100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Kern van de stof: inleiding belastingrecht particulieren

Rating
5.0
(1)
Sold
8
Pages
44
Uploaded on
01-05-2022
Written in
2021/2022

Alles wat je moet weten voor het vak inleiding belastingrecht particulieren, inclusief alle jurisprudentie.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 1, 2022
Number of pages
44
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting inleiding belastingrecht: particulieren – week 1
Inleiding

1. Doel van belastingheffing
2. Soorten belastingen 7. Rangorderegel
3. Systematiek van de Wet IB 2001 8. Fiscaal partnerschap
4. Formeel versus materieel 9. Minderjarige kinderen
5. Wijzen van heffing 10. Bronnentheorie
6. Opzet van een materiële belastingwet 11. Heffing versus invordering

Tabjes in wettenbundel: blauw

Doel van belastingheffing
We heffen belasting omdat:
1. Budgettaire functie
We heffen belasting op geld in de staatskas te krijgen. Van deze inkomsten worden
allerlei collectieve uitgaven gedaan.

2. Instrumentele functie
We heffen belasting om mensen te stimuleren óf te ontmoedigen om iets te doen. Zo
worden belastingen gebruikt om beleidsdoeleinden te bereiken.

Voorbeeld: roken, huis kopen.

Belangrijk: het legaliteitsbeginsel (artikel 104 Grondwet) is het basisbeginsel voor de
belastingheffing. Dat beginsel maakt dat er altijd een wettelijke grondslag moet zijn om een
belasting te mogen heffen.

Soorten belastingen
Directe versus indirecte belastingen
Direct = de belastingplichtige is dezelfde persoon als de draagplichtige.

Voorbeeld: inkomstenbelasting.

Indirect = de belastingplichtige is niet dezelfde persoon als degene die het voelt in zijn
portemonnee.

Voorbeeld: A koopt een koffie bij de Bock en betaalt daarover BTW. De Bock is
degene die de belasting afdraagt en niet A.

Objectief versus subjectief
Objectief = de belasting knoopt aan bij het object (waarover moet de belasting worden
betaald).

Voorbeeld: motorrijtuigbelasting

Subjectief = de belasting knoopt aan bij het subject (degene die belastingplichtig is).

, Voorbeeld: inkomstenbelasting

Systematiek van de Wet IB 2001
Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning
 Artikel 3.1 Wet IB 2001
 Winst uit onderneming
 Loon (week 2 en 3)
 Resultaat uit overige werkzaamheden
 Eigen woning (week 5)
 Periodieke uitkeringen en verstrekkingen (week 4)
 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen
 Negatieve persoonsgebonden aftrekposten
 AF: uitgaven wegens geen of geringe eigenwoningschuld
 AF: uitgaven voor inkomensvoorzieningen (week 4)
 AF: persoonsgebonden aftrek (week 4)

Box 2: Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
 Artikel 4.1 Wet IB 2001
 Meer dan 5% van de aandelen

Box 3: Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
 Artikel 5.1 Wet IB 2001

Formeel versus materieel
Materiële wetten:
 Wet IB 2001
 Wet LB 1964

Formele wetten:
 AWR
 AWB
 Invorderingswet

Er zijn een aantal belangrijke formele kwesties in het belastingrecht die we moeten kennen:
Aanslagtermijn
 Artikel 11 lid 3 AWR
De termijn waarbinnen de aanslag moet worden gedaan is drie jaren.

Navordering
 Artikel 16 lid 1 AWR
Indien een aanslag in z’n geheel niet is geheven óf tot een te laag bedrag is vastgesteld, kan
de inspecteur navorderen mits er sprake is van een nieuw feit (oftewel: veranderde
omstandigheden).

De inspecteur kan niet zomaar terugkomen op een aanslag. Er is geen sprake van een nieuw
feit, als de inspecteur bij het behoorlijk vervullen van zijn taken bekend of redelijkerwijs
bekend had kunnen zijn met het feit.

,Uitzonderingen:
o Er is geen nieuw feit nodig als het gaat om een kenbare schrijf- of tikfout.
o Er is geen nieuw feit nodig als de belastingplichtige te kwader trouw is. Dit is het
geval indien de belastingplichtige opzettelijk onjuiste inlichtingen aan de inspecteur
heeft verstrekt.

Lid 3: binnen 5 jaar nadat de belastingschuld is ontstaan.

Naheffing
 Artikel 20 lid 1 AWR
Indien belasting die op aangifte moet worden voldaan/afgedragen geheel of gedeeltelijk niet
is betaald, kan de inspecteur naheffen.

Lid 3: binnen 5 jaar vanaf het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan.

Wijzen van heffing
Hoe kan belasting worden geheven?
Er zijn twee manieren waarop belasting kan worden geheven:
1) Aanslagbelasting = heffing bij wege van aanslag (vanaf artikel 11 AWR)
- De belastingplichtige doet aangifte en vervolgens legt de inspecteur de
aanslag op.
- Controlemoment bij opstellen aanslag
- Indien fout: navordering (artikel 16 AWR)
o Voorwaarden: nieuw feit + binnen termijn
o Termijn: binnen 5 jaar na ontstaan materiele belastingschuld.
 Uitzondering termijn: binnen 12 jaar na ontstaan bij voorwerp
in het buitenland.
- Waarom niet feit nodig? Omdat de inspecteur reeds een controlemoment
heeft gehad.
- Voorbeeld: inkomstenbelasting

2) Aangifte belasting = heffing bij wege van voldoening of afdracht op aangifte (vanaf
artikel 19 AWR)
- De belastingplichtige doet aangifte en draagt de belasting direct af.
- De inspecteur controleert na de afdracht.
- Indien fout: naheffing (artikel 20 AWR)
o Voorwaarden: binnen termijn
o Termijn: binnen 5 jaar na ontstaan materiele belastingschuld.
- Boetemogelijkheid (artikel 67e AWR).

Opzet van een materiële belastingwet
Er zijn 4 basisvragen:
 Wie is de belastingplichtige (subject)?
 Waarover is er belasting verschuldigd (object)?
 Hoeveel belasting wordt geheven?
 Op welk moment wordt belasting geheven?

, Voorbeeld: Wet IB 2001
1. Belastingsubject
 Artikel 2.1 jo 1.1 Wet IB 2001 jo 4 lid 1 AWR

Hoofdregel: het gaat uitsluitend om natuurlijke personen. Dit betekent dat een BV of NV
geen inkomstenbelasting betaald.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen binnenlandse – en buitenlandse
belastingplichtige (lid 1):
o Binnenlands = iemand die in Nederland woont (sub a).
Je bent belastbaar voor het gehele wereldinkomen.
o Buitenlands = iemand die niet in Nederland woont, maar wel Nederlands
inkomen geniet (sub b).
Je bent alleen belastbaar voor het inkomen dat je in Nederland geniet.

Belangrijk: het gaat niet om je nationaliteit, maar enkel om de vraag waar je woont.

 Artikel 4 lid 1 AWR
Fiscale woonplaats: waar iemand woonachtig is wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Jurisprudentie: alle feiten en omstandigheden moeten kunnen wijzen op waar het
centrum van jouw sociale en persoonlijke leven ligt.

 Artikel 2.2 Wet IB 2001
Woonplaatsfictie: als je ophoudt in Nederland te wonen, maar binnen een jaar toch weer in
Nederland gaat wonen, word je geacht woonachtig te zijn in Nederland, ook tijdens je
afwezigheid.

2. Belastingobject
 Artikel 2.3 Wet IB 2001
o Werk en woning (H3)
o Aanmerkelijk belang (H4)
o Sparen en beleggen (H5)

3. Hoeveel belasting?
 Artikel 2.10 – 2.12 – 2.13 Wet IB 2001
Het tarief.

4. Op welk moment?
 Artikel 9.1 lid 1 Wet IB 2001 jo 11 lid 3 AWR
Regel: de belasting wordt geheven bij wege van aanslag door de inspecteur.

Rangorderegel
 Artikel 2.14 Wet IB 2001

Regel: de artikelen moeten van begin tot eind gelezen worden. Je begint voorin de bundel en
maakt je weg naar achteren.

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
3 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
isabelgodwaldt Universiteit van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
54
Member since
4 year
Number of followers
28
Documents
11
Last sold
2 weeks ago

3.3

3 reviews

5
1
4
1
3
0
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions