3 virussen
3.1 kenmerken van virussen
Virus is een micro-organismen dat ziektes verwekt bij mensen, dieren, planten en bacteriën
veroorzaken 60% Van alle infectieziektes
bekendste voorbeelden: griep, waterpokken, ziekte van pfieffer, bof, mazelen , verkoudheid, wratten
en hersenvliesontsteking
Virussen zijn geen levende cellen want
Geen eigen stofwisseling en kunnen zich uitsluitend vermenigvuldigen via een gastheercel.
virussen zijn obligaat intracellulaire parasieten
Ze bestaan uit DNA- of RNA-moleculen ( nooit beide)
omgeven door symmetrische mantel van eiwitten = capside
sommige omgeven door extra eiwitmantel = enveloppe
Opbouw zijn ze veel kleiner dan de andere micro-organismen
3.2 Bouw van virussen
3.2.1 virus met enveloppe
1 uitstulpingen
stekelvormige eiwitten
taak: aanhechten aan specifieke receptoren van de gastheercel
2 Genetisch materiaal
DNA of RNA
3 enveloppe
buitenste laag opgebouwd uit eiwitten, vetten en koolhydraten
taak: beschermen
4 Capside
=Eiwitmantel, Eiwitkapsel
laag rondom genetisch materiaal bestaat uit capsomeren (=eiwitten)
capsomeren bestaat uit losse bolletjes
3.2.2 Virus zonder enveloppe
Gelijk aan bouw van hierboven maar zonder enveloppe.
3.1 kenmerken van virussen
Virus is een micro-organismen dat ziektes verwekt bij mensen, dieren, planten en bacteriën
veroorzaken 60% Van alle infectieziektes
bekendste voorbeelden: griep, waterpokken, ziekte van pfieffer, bof, mazelen , verkoudheid, wratten
en hersenvliesontsteking
Virussen zijn geen levende cellen want
Geen eigen stofwisseling en kunnen zich uitsluitend vermenigvuldigen via een gastheercel.
virussen zijn obligaat intracellulaire parasieten
Ze bestaan uit DNA- of RNA-moleculen ( nooit beide)
omgeven door symmetrische mantel van eiwitten = capside
sommige omgeven door extra eiwitmantel = enveloppe
Opbouw zijn ze veel kleiner dan de andere micro-organismen
3.2 Bouw van virussen
3.2.1 virus met enveloppe
1 uitstulpingen
stekelvormige eiwitten
taak: aanhechten aan specifieke receptoren van de gastheercel
2 Genetisch materiaal
DNA of RNA
3 enveloppe
buitenste laag opgebouwd uit eiwitten, vetten en koolhydraten
taak: beschermen
4 Capside
=Eiwitmantel, Eiwitkapsel
laag rondom genetisch materiaal bestaat uit capsomeren (=eiwitten)
capsomeren bestaat uit losse bolletjes
3.2.2 Virus zonder enveloppe
Gelijk aan bouw van hierboven maar zonder enveloppe.