De aanslag - Harry Mulisch
Literaire begrippen
Genre- Roman
aanduiding
Titel en Titelverklaring
motto De aanslag is de centrale gebeurtenis waar het hele verhaal om draait: In het begin van het
verhaal wordt er een aanslag gepleegd op Fake Ploeg, NSB’er. Door die aanslag raakt Anton
Steenwijk zijn ouders en zijn broer kwijt. Anton wordt voor de rest van zijn leven nog met de
aanslag geconfronteerd.
Motto
Het motto van het boek is: Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan
nacht. Dit is een motto uit een brief van Plinius de Jongere, over de uitbarsting van de Vesuvius:
een donkerte die plots uit het hemellicht valt en nog jaren later als een aswolk zijn sporen nalaat.
De ‘sporen’ zijn te vergelijken met de gevolgen voor het leven van Anton na de aanslag. De
‘sporen’ worden geleidelijk duidelijker in de loop van het boek. Ook kwam na de uitbarsting van
de Vesuvius Pompei in een grote duisternis, wat eigenlijk ook met Anton’s leven gebeurde.
Perspectief Personaal verteld: de verteller kruipt in de huid van Anton.
Thema Een belangrijk thema is schuldvraag; Anton heeft allemaal vragen: Wie is er schuldig? Wie
heeft de aanslag op Fake Ploeg gepleegd? Waarom? Hij wil eigenlijk graag weten wie er
schuldig is aan de gebeurtenissen in de oorlogswinter. Deze schuldvraag en het zoeken naar
antwoorden houden hem zijn hele leven bezig.
Tijdsduur -Chronologisch
-Enkele flashbacks; dan blikt Anton terug naar de aanslag of naar de nacht die hij in de cel
doorbracht
-Vertelde tijd: Bijna 37 jaar; het verhaal begint in de hongerwinter van 1945, aan het einde van
wo2, en eindigt in 1981.
-Er is een opvallende vertraging in het begin van het verhaal als de moord op Fake Ploeg wordt
gepleegd en als Peter het lichaam probeert weer terug te leggen en wat er daarna gebeurt. De
vertraging geeft aan hoe dramatisch het was en hoe verbijsterd iedereen was, niemand deed
iets
Ruimte -Tijdens de oorlog woont Anton in Haarlem
-Na de aanslag woont Anton in Amsterdam, eerst bij zijn oom en tante en dan alleen.
-Hij gaat ook een keer naar Italië, waar hij een huis heeft.
-Hij brengt twee keer een bezoek aan Haarlem, in 1952 en in 1978.
Motieven Het dobbelsteenmotief:
De dobbelsteen staat voor het lot in het leven van Anton. Elke keer als Anton in aanraking komt
met een dobbelsteen verandert er iets in zijn leven:
- Vlak voordat Fake Ploeg wordt doodgeschoten is de familie een potje mens-erger-je-niet
begonnen. Toen ze de eerste schoten hoorden had Anton de dobbelsteen in zijn hand. Als er
paniek ontstaat, stopt Anton de dobbelsteen in zijn zak. De aanslag heeft een enorme impact op
zijn verdere leven.
- Toen Anton zijn oom Peter hem op kwam halen van het Orskommanandur, stopte Anton zijn
hand in zijn zak en haalde hij de dobbelsteen tevoorschijn. Als Anton met zijn oom de
Literaire begrippen
Genre- Roman
aanduiding
Titel en Titelverklaring
motto De aanslag is de centrale gebeurtenis waar het hele verhaal om draait: In het begin van het
verhaal wordt er een aanslag gepleegd op Fake Ploeg, NSB’er. Door die aanslag raakt Anton
Steenwijk zijn ouders en zijn broer kwijt. Anton wordt voor de rest van zijn leven nog met de
aanslag geconfronteerd.
Motto
Het motto van het boek is: Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan
nacht. Dit is een motto uit een brief van Plinius de Jongere, over de uitbarsting van de Vesuvius:
een donkerte die plots uit het hemellicht valt en nog jaren later als een aswolk zijn sporen nalaat.
De ‘sporen’ zijn te vergelijken met de gevolgen voor het leven van Anton na de aanslag. De
‘sporen’ worden geleidelijk duidelijker in de loop van het boek. Ook kwam na de uitbarsting van
de Vesuvius Pompei in een grote duisternis, wat eigenlijk ook met Anton’s leven gebeurde.
Perspectief Personaal verteld: de verteller kruipt in de huid van Anton.
Thema Een belangrijk thema is schuldvraag; Anton heeft allemaal vragen: Wie is er schuldig? Wie
heeft de aanslag op Fake Ploeg gepleegd? Waarom? Hij wil eigenlijk graag weten wie er
schuldig is aan de gebeurtenissen in de oorlogswinter. Deze schuldvraag en het zoeken naar
antwoorden houden hem zijn hele leven bezig.
Tijdsduur -Chronologisch
-Enkele flashbacks; dan blikt Anton terug naar de aanslag of naar de nacht die hij in de cel
doorbracht
-Vertelde tijd: Bijna 37 jaar; het verhaal begint in de hongerwinter van 1945, aan het einde van
wo2, en eindigt in 1981.
-Er is een opvallende vertraging in het begin van het verhaal als de moord op Fake Ploeg wordt
gepleegd en als Peter het lichaam probeert weer terug te leggen en wat er daarna gebeurt. De
vertraging geeft aan hoe dramatisch het was en hoe verbijsterd iedereen was, niemand deed
iets
Ruimte -Tijdens de oorlog woont Anton in Haarlem
-Na de aanslag woont Anton in Amsterdam, eerst bij zijn oom en tante en dan alleen.
-Hij gaat ook een keer naar Italië, waar hij een huis heeft.
-Hij brengt twee keer een bezoek aan Haarlem, in 1952 en in 1978.
Motieven Het dobbelsteenmotief:
De dobbelsteen staat voor het lot in het leven van Anton. Elke keer als Anton in aanraking komt
met een dobbelsteen verandert er iets in zijn leven:
- Vlak voordat Fake Ploeg wordt doodgeschoten is de familie een potje mens-erger-je-niet
begonnen. Toen ze de eerste schoten hoorden had Anton de dobbelsteen in zijn hand. Als er
paniek ontstaat, stopt Anton de dobbelsteen in zijn zak. De aanslag heeft een enorme impact op
zijn verdere leven.
- Toen Anton zijn oom Peter hem op kwam halen van het Orskommanandur, stopte Anton zijn
hand in zijn zak en haalde hij de dobbelsteen tevoorschijn. Als Anton met zijn oom de