1) Silja Pirila et al – Effects on Family Strengts
Introductie
Tegenwoordig wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar hoe families met kinderen met
beperkingen omgaan met de gehele situatie en de behoeftes van het kind bij de langdurige zorg die
hierbij komt kijken. Veel studies stellen dat een positieve familie beoordeling, support van de
omgeving en positieve sociale interactie goede voorspellers zijn van de mogelijkheid tot aanpassing
binnen het gezin. Aanpassing reduceren stress en dat leidt weer tot betere kwaliteit van leven van
het kind. Weinig studies zijn gedaan naar de relatie tussen de gradatie van ernst van de beperking en
family strenghts, omdat objectieve meet manieren naar de gradatie van ernst van de beperking van
het kind ontbreken.
Doel
Het doel van dit onderzoek is om de relatie tussen de family strenghts en de gradatie van ernst van
de beperking van het kind in kaart te brengen. Hierbij wordt de gradatie van ernst van de beperking
van het kind bepaald door 2 variabelen: functionele motorische beperkingen & ontwikkelingsniveau.
En worden ook de gezinskarakteristieken meegenomen door te kijken naar de sociaal-economische
status & de leeftijd van de ouders.
Methode
Zestig kinderen (36jongens) met een functionele motorische beperking die prenataal of perinataal is
ontstaan zijn samen met hun ouders random geselecteerd voor de studie. 36 van deze kinderen
hadden cerebrale parese. Er zijn drie groepen gemaakt op basis van het werk en opleidingsniveau
van de ouders.
Mean age kinderen=3 jaar en 11 maanden
Mean age ouders= 34 jaar (v) en 36 jaar (m)
Cognitieve ontwikkeling aan de hand van Swedisch standardized version of the Griffiths Scale of
Mental Development, uitgevoerd door een psycholoog. Hier werd nog correctie van leeftijd op
gemaakt om vervolgens op een developmental quotient score uit te komen (DQ).
Ernst van de functionele motorische beperking aan de hand van ARS = Autti – Ramo’s Scale
hoeveelheid hulp nodig tot uitvoeren motorische handelingen (3 grades). Zowel een neuroloog als
een fysiotherapeut hebben deze beoordelingen uitgevoerd.
Family Strenghts: Competenties en capaciteiten van de gezinsleden en het gezin als geheel die
gebruikt worden om:
- te reageren op crisis en stress
- in de behoeftes van het kind te voorzien
- het functioneren van het gezin te versterken
Er waren 26 te scoren items (FFSS), die weer werden verdeeld in 3 categorieën: gezinsidentiteit,
informatie deling en coping mechanismen. De gezinsleden moesten quotes passend bij de te scoren
items ranken op een schaal van 1 tot 5 om aan te geven in welke mate de quotes passen bij hun
gezin.
Resultaten
ARS verdeling: 25 kinderen graad 1, 9 kinderen graad 2 en 26 graad 3. Veel kinderen met een
ernstige functionele motorische beperking hadden een DQ van onder de 70 (=laag).
, Veel van de families, zelfs deze met een kind met een hoge ARS, scoren op de meeste subschalen een
score van boven de 5, wat aangeeft dat over het algemeen de families goed om kunnen gaan met
de situatie waarin het gezin zich bevindt. Subschalen die wel een score onder de 5 hadden waren:
interne coping en communicatie.
Het cognitieve niveau en de ernst van de beperking (ARS) zijn niet tot nauwelijks geassocieerd met
family strengts. Maar, de combinatie van cognitieve problematiek en ernstige motorische
beperkingen lieten zien dat: hoe meer beperkt een kind is, hoe minder tijd er besteed werd aan
familieactiviteiten, en hoe minder belangrijk dit ook werd beschouwd. Daarbij waren er in deze
gezinnen ook minder variaties van interne coping mechanismen. Over het algemeen waren er dus
lagere scores bij gezinnen met de meeste beperkingen op het gebied van familie identiteit en coping
mechanisme.
De factoren feeftijd van de ouders & sociaaleconomische status stonden niet in relatie met de
familie strenghts (= not confounded).
Introductie
Tegenwoordig wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar hoe families met kinderen met
beperkingen omgaan met de gehele situatie en de behoeftes van het kind bij de langdurige zorg die
hierbij komt kijken. Veel studies stellen dat een positieve familie beoordeling, support van de
omgeving en positieve sociale interactie goede voorspellers zijn van de mogelijkheid tot aanpassing
binnen het gezin. Aanpassing reduceren stress en dat leidt weer tot betere kwaliteit van leven van
het kind. Weinig studies zijn gedaan naar de relatie tussen de gradatie van ernst van de beperking en
family strenghts, omdat objectieve meet manieren naar de gradatie van ernst van de beperking van
het kind ontbreken.
Doel
Het doel van dit onderzoek is om de relatie tussen de family strenghts en de gradatie van ernst van
de beperking van het kind in kaart te brengen. Hierbij wordt de gradatie van ernst van de beperking
van het kind bepaald door 2 variabelen: functionele motorische beperkingen & ontwikkelingsniveau.
En worden ook de gezinskarakteristieken meegenomen door te kijken naar de sociaal-economische
status & de leeftijd van de ouders.
Methode
Zestig kinderen (36jongens) met een functionele motorische beperking die prenataal of perinataal is
ontstaan zijn samen met hun ouders random geselecteerd voor de studie. 36 van deze kinderen
hadden cerebrale parese. Er zijn drie groepen gemaakt op basis van het werk en opleidingsniveau
van de ouders.
Mean age kinderen=3 jaar en 11 maanden
Mean age ouders= 34 jaar (v) en 36 jaar (m)
Cognitieve ontwikkeling aan de hand van Swedisch standardized version of the Griffiths Scale of
Mental Development, uitgevoerd door een psycholoog. Hier werd nog correctie van leeftijd op
gemaakt om vervolgens op een developmental quotient score uit te komen (DQ).
Ernst van de functionele motorische beperking aan de hand van ARS = Autti – Ramo’s Scale
hoeveelheid hulp nodig tot uitvoeren motorische handelingen (3 grades). Zowel een neuroloog als
een fysiotherapeut hebben deze beoordelingen uitgevoerd.
Family Strenghts: Competenties en capaciteiten van de gezinsleden en het gezin als geheel die
gebruikt worden om:
- te reageren op crisis en stress
- in de behoeftes van het kind te voorzien
- het functioneren van het gezin te versterken
Er waren 26 te scoren items (FFSS), die weer werden verdeeld in 3 categorieën: gezinsidentiteit,
informatie deling en coping mechanismen. De gezinsleden moesten quotes passend bij de te scoren
items ranken op een schaal van 1 tot 5 om aan te geven in welke mate de quotes passen bij hun
gezin.
Resultaten
ARS verdeling: 25 kinderen graad 1, 9 kinderen graad 2 en 26 graad 3. Veel kinderen met een
ernstige functionele motorische beperking hadden een DQ van onder de 70 (=laag).
, Veel van de families, zelfs deze met een kind met een hoge ARS, scoren op de meeste subschalen een
score van boven de 5, wat aangeeft dat over het algemeen de families goed om kunnen gaan met
de situatie waarin het gezin zich bevindt. Subschalen die wel een score onder de 5 hadden waren:
interne coping en communicatie.
Het cognitieve niveau en de ernst van de beperking (ARS) zijn niet tot nauwelijks geassocieerd met
family strengts. Maar, de combinatie van cognitieve problematiek en ernstige motorische
beperkingen lieten zien dat: hoe meer beperkt een kind is, hoe minder tijd er besteed werd aan
familieactiviteiten, en hoe minder belangrijk dit ook werd beschouwd. Daarbij waren er in deze
gezinnen ook minder variaties van interne coping mechanismen. Over het algemeen waren er dus
lagere scores bij gezinnen met de meeste beperkingen op het gebied van familie identiteit en coping
mechanisme.
De factoren feeftijd van de ouders & sociaaleconomische status stonden niet in relatie met de
familie strenghts (= not confounded).
