TW4 natuurkunde samenvatting
Stof: H8.1 T/M H8.4
Bronnen: Newton, Dirken PowerPoint, aantekeningen NOJ
Leerdoelen
8.1:
de eigenschappen van een permanente magneet beschrijven en zijn invloed op andere
stoffen.
magnetisme beschrijven aan de hand van afstotende/aantrekkende krachten.
magnetisch veld beschrijven
de richting van het magnetische veld bepalen bij permanente magneet
veldlijnen tekenen en de eigenschappen hiervan benoemen.
minimaal in de context: aardmagnetisch veld;
vakbegrippen: homogeen en inhomogeen magnetisch veld, veldlijn,
elektromagneet
8.2
magnetisch veld beschrijven
de ‘raket’-notatie gebruiken om een vector (I of B) te tekenen.
Uitleggen wat de magnetische veldsterkte B is en hoe de grootte van B bepaald wordt
de richting van magnetische veldlijnen tekenen met behulp van de rechterhand regels
rond een stroomdraad
in en om een stroomvoerende spoel
8.3
Lorentzkracht
Formule kunnen toepassen
Beschrijven hoe het werkt
Richting ervan bepalen
Elektromotor
Elektromotor begrijpen
Kunnen verbinden aan Lorentzkracht
8.4
, Hoofdstuk 8
Voorwerpen bezitten massa m hierdoor werken er gravitatiekrachten op alles met massa
Voorwerpen hebben ook vermogen om magnetische krachten uit te oefenen op elkaar
magnetisme
Homogeen = als in een gebied de magnetische veldlijnen overal evenwijdig zijn & de magnetische
veldsterkte overal gelijk is
Inhomogeen = de magnetische veldsterkte is niet overal even groot & magnetische veldlijnen niet
overal evenwijdig
Permanente magneet = structuur waarin duidelijk een Noordpool en Zuidpool ontstaan
Eigenschappen permanente magneet:
1. Magnetische krachtwerking (aantrekken/afstoten)
2. Magnetisch veld (wisselwerking op afstand)
3. Magnetische influentie (aantrekken niet magnetisch ijzer)
NB Afspraak:
Noordpool = Rood
Zuidpool = Wit, Blauw, Groen
Kompasje:
- Is magneet
- Richt zich naar magneet
Magnetische veldlijnen:
- Denkbeeldige lijn tussen gerichte kompasjes
- Van Noordpool naar Zuidpool, buiten magneet
- Beschrijft wisselwerking op afstand
Gravitatie = altijd aantrekkende kracht
Magnetisme = afhankelijk van de oriëntatie van de polen of je aantrekt of afstoot
Stof: H8.1 T/M H8.4
Bronnen: Newton, Dirken PowerPoint, aantekeningen NOJ
Leerdoelen
8.1:
de eigenschappen van een permanente magneet beschrijven en zijn invloed op andere
stoffen.
magnetisme beschrijven aan de hand van afstotende/aantrekkende krachten.
magnetisch veld beschrijven
de richting van het magnetische veld bepalen bij permanente magneet
veldlijnen tekenen en de eigenschappen hiervan benoemen.
minimaal in de context: aardmagnetisch veld;
vakbegrippen: homogeen en inhomogeen magnetisch veld, veldlijn,
elektromagneet
8.2
magnetisch veld beschrijven
de ‘raket’-notatie gebruiken om een vector (I of B) te tekenen.
Uitleggen wat de magnetische veldsterkte B is en hoe de grootte van B bepaald wordt
de richting van magnetische veldlijnen tekenen met behulp van de rechterhand regels
rond een stroomdraad
in en om een stroomvoerende spoel
8.3
Lorentzkracht
Formule kunnen toepassen
Beschrijven hoe het werkt
Richting ervan bepalen
Elektromotor
Elektromotor begrijpen
Kunnen verbinden aan Lorentzkracht
8.4
, Hoofdstuk 8
Voorwerpen bezitten massa m hierdoor werken er gravitatiekrachten op alles met massa
Voorwerpen hebben ook vermogen om magnetische krachten uit te oefenen op elkaar
magnetisme
Homogeen = als in een gebied de magnetische veldlijnen overal evenwijdig zijn & de magnetische
veldsterkte overal gelijk is
Inhomogeen = de magnetische veldsterkte is niet overal even groot & magnetische veldlijnen niet
overal evenwijdig
Permanente magneet = structuur waarin duidelijk een Noordpool en Zuidpool ontstaan
Eigenschappen permanente magneet:
1. Magnetische krachtwerking (aantrekken/afstoten)
2. Magnetisch veld (wisselwerking op afstand)
3. Magnetische influentie (aantrekken niet magnetisch ijzer)
NB Afspraak:
Noordpool = Rood
Zuidpool = Wit, Blauw, Groen
Kompasje:
- Is magneet
- Richt zich naar magneet
Magnetische veldlijnen:
- Denkbeeldige lijn tussen gerichte kompasjes
- Van Noordpool naar Zuidpool, buiten magneet
- Beschrijft wisselwerking op afstand
Gravitatie = altijd aantrekkende kracht
Magnetisme = afhankelijk van de oriëntatie van de polen of je aantrekt of afstoot