HOOFDSTUK 6: Vetbeperkt dieet
Begripsomschrijving en indicaties
= Enkelvoudig kwalitatief dieet waarbij de dagelijkse vetinname lager ligt dan de aanbevolen
hoeveelheid
Graad van beperking afhankelijk aard en ernst van de ziekte
Naast kwantiteit kan ook kwaliteit belangrijk zijn (OV vs VV)
Meestal norm gezonde voeding genomen 30 En%
Indicaties voor vetbeperking
1. Vetdiarree (steatorree) tgv verterings-, resorptie of transportstoornis
Dankzij vetbeperking wordt verlies aan vet, vetoplosbare vitaminen en calcium
(calciumzepen: onverteerd vet + calcium) via de faeces beperkt
Voor de patiënt is het dieet sociaal gezien belangrijk om het volume en de stank van de ontlasting
sterk verminderen + verhoogt levenskwaliteit van de patiënt
Voorbeelden
Bij leverproblemen
Galblaasproblemen
In dunne darmproblemen (lipase onvoldoende aanwezig)
Pancreasproblemen (pancreaslipase te weinig )
2. Protein Losing Enteropathy:
= Ingewandsaandoening die gepaard gaat met een verhoogde doorlating van eiwitten van de
weefsels naar het lumen waardoor hypoproteïnemie + oedemen ontstaan
Vetbeperking belangrijk om de lymfestroom af te remmen
Door afname druk in de intestinale lymfevaten treedt er minder terug lekkage op en wordt
het eiwitverlies via feces sterk verminderd
Dyslipedemieën
Naast beperking van de totale vetinname dient ook aandacht te gaan naar de kwaliteit van de vetten
Verstoord van vetprofiel in bloed: LDL is t ehoog, HDL is te laag, triglyceriden te hoog
totale cholesterol te hoog
Vetbeperking is hier niet de prioriteit, wel de stoort vetten
Voorkeur naar onverzadigde vetten
Energiebeperking
Vetten leveren het meeste kcal (1g=9kcal)
Nemen vaak 30En% als ondergrens vaak al grote aanpassing voor deze groep!
Mensen leggen zich vaak zelf een vetbeperkt dieet op ZONDER dat er daar een indicatie voor bestaat
Indien het gaat om een strenge vetbeperking bestaat de kans op een tekort aan vetoplosbare
vitaminen (A,D, E, K) en essentiële vetzuren
Bij peuters vetarme voeding gecombineerd met te veel aan mono- of disachariden oorzaak van
peuterdiarree
Tot 4 jaar vetrijke voeding aangeraden (40 En%)
Geen vetbeperking bij jonge kinderen
Begripsomschrijving en indicaties
= Enkelvoudig kwalitatief dieet waarbij de dagelijkse vetinname lager ligt dan de aanbevolen
hoeveelheid
Graad van beperking afhankelijk aard en ernst van de ziekte
Naast kwantiteit kan ook kwaliteit belangrijk zijn (OV vs VV)
Meestal norm gezonde voeding genomen 30 En%
Indicaties voor vetbeperking
1. Vetdiarree (steatorree) tgv verterings-, resorptie of transportstoornis
Dankzij vetbeperking wordt verlies aan vet, vetoplosbare vitaminen en calcium
(calciumzepen: onverteerd vet + calcium) via de faeces beperkt
Voor de patiënt is het dieet sociaal gezien belangrijk om het volume en de stank van de ontlasting
sterk verminderen + verhoogt levenskwaliteit van de patiënt
Voorbeelden
Bij leverproblemen
Galblaasproblemen
In dunne darmproblemen (lipase onvoldoende aanwezig)
Pancreasproblemen (pancreaslipase te weinig )
2. Protein Losing Enteropathy:
= Ingewandsaandoening die gepaard gaat met een verhoogde doorlating van eiwitten van de
weefsels naar het lumen waardoor hypoproteïnemie + oedemen ontstaan
Vetbeperking belangrijk om de lymfestroom af te remmen
Door afname druk in de intestinale lymfevaten treedt er minder terug lekkage op en wordt
het eiwitverlies via feces sterk verminderd
Dyslipedemieën
Naast beperking van de totale vetinname dient ook aandacht te gaan naar de kwaliteit van de vetten
Verstoord van vetprofiel in bloed: LDL is t ehoog, HDL is te laag, triglyceriden te hoog
totale cholesterol te hoog
Vetbeperking is hier niet de prioriteit, wel de stoort vetten
Voorkeur naar onverzadigde vetten
Energiebeperking
Vetten leveren het meeste kcal (1g=9kcal)
Nemen vaak 30En% als ondergrens vaak al grote aanpassing voor deze groep!
Mensen leggen zich vaak zelf een vetbeperkt dieet op ZONDER dat er daar een indicatie voor bestaat
Indien het gaat om een strenge vetbeperking bestaat de kans op een tekort aan vetoplosbare
vitaminen (A,D, E, K) en essentiële vetzuren
Bij peuters vetarme voeding gecombineerd met te veel aan mono- of disachariden oorzaak van
peuterdiarree
Tot 4 jaar vetrijke voeding aangeraden (40 En%)
Geen vetbeperking bij jonge kinderen