Samenvatting Stappenplan Bestuursrecht

Bestuursrecht stappenplan

Week 1

Bestuursorgaan, art. 1:1 lid 1 Awb

Stap 1: a-orgaan?
= orgaan van een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld (lid 1 sub a)

Zo nee,

Stap 2: b-orgaan?
= ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed (lid 1 sub b)

Manieren verkrijging openbaar gezag:
 Bij of krachtens wettelijk voorschrift;
 Buitenwettelijk: doordat sprake is van het verstrekken van uitkeringen of andere op geld
waardeerbare rechten waarbij de overheid de criteria voor de verstrekking bepaalt en ten
minste 2/3 van het geld verschaft  silicose-criterium: een wijze van buitenwettelijke
verkrijgen van openbaar gezag van privaatrechtelijke rechtspersonen betreft de situatie dat
de stichting als een doorgeefluik tussen deo verheid en burger fungeert bij het verstrekken
van uitkeringen of andere op geld waardeerbare rechten.

Uitwerking criteria buitenwettelijk  Stichting Silicose:
1. Het gaat om subsidie, uitkeringen of andere op geld waardeerbare rechten.
2. De overheid bepaalt de criteria volgens welke de subsidies of uitkeringen worden verdeeld in
beslissende mate (inhoudelijke vereiste)
3. De overheid verschaft het geld waarmee de rechtspersoon de op geld waardeerbare rechten in
overwegende mate, in beginsel voor ten minste 2/3 (financiële vereiste)




1

,Belanghebbende , art. 1:2 Awb

Rechtspersonen kunnen opkomen voor eigen belang (art. 1:2 lid 1 Awb), maar ook voor algemene of
collectieve belangen (art. 1:2 lid 3 Awb).

Stappenplan bij rechtspersonen:
 Lid 1 of lid 3 van art. 1:2 Awb?:
 Als lid 1 van toepassing is, OPERA-criteria langslopen :
o Objectief bepaalbaar belang
o Persoonlijk belang
o Eigen belang
o Rechtstreeks betrokken belang
o Actueel belang
 Als lid 3 van toepassing is de volgende eisen aflopen:
o Rechtspersoonlijkheid, art. 2:1 Awb
o Algemene of collectieve belangen behartigen
o Op basis van een kenbare, specifieke doelstelling (in het bijzonder)
 Territoriale begrenzing (specifiek Utrechtse straat) en functionele grens
(ondernemersbelangen).
o Behartiging moet (mede) blijken uit feitelijke werkzaamheden (NB: dit geldt niet bij
collectieve belangenbehartigers). Feitelijke werkzaamheden voor het behartigen van
de doelstelling
o Er moet een relatie zijn tussen het belang dat men in casus behartigt en de
doelstelling van de rechtspersoon  finaliteitsvereisten.
 Statutaire doelstelling is hier behartigen van belangen van de aangesloten
ondernemers. Het belang waar de ondernemersvereniging voor opkomt is
i.c. terug te voeren op de statutaire doelstelling.
En verder moet voldaan zijn aan:
o Objectief bepaalbaar belang
o Persoonlijk belang
o Eigen belang
o Rechtstreeks betrokken belang
o Actueel belang




2

, Week 2

Besluit, art. 1:3 lid 1 Awb = een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een
publiekrechtelijke rechtshandeling.
 Schriftelijk: weergave door middel van schrifttekens.
 Beslissing: wilsverklaring met een definitief karakter.
 Bestuursorgaan art. 1:1 Awb jo. 2:1 BW jo. Bijzondere wet (Gemw of Provw)
 Publiekrechtelijk: een exclusieve bevoegdheid op grond van de wet. Hoofdregel is dat een
besluit steunt op een bestaande geschreven bestuursbevoegdheid om eenzijdig
publiekrechtelijke rechtsgevolgen in het leven te roepen (legaliteitsvereiste).
 Rechtshandeling: handeling van een bevoegd bestuursorgaan gericht op een rechtsgevolg.


Besluiten bestaan uit:
1. Beschikkingen art. 1:3 lid 2 Awb: is een besluit voor een individueel of concreet geval of een
besluit dat niet van algemene strekking is. Als er sprake is van meerdere personen dan is het
gericht tot (een groep) aanwijsbare personen.
2. Besluiten van algemene strekking (BAS): besluit dat voor meerdere personen in het
algemeen geldt. Besluiten van algemene strekking bestaat uit:
 Algemene verbindende voorschriften: een naar buiten werkende, bindende regels,
die uitgaan van het openbaar gezag dat de bevoegdheid daartoe aan de wet ontleent
(winkeltijdenwet).
o Het gaat juist om voorschriften die naar buiten zijn gericht in die zin dat zij
tot eenieder zijn gericht en in zoverre ook algemeen van aard zijn.
o Tevens gaat het om voorschriften die de betrokken burgers binden. Als zij
niet nakomen worden ze gestraft.
o Omdat vaak de vrijheid van burgers bij dit soort regels in gelding is vergen
deze wettelijke voorschriften een grondslag in een regelgevende
bevoegdheid die herleidbaar is tot de wet in formele zin (en uiteindelijk de
Grondwet).
 Beleidsregels: een bij besluit vastlegde algemene regel, niet zijnde een algemeen
verbindend voorschrift omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten
of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een
bestuursorgaan.
 Plan: een samenhangend geheel van op elkaar afgestemde concrete beleidskeuzes
omtrent door een bestuursorgaan te nemen besluiten of te verrichten andere
handelingen.
 Concretiserende besluiten van algemene strekking: concretisering naar object, tijd
of plaats van hetgeen wat in algemene zin in een algemene verbindende voorschrift
(AVV) is bepaald.
 Overige besluiten van algemene strekking




3