeften.
Marketingconcept
Bestaat uit needs en wants. Oftewel de wensen en behoeften van de klant.
Maatschappelijke marketingconcept
Hierbij gaan we uit van de 3 P’s:
- People
- Planet
- Provit
Experience concept
De beleving staat centraal.
Bijv Red Bull
Een marketingproces bestaat uit:
1. Analyse
Het analyseren van de omgeving op:
- De bedrijfstak
- De veranderende omgeving
- De concurrenten
- De afnemers
2. Strategie
3. Planning
4. Uitvoering
5. Controle
Marketinginstrument bestaat uit de vier p’s:
2
